Download Print deze pagina

Laserzender En -Ontvanger; Verschil In Positie - FLIR T5 Series Gebruikershandleiding

Advertenties

9
Onderdelen van de camera
Opm.
• De laser wordt ingeschakeld door een instelling. Selecteer
raatinstellingen > Lamp en laser > Lamp en laser aan.
• Het symbool
verschijnt op het scherm wanneer de laser is ingeschakeld.
• De camera kan worden geconfigureerd om automatisch de afstand te meten wanneer
een beeld wordt opgeslagen. Selecteer
geheugen > Meet afstand. met deze instelling wordt de parameter Objectafstand (zie
paragraaf 17.5 De metingsparameters wijzigen, pagina 66) in de beeldgegevens au-
tomatisch bijgewerkt met de gemeten afstand wanneer een beeld wordt opgeslagen.
(Dit is niet van invloed op de instelling Objectafstand in de live-modus.)
• Als de doelreflectie laag is of als het doel in een hoek staat ten opzichte van de laser-
bundel, is er mogelijk geen retoursignaal en kan de afstand niet worden gemeten.
• De laserafstandsmeter is wellicht niet op alle markten beschikbaar.

9.4.2 Laserzender en -ontvanger

1. Laserontvanger.
2. Laserzender.

9.4.3 Verschil in positie

Deze afbeelding laat het verschil in positie zien tussen de laserzender en het optische
midden van de infraroodlens. De laserzender en de optische as lopen parallel.
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL
(Instellingen) > Appa-
(Instellingen) > Opties voor opslaan en
21

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E seriesE75E85E95