Tastcycli: Kinematica automatisch meten | KINEMATICA METEN (cyclus 451, DIN/ISO: G451, optie #48)
Bij het programmeren in acht nemen!
Hoekcompensatie is alleen mogelijk met optie #52
KinematicsComp.
Wanneer de optionele machineparameter
mStrobeRotAxPos (nr. 204803) ongelijk aan -1 (M-
functie positioneert rotatie-as) is gedefinieerd, start
dan alleen een meting wanneer alle rotatie-assen op 0°
staan.
De besturing bepaalt bij elk tastproces eerst de radius
van de kalibreerkogel. Als de vastgestelde kogelradius
meer van de ingevoerde kogelradius afwijkt dan in
de optionele machineparameter maxDevCalBall (nr.
204802) is vastgelegd, komt de besturing met een
foutmelding en wordt de meting beëindigd.
Voor een hoekoptimalisatie kan de machinefabrikant de
configuratie dienovereenkomstig veranderen.
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus
FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
Let er vóór de cyclusstart op dat M128 of FUNCTION TCPM is
uitgeschakeld.
Cyclus 453, zoals ook 451 en 452 wordt met een actieve 3D-
ROT in automatisch bedrijf gelaten die met de positie van de
rotatie-assen overeenkomt.
Vóór de cyclusdefinitie moet het referentiepunt in het midden
van de kalibreerkogel zijn ingesteld en geactiveerd, of u
definieert de invoerparameter Q431 op 1 of 3.
De besturing gebruikt als positioneeraanzet voor verplaatsing
naar de tasthoogte in de tastsysteemas de kleinste waarde
uit cyclusparameter Q253 en de FMAX-waarde uit de
tastsysteemtabel. De besturing voert rotatie-asbewegingen in
principe uit met positioneeraanzet Q253. De tasterbewaking is
daarbij uitgeschakeld.
De besturing negeert gegevens in de cyclusdefinitie voor niet-
actieve assen.
Een correctie in het machinenulpunt (Q406=3) is alleen mogelijk
als aan kop- of tafelzijde overlappende rotatie-assen worden
gemeten.
Wanneer u "Referentiepunt instellen vóór het opmeten" hebt
geactiveerd (Q431 = 1/3), positioneer dan het tastsysteem
vóór de cyclusstart met de veiligheidsafstand (Q320 + SET_UP)
ongeveer midden boven de kalibreerkogel.
Inch-programmering: de besturing geeft meetresultaten en
protocolgegevens in principe in mm weer.
Houd er rekening mee dat een kinematicawijziging
altijd ook een referentiepunt-wijziging tot gevolg
heeft. Stel het referentiepunt na een optimalisatie
opnieuw in.
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
8
259