Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilator Monteren (Optie: Fan-A, Fan-R); Montage Van De Circulatiesmering (Optie: Lc, Lcx); Sensortechniek Voor Reductorbewaking (Optie: Mo); Aanbrengen Van De Temperatuursticker - Nord Drivesystems SK 5207 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.18 Ventilator monteren (optie: FAN-A, FAN-R)

Het ventilatorwiel van een radiale en axiale ventilator is op de snellopende as van de reductor
aangebracht en door een ventilatorkap tegen onbedoelde aanraking beveiligd. De ventilator zuigt lucht
aan via het beschermrooster van de ventilatorkap. De luchtschotten aan de zijkant van de
ventilatorkap leiden de lucht langs het reductorhuis. De lucht voert een bepaalde hoeveelheid warmte
af van de behuizing.
Als speciale optie is een elektrische externe ventilator leverbaar die wordt aangedreven door een
externe draaistroommotor. Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor een juiste installatie en
elektrische aansluiting.

3.19 Montage van de circulatiesmering (optie: LC, LCX)

GEVAAR
Explosiegevaar
Voor bedrijf in een explosiegevaarlijke atmosfeer mogen alleen circulatiepompen
en sensoren worden gebruikt die daarvoor goedgekeurd en gemarkeerd zijn.
De markering daarvan volgens ATEX moet met de gegevens van de ontworpen
installatie of machine overeenkomen.
Bij reductoren met circulatiesmering wordt een flenspomp of een motorpomp gebruikt. Een flenspomp
wordt aangedreven door de aandrijfas van de reductor. De motorpomp beschikt over een aparte
aandrijving.
De pomp is bij levering al aan de reductor gemonteerd. Alle olieleidingen zijn goed aangesloten.
De circulatiesmering is in normale gevallen uitgerust met een drukschakelaar. Zorg voor de
aansluiting en de evaluatie van de drukschakelaar.
Informatie
Bij combinatie van een circulatiesmering met een externe koeleenheid moeten de druk- en
zuigleidingen worden aangesloten tussen de circulatiesmering en de koeleenheid. De aansluitposities
vindt u op het ordergerelateerde maatblad.

3.20 Sensortechniek voor reductorbewaking (optie: MO)

U vindt de positie van de sensoren in het ordergerelateerde maatblad.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant.

3.21 Aanbrengen van de temperatuursticker

Bij reductoren van temperatuurklasse T4 of reductoren met een maximale oppervlaktetemperatuur
van minder dan 135 °C moet de aangebrachte temperatuursticker (opgedrukte waarde 121 °C) op de
behuizing van de reductor worden geplakt.
Onderdeelnr.: 8510400.
De temperatuurklasse of de maximale oppervlaktetemperatuur vindt u in de aanduiding volgens ATEX
in de laatste regel van het typeplaatje van de reductor.
B 2050 nl-3921
3 Vervoer, opslag, montage
59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave