10
Met een camera controleren van de opspansituatie VSC (optie #136) | Met een camera controleren van de
Bewakingsbereik definiëren
Een bewakingsbereik wordt gedefinieerd in de werkstand
Automatische programma-afloop / Programma-afloop regel
voor
regel. De besturing vraagt u een bewakingsbereik te
definiëren. De besturing toont dit verzoek op het beeldscherm,
nadat u de cyclus de eerste keer in de werkstand
programma-afloop / Programma-afloop regel voor regel
gestart.
Een bewakingsbereik bestaat uit één of meer vensters. Als
u meerdere vensters definieert, mogen deze overlappen. De
besturing bekijkt uitsluitend deze gedeelten van de afbeelding.
Wanneer een fout zich buiten het bewakingsbereik bevindt,
wordt deze niet herkend. Het bewakingsbereik is niet met de
afbeeldingen gekoppeld, maar alleen met het desbetreffende
bewakingsbestand QS600. Een bewakingsbereik geldt altijd voor
alle afbeeldingen van een bewakingsbestand. Wijziging van het
bewakingsbereik is van invloed op alle afbeeldingen.
Bewakingsbereik of foutenbereik aangeven:
Ga als volgt te werk:
Softkey GEDEELTE TEKENEN of
FOUT TEKENEN selecteren
Trek een kader om het te bewaken bereik op het
scherm
De besturing markeert het aangeklikte bereik
met een kader.
De afbeelding via de beschikbare knoppen naar
de gewenste grootte slepen
of
Als u meer vensters wilt definiëren, drukt
u op de softkey GEDEELTE TEKENEN of
FOUT TEKENEN en herhaalt u deze procedure op
de desbetreffende plaats
Het gedefinieerde gedeelte fixeren door erop te
dubbelklikken
Het bereik is beveiligd tegen per ongeluk
verschuiven.
Softkey OPSLAAN EN TERUG selecteren
De besturing slaat de huidige afbeelding op en
keert terug naar het vorige beeldscherm.
Getekende bereiken wissen
Ga als volgt te werk:
Te verwijderen bereik selecteren
De besturing markeert het aangeklikte bereik
met een kader.
Knop Wissen selecteren
318
Automatische
hebt
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
opspansituatie VSC (optie #136)