Afbeelding21: Motorzwaartepunt
Procedure voor het monteren van een motor met een standaard klauwkoppeling (Rotex®)
Let ook op de aparte documentatie van de koppeling.
Raadpleeg bij gebruik van een ander type koppeling de montageprocedure in de documentatie van de
betreffende fabrikant.
1. Reinig de motoras en de flensoppervlakken van de motor en adapter. Controleer deze op schade.
Controleer de montagematen en toleranties van de motor en de adapter.
2. Plaats de koppelingshelft op de motoras zodat de spie van de motor in de groef van de
koppelingshelft valt wanneer deze wordt aangetrokken.
3. Trek de koppelingshelft op de motoras volgens de instructies van de motorfabrikant. Positioneer de
koppelingshelft volgens de opdrachtspecifieke tekening van de koppeling. Staat hierover geen
informatie in de tekening, lijn dan de koppelingshelft gelijk uit met het aseinde van de motoras.
4. Maak de tapbout nat met borglijm (bijv. Loctite 242 of Loxeal 54-03) en borg de koppelingshelft met
de tapbout. Draai de tapbout vast met het juiste aanhaalmoment (zie hoofdstuk 7.4
"Aanhaalmomenten van bouten").
B 2050 nl-3921
Afbeelding 22: Montage van de koppeling op de motoras
3 Vervoer, opslag, montage
Legenda
1:
Motorzwaartepunt
53