Tastcycli: Werkstukken automatisch controleren | METEN BORING (cyclus 421, DIN/ISO: G421)
Q330 Gereedschap voor bewaking?: vastleggen
of de besturing een gereedschapsbewaking
moet uitvoeren (zie "Gereedschapsbewaking",
Pagina 170). Als alternatief gereedschapsnaam
met maximaal 16 tekens
0: bewaking niet actief
>0: nummer of naam van het gereedschap
waarmee de besturing de bewerking heeft
uitgevoerd. U hebt de mogelijkheid met de softkey
direct een gereedschap uit de gereedschapstabel
over te nemen.
Invoerbereik 0 t/m 999999,9
Q423 Aantal keren tasten vlak (4/3)?: vastleggen
of de besturing de tap met 4 of 3 keer tasten moet
meten:
4: 4 meetpunten gebruiken (standaardinstelling)
3: 3 meetpunten gebruiken
Q365 Type verplaatsing recht=0/circ=1:
vastleggen met welke baanfunctie het
gereedschap zich tussen de meetpunten moet
verplaatsen wanneer verplaatsen op veilige hoogte
(Q301=1) actief is:
0: tussen de bewerkingen via een rechte
verplaatsen
1: tussen de bewerkingen cirkelvormig op de
steekcirkeldiameter verplaatsen
Q498 GS omkeren (0=nee/1=ja)?: alleen relevant
wanneer u eerder in parameter Q330 een
draaigereedschap hebt opgegeven. Voor een
correcte bewaking van het draaigereedschap
moet de besturing de precieze bewerkingssituatie
kennen. Geef daarom het volgende op:
1: draaigereedschap is gespiegeld (180°
geroteerd), bijv. via cyclus 800 en parameter
Gereedschap omkeren Q498=1
0: draaigereedschap komt overeen met de
beschrijving uit de draaigereedschapstabel
toolturn.trn, geen wijziging via bijv. cyclus 800 en
parameter Gereedschap omkeren Q498=0
Q531 Instelhoek?: alleen relevant wanneer u
eerder in parameter Q330 een draaigereedschap
hebt opgegeven. Voer de invalshoek tussen
draaigereedschap en werkstuk tijdens de
bewerking in, bijv. uit cyclus 800 Parameter
Instelhoek? Q531.
Invoerbereik: -180° t/m +180°
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
6
183