Afbeelding 24: Koeldeksel met gemonteerde koelslang (principeweergave)
Verwijder voor de montage de afdichtpluggen van de aansluitingen en spoel de koelslang door zodat
er geen verontreinigingen in het koelsysteem kunnen komen. Verbind vervolgens de aansluitingen
met het koelvloeistofcircuit. De doorstroomrichting van de koelvloeistof is willekeurig.
3.17 Installatie van een extern koelsysteem (optie: CS1-X, CS2-X)
GEVAAR
Explosiegevaar
•
Alleen voor gebruik in een explosieve atmosfeer goedgekeurde en gemarkeerde
koelsystemen mogen daarvoor worden gebruikt. De markering daarvan volgens
ATEX moet met de gegevens van de ontworpen installatie of machine
overeenkomen.
•
Het koelaggregaat mag alleen in combinatie met een temperatuurbewaking
(PT100) worden gebruikt.
•
Neem de door NORD beschikbaar gestelde speciale ATEX-documentatie in acht.
De externe koelsystemen zijn uitsluitend bedoeld voor het koelen van het reductorsmeermiddel, niet
voor de smering van de reductor.
Informatie
Er kunnen ook andere aansluitingsposities worden voorzien. Bij combinatie van een circulatiesmering
met een extern koelsysteem moeten de druk- en zuigleidingen worden aangesloten tussen de
circulatiesmering en de koeleenheid. De aansluitingsposities vindt u op het opdrachtgerelateerde
maatblad.
Sluit het koelsysteem aan volgens de Afbeelding25. Breng geen wijzigingen aan in de
voorgemonteerde slangleidingen zonder voorafgaand overleg met NORD.
Meer informatie over het koelsysteem en de besturing vindt u in de instructies van de fabrikant van het
koelsysteem. De technische grenswaarden in de documentatie van de fabrikant zijn leidend.
B 2050 nl-3921
3 Vervoer, opslag, montage
Legenda
1:
Koelslang
57