8
Tastcycli: Kinematica automatisch meten | KINEMATICA ROOSTER (cyclus 453, DIN/ISO: G453, optie #48)
Bij het programmeren in acht nemen!
De software-optie KinematicsOpt (optie #48) is vereist.
De software-optie KinematicsComp (optie #52) is
vereist.
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven
en aangepast worden.
Uw machinefabrikant bepaalt de opslaglocatie van de
compensatietabel (*.kco).
Wanneer de optionele machineparameter
mStrobeRotAxPos (nr. 204803) ongelijk aan -1 (M-
functie positioneert rotatie-as) is gedefinieerd, start
dan alleen een meting wanneer alle rotatie-assen op 0°
staan.
De besturing bepaalt bij elk tastproces eerst de radius
van de kalibreerkogel. Als de vastgestelde kogelradius
meer van de ingevoerde kogelradius afwijkt dan in
machineparameter maxDevCalBall (nr. 204802) is
vastgelegd, komt de besturing pas bij de tweede meting
(herhaalde meting) met een foutmelding en wordt de
meting beëindigd.
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus
FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
Let er vóór de cyclusstart op dat M128 of FUNCTION TCPM is
uitgeschakeld.
Cyclus 453, zoals ook 451 en 452 wordt met een actieve 3D-
ROT in automatisch bedrijf gelaten die met de positie van de
rotatie-assen overeenkomt.
Vóór de cyclusdefinitie moet het referentiepunt in het midden
van de kalibreerkogel zijn ingesteld en geactiveerd, of u
definieert de invoerparameter Q431 op 1 of 3.
De besturing gebruikt als positioneeraanzet voor verplaatsing
naar de tasthoogte in de tastsysteemas de kleinste waarde
uit cyclusparameter Q253 en de FMAX-waarde uit de
tastsysteemtabel. De besturing voert rotatie-asbewegingen in
principe uit met positioneeraanzet Q253. De tasterbewaking is
daarbij uitgeschakeld.
Inch-programmering: de besturing geeft meetresultaten en
protocolgegevens in principe in mm weer.
Wanneer u "Referentiepunt instellen vóór het opmeten" hebt
geactiveerd (Q431 = 1/3), positioneer dan het tastsysteem
vóór de cyclusstart met de veiligheidsafstand (Q320 + SET_UP)
ongeveer midden boven de kalibreerkogel.
Indien uw machine is uitgevoerd met een gestuurde
spil, moet de hoeknageleiding in de tastsysteemtabel
(kolom
TRACK) worden geactiveerd. Dit leidt in het
algemeen tot een grotere nauwkeurigheid bij het meten
met een 3D-tastsysteem.
278
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021