3.12 Montage van de afdekkap, luchtgeleidingsplaat (optie: H, H66, FAN, MF..,
MS...)
GEVAAR
Explosiegevaar door beschadigde, slepende afdekkappen
•
Onderzoek de afdekkappen vóór montage op transportschade, zoals bijv. deuken
en vervormingen.
•
Gebruik geen beschadigde afdekkappen.
Afdekkappen worden afhankelijk van het toepassingsgebied om de volgende redenen gebruikt:
•
Persoonsbescherming (bescherming tegen roterende machineonderdelen) (optie: H)
•
Bescherming van reductoronderdelen (bijv. afdichtingen) in geval van een hoge stofconcentratie
(optie: H66)
NORD-ventilatorkappen en luchtschotten zorgen voor een professionele luchttoevoer voor de reductor
(FAN-optie).
OPGELET
Beschadiging van de reductor door onjuiste montage
•
De ventilator mag de ventilatorkap niet raken.
Informatie
•
Houd de ventilatorkap en de luchtgeleidingsplaat stofvrij.
•
Verwijder hardnekkig vuil van het ventilatorwiel, de ventilatorkap en het beschermrooster met een
harde borstel.
•
Gebruik nooit een hogedrukreiniger om de ventilatorkap, de geleideplaten en het beschermrooster
te reinigen.
Gebruik alle bevestigingsschroeven. Borg de bevestigingsschroeven door ze nat te maken met
borglijm zoals Loctite 242 of Loxeal 54-03. Draai de bevestigingsschroeven vast met het juiste
aanhaalmoment (zie hoofdstuk 7.4 "Aanhaalmomenten van bouten").
B 2050 nl-3921
3 Vervoer, opslag, montage
51