7
Radius- en lengtekalibratie Q433=1
1 Kalibreerkogel opspannen. Let op dat er geen botsingen kunnen
optreden
2 Het tastsysteem in de tastsysteemas via de kalibreerkogel en
in het bewerkingsvlak ongeveer in het midden van de kogel
positioneren
3 De eerste beweging van de besturing vindt plaats in het vlak
afhankelijk van de referentiehoek (Q380)
4 Aansluitend positioneert de besturing het tastsysteem in de
tastsysteemas
5 Het tasten start en de besturing begint met het zoeken naar de
equator van de kalibreerkogel
6 Na het bepalen van de equator begint de radiuskalibratie
7 Aansluitend trekt de besturing het tastsysteem in de
tastsysteemas terug tot de hoogte waarop het tastsysteem is
voorgepositioneerd
8 De besturing bepaalt de lengte van het tastsysteem bij de
noordpool van de kalibreerkogel
9 Aan het einde van de cyclus trekt de besturing het tastsysteem
in de tastsysteemas terug tot de hoogte waarop het
tastsysteem is voorgepositioneerd
Afhankelijk van parameter Q455 kunt u aanvullend een 3D-kalibratie
uitvoeren.
3D-kalibratie Q455= 1...30
1 Kalibreerkogel opspannen. Let op dat er geen botsingen kunnen
optreden
2 Na het kalibreren van radius en lengte trekt de besturing
het tastsysteem in de tastsysteemas terug. Aansluitend
positioneert de besturing het tastsysteem boven de noordpool
3 Het tasten start beginnend bij de noordpool tot de equator in
meerdere stappen. Afwijkingen ten opzichte van de nominale
waarde en daarmee het specifieke uitwijkgedrag worden
vastgesteld
4 U kunt het aantal tastpunten tussen noordpool en equator
vastleggen. Dit aantal is afhankelijk van invoerparameter Q455.
Een waarde van 1 t/m 30 kan worden geprogrammeerd. Als u
Q455=0 programmeert, vindt er geen 3D-kalibratie plaats
5 De tijdens de kalibratie vastgestelde afwijkingen worden in een
3DTC-tabel opgeslagen
6 Aan het einde van de cyclus trekt de besturing het tastsysteem
in de tastsysteemas terug tot de hoogte waarop het
tastsysteem is voorgepositioneerd
Om een lengtekalibratie uit te voeren, moet de positie
van het middelpunt (Q434) van de kalibratiekogel ten
opzichte van het actieve nulpunt bekend zijn. Als dit niet
het geval is, is het raadzaam de lengtekalibratie niet met
cyclus 460 uit te voeren!
Een toepassingsvoorbeeld voor de lengtekalibratie met
cyclus 460 is het vergelijken van twee tastsysteem.
240
Tastcycli: Speciale functies | TS KALIBREREN (cyclus 460, DIN/ISO: G460)
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021