3.2 Opslag en stilstandsperiodes
3.2.1
Algemene maatregelen
•
Sla de reductor op in een droge ruimte met een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 60%.
•
Bewaar de reductor bij een temperatuur tussen -5°C en +50°C zonder noemenswaardige
temperatuurschommelingen.
•
Stel de reductor niet bloot aan direct zonlicht of UV-licht.
•
Er mogen geen agressieve of bijtende stoffen in de buurt zijn (verontreinigde lucht, ozon, gassen,
oplosmiddelen, zuren, logen, zouten, radioactiviteit, enz.).
•
De reductor mag niet worden blootgesteld aan schokken of trillingen.
•
Bewaar de reductor in de inbouwpositie (zie hoofdstuk 7.1 "Bouwvormen en installatiepositie").
Beveilig deze tegen omvallen.
3.2.2
Opslag en stilstandsperiode van meer dan 3 maanden
Neem naast de volgende maatregelen ook de paragraaf 3.2.1 "Algemene maatregelen"in acht.
•
Lakschade bijwerken. Controleer of er een anti-corrosiemiddel is aangebracht op de
flenscontactvlakken, aseinden en ongelakte oppervlakken. Breng indien nodig een geschikt
anticorrosiemiddel aan op deze oppervlakken.
•
Dicht alle openingen op de reductor af.
•
De uitgaande as moet elke 3 maanden minimaal één omwenteling worden gedraaid, zodat de
contactpositie van de tandwielen en de rolelementen in de lagers verandert.
Hiervoor mag de reductor niet DOL (direct online) worden gebruikt om te voorkomen dat de
wentelelementen gaan schuiven.
•
Bij reductoren met circulatiesmering (optie: LC, LCX) moet de motorpomp elke 3 maanden worden
gestart. Voor dit doel mag de reductor of de pomp niet DOL (direct online) worden gebruikt. De
snelheid moet geleidelijk toenemen tot 50 % van het nominale toerental op het typeplaatje om te
hoge drukwaarden in de pomp en in het smeerleidingsysteem tijdens een koude start te
voorkomen.
•
Controleer regelmatig de interne conservering. De onderdelen moeten bevochtigd zijn met olie.
3.2.3
Opslag en stilstandsperiode van meer dan 9 maanden
Opslag voor 2 tot 3 jaar is mogelijk onder bepaalde voorwaarden. De opgegeven opslagduur is slechts
een richtwaarde. De werkelijk mogelijke opslagduur is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
Neem naast de volgende maatregelen ook de paragrafen 3.2.1 "Algemene maatregelen"en 3.2.2
"Opslag en stilstandsperiode van meer dan 3 maanden"in acht.
Reductoren kunnen gereed voor langdurige opslag worden geleverd. Deze reductoren zijn volledig
gevuld met smeermiddel, hebben VCI-anticorrosiemiddel als additief in de reductorolie of zijn gevuld
met een kleine hoeveelheid VCI-concentraat. U vindt de relevante informatie op een sticker op de
behuizing.
Toestand van de motorreductor en de opslagruimte gedurende opslag voor lange termijn voor
de inbedrijfstelling:
•
Bewaar
de
reductor
temperatuurschommelingen.
B 2050 nl-3921
bij
een
temperatuur
3 Vervoer, opslag, montage
tussen
-5°C
en
+40°C
zonder
sterke
33