Tastcycli: Werkstukken automatisch controleren | METEN BORING (cyclus 421, DIN/ISO: G421)
Cyclusparameters
Q273 Midden 1e as (nom. waarde)? (absoluut):
midden van de boring in de hoofdas van het
bewerkingsvlak.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q274 Midden 2e as (nominale waarde)?
(absoluut): middelpunt van de boring in de nevenas
van het bewerkingsvlak.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q262 Nominale diameter?: diameter van de
boring invoeren.
Invoerbereik 0 t/m 99999,9999
Q325 Starthoek? (absoluut): hoek tussen de
hoofdas van het bewerkingsvlak en de eerste
tastpositie.
Invoerbereik -360,000 t/m 360,000
Q247 Hoekstap? (incrementeel): hoek tussen
twee meetpunten, waaronder het tastsysteem
zich naar het volgende meetpunt verplaatst. De
rotatierichting wordt bepaald door het voorteken
van de hoekstap (- = met de klok mee). Als u
cirkelbogen wilt meten, programmeert u een
hoekstap kleiner dan 90°.
Invoerbereik -120,000 t/m 120,000
Q261 Meethoogte in tastsysteemas? (absoluut):
coördinaat van het midden van de kogel (=
contactpunt) in de tastsysteemas waarin de
meting moet plaatsvinden.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q320 Veiligheidsafstand? (incrementeel) extra
afstand tussen meetpunt en kogel van het
tastsysteem definiëren. Q320 werkt aanvullend op
SET_UP (tastsysteemtabel).
Invoerbereik 0 t/m 99999,9999
Q260 Veilige hoogte? (absoluut): coördinaat in
de tastsysteemas waarin een botsing tussen
het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel)
uitgesloten is.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
Voorbeeld
5 TCH PROBE 421 METEN BORING
Q273=+50
;MIDDEN 1E AS
Q274=+50
;MIDDEN 2E AS
Q262=75
;NOMINALE DIAMETER
Q325=+0
;STARTHOEK
Q247=+60
;HOEKSTAP
Q261=-5
;MEETHOOGTE
Q320=0
;VEILIGHEIDSAFSTAND
Q260=+20
;VEILIGE HOOGTE
Q301=1
;VERPL.VEILIGH.HOOGTE
Q275=75,12;MAXIMALE MAAT
6
181