20
De camera programmeren (time-
lapse)
20.1 Algemeen
U kunt de camera programmeren om periodiek beelden op te slaan (time-lapse).
20.2 Procedure
Volg deze procedure:
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Opnamemodus) en druk op de navigatieknop. Hierna verschijnt een
submenu.
3. Selecteer
(Time-lapse).
4. Druk op de navigatietoets. Er verschijnt nu een dialoogvenster waarin u de opslag-
condities kunt instellen:
• Interval opslaan: gebruik de navigatieknop om het tijdsinterval tussen elk opgesla-
gen beeld in te stellen.
• Totaal aantal afbeeldingen: periodiek opslaan stopt wanneer het ingestelde aantal
beelden is opgeslagen.
Opm. Als u '∞' selecteert, zal de camera afbeeldingen blijven opslaan totdat de
geheugenkaart vol is of totdat u de time-lapse handmatig stopt.
5. Druk op de navigatietoets. Hiermee sluit u het dialoogvenster.
6. Het tijdsinterval wordt boven aan het scherm weergegeven.
7. Om de time-lapse (periodiek opslaan) in te schakelen, drukt u op de knop Opslaan.
8. Om de time-lapse handmatig te stoppen, drukt u op de knop Opslaan.
9. Zodra de time-lapse is voltooid, wordt een informatievenster weergegeven. Druk op
een willekeurige knop of raak het scherm aan om terug te keren naar het live-beeld.
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL
84