18
Werken met kleuralarmen en isothermen
18.1.4 Bouwisothermen
Opm. De condensatie- en isolatiealarmen worden niet door alle cameramodellen
ondersteund.
18.1.4.1 Over het Alarm condensatie
Voor het detecteren van gebieden met mogelijke vochtproblemen kunt u het Alarm con-
densatie gebruiken. U kunt de relatieve vochtigheid instellen waarboven de isotherm het
beeld met een kleur weergeeft.
18.1.4.2 Over het Alarm isolatie
Het Alarm isolatie kan gebieden in het gebouw detecteren waar mogelijk sprake is van
isolatiefouten. De isotherm wordt geactiveerd als het isolatieniveau (op de camera wordt
dit de thermische index genoemd) daalt onder een vooraf ingestelde waarde voor de
energie die door de muur lekt.
Verschillende bouwverordeningen bevelen verschillende waarden voor het isolatieniveau
aan, maar gebruikelijke waarden zijn 60–80% voor nieuwe gebouwen. Raadpleeg voor
de aanbevelingen uw nationale bouwverordeningen.
18.1.4.3 Condensatie- en isolatiealarmen instellen
Volg deze procedure:
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Kleur) en druk op de navigatieknop. Hierna verschijnt een submenu.
3. Gebruik het navigatietoetsenblok om een van de volgende opties te selecteren:
•
(Alarm condensatie).
•
(Alarm isolatie).
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL
76