4
Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Voorbeeld: basisrotatie via twee
4.13 Voorbeeld: basisrotatie via twee
boringen bepalen
0 BEGIN P GM CYC401 MM
1 TOOL CALL 69 Z
2 TCH PROBE 401 ROT 2 BORINGEN
Q268=+25
Q269=+15
Q270=+80
Q271=+35
Q261=-5
Q260=+20
Q307=+0
Q305=0
Q402=1
Q337=1
3 CALL PGM 35K47
4 END PGM CYC401 MM
104
;1E BORING MIDD.1E AS
;1E BORING MIDD.2E AS
;2E BORING MIDD.1E AS
;2E BORING MIDD.2E AS
;MEETHOOGTE
;VEILIGE HOOGTE
;VOORAF ING. ROT.HOEK
;NUMMER IN TABEL
;COMPENSATIE
;OP NUL ZETTEN
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
Middelpunt van 1e boring: X-coördinaat
Middelpunt van 1e boring: Y-coördinaat
Middelpunt van 2e boring: X-coördinaat
Middelpunt van 2e boring: Y-coördinaat
Coördinaat in de tastsysteemas waarin de meting plaatsvindt
Hoogte waarop de tastsysteemas zich zonder botsing kan
verplaatsen
Hoek van de rechte referentielijn
Scheve ligging door rotatie van de rondtafel compenseren.
Stel de weergave na het uitlijnen op nul in
Bewerkingsprogramma oproepen
boringen bepalen