Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | REFERENTIEPUNT MIDDEN 4 BORINGEN (cyclus 418,
DIN/ISO: G418)
5.10 REFERENTIEPUNT MIDDEN 4
BORINGEN (cyclus 418, DIN/ISO: G418)
Toepassing
Met tastcyclus 418 wordt het snijpunt van de verbindingslijnen
van telkens twee middelpunten van boringen berekend en als
referentiepunt vastgelegd. De besturing kan het snijpunt eventueel
ook in een nulpunt- of referentiepunttabel vastleggen.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem met ijlgang (waarde
uit kolom FMAX) en met positioneerlogica (zie "Tastcycli
afwerken", Pagina 46) naar het midden van de eerste boring
2 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde
meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt
van de eerste boring
3 Vervolgens keert het tastsysteem terug naar de veilige hoogte
en positioneert zich naar het ingevoerde middelpunt van de
tweede boring
2
4 De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde
meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt
van de tweede boring
5 De besturing herhaalt het proces voor de boringen
6 Ten slotte positioneert de besturing het tastsysteem terug naar
de veilige hoogte en verwerkt het vastgestelde referentiepunt
gerelateerd aan de cyclusparameters Q303 en Q305 (zie
"Gemeenschappelijke kenmerken van alle tastcycli voor het
vastleggen van een referentiepunt", Pagina 107). De besturing
berekent het referentiepunt als snijpunt van de verbindingslijnen
middelpunt van de boringen
waarden in de hierna vermelde Q-parameters op
7 Indien gewenst bepaalt de besturing daarna in een afzonderlijk
tastproces nog het referentiepunt in de tastsysteemas
Parameternummer(s)
Q151
Q152
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
en
en slaat de actuele
1/3
2/4
Betekenis
Actuele waarde snijpunt hoofdas
Actuele waarde snijpunt nevenas
1
en
3
4
5
145