Tastcycli: Speciale functies | TS KALIBREREN (cyclus 460, DIN/ISO: G460)
Bij het programmeren in acht nemen!
HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli
alleen wanneer er HEIDENHAIN-tastsystemen worden
gebruikt.
AANWIJZING
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli
voor coördinatenomrekening actief zijn.
De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli
activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10
ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR
ASSPEC..
Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION
MODE MILL en FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
Tijdens de kalibratie wordt automatisch een meetprotocol
opgesteld. Dit protocol heeft de naam TCHPRAUTO.html.
Dit bestand wordt op dezelfde locatie opgeslagen als het
bronbestand. Het meetprotocol kan op de besturing met de
browser worden weergegeven. Wanneer in een NC-programma
meerdere cycli voor de kalibratie van het tastsysteem
worden gebruikt, bevinden alle meetprotocollen zich onder
TCHPRAUTO.html.
De actieve lengte van het tastsysteem is altijd
gerelateerd aan het gereedschapsreferentiepunt.
Het gereedschapsreferentiepunt bevindt zich vaak op
de zogenoemde spilneus (eindvlak van de spil). Uw
machinefabrikant kan het gereedschapsreferentiepunt ook
afwijkend plaatsen.
U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor
de definitie van de tastsysteemas programmeren.
Tastsysteem zo voorpositioneren dat het ongeveer boven het
midden van de kogel staat.
Het zoeken naar de equator van de ijkkogel vereist
een verschillend aantal tastpunten, afhankelijk van de
nauwkeurigheid van de voorpositionering.
Als u Q455=0 programmeert, voert de besturing geen 3D-
kalibratie uit.
Als u Q455=1 - 30 programmeert, wordt een 3D-kalibratie van
het tastsysteem uitgevoerd. Daarbij worden afwijkingen van
het uitwijkgedrag in relatie tot verschillende hoeken bepaald.
Als u cyclus 444 gebruikt, moet u van tevoren een 3D-kalibratie
uitvoeren.
Als u Q455=1 - 30 programmeert, wordt onder TNC:\system
\3D-ToolComp\* een tabel opgeslagen.
Bestaat er al een verwijzing naar een kalibratietabel (gegeven in
DR2TABLE), dan wordt deze tabel overschreven.
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
7
241