6
6.3
REFERENTIEPUNT polair (cyclus 1)
Toepassing
Met tastcyclus 1 wordt een willekeurige werkstukpositie in een
willekeurige tastrichting bepaald.
Cyclusverloop
1 Het tastsysteem verplaatst zich met een 3D-verplaatsing
met ijlgang (waarde uit kolom FMAX) naar de in de cyclus
geprogrammeerde voorpositionering
2 Vervolgens voert het tastsysteem het tastproces met
tastaanzet (kolom F) uit. Tijdens het tastproces verplaatst de
besturing gelijktijdig in 2 assen (afhankelijk van de tasthoek).
De tastrichting moet via de poolhoek in de cyclus worden
vastgelegd
3 Nadat de besturing de positie heeft geregistreerd, keert het
tastsysteem naar het startpunt van het tastproces terug.
De besturing slaat de coördinaten van de positie waarop het
tastsysteem zich op het moment van het schakelsignaal bevindt,
op in de parameters Q115 t/m Q119
Bij het programmeren in acht nemen!
Let op: botsingsgevaar!
De besturing verplaatst het tastsysteem in een driedimensionale
verplaatsing in ijlgang naar de in de cyclus geprogrammeerde
voorpositie. Afhankelijk van de positie waarop het gereedschap
zich vooraf bevindt, bestaat er gevaar voor botsingen!
Zo voorpositioneren, dat een botsing bij het benaderen van de
geprogrammeerde voorpositie is uitgesloten.
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus
FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
Het tastvlak wordt met de in de cyclus gedefinieerde tastas
vastgelegd:
tastas X: X/Y-vlak
tastas Y: Y/Z-vlak
tastas Z: Z/X-vlak
174
Tastcycli: Werkstukken automatisch controleren | REFERENTIEPUNT polair (cyclus 1)
1
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021