26
Instellingen wijzigen
26.1 Algemeen
U kunt diverse instellingen in de camera wijzigen. Dit gebeurt via het menu Opties.
Het menu Instellingen bevat het volgende:
• Verbindingen.
• Temperatuurbereik camera.
• Opties voor opslaan en geheugen.
• Apparaatinstellingen.
26.1.1 Verbindingen
• Wi-Fi: met deze instelling worden Wi-Fi-netwerken gedefinieerd. Raadpleeg para-
graaf 24 Wi-Fi configureren, pagina 90 voor meer informatie.
• Bluetooth: deze instelling definieert de Bluetooth-connectiviteit. Raadpleeg paragraaf
23 Koppelen van Bluetooth-apparaten, pagina 89 voor meer informatie.
26.1.2 Temperatuurbereik camera
Voor nauwkeurige temperatuurmetingen moet u de instelling Temperatuurbereik camera
aanpassen aan de te verwachten temperatuur van het object dat u inspecteert.
Beschikbare temperatuurbereikopties zijn afhankelijk van het cameramodel. De eenheid
(℃ of ℉) hangt af van de instelling voor temperatuureenheid, zie paragraaf 26.1.4 Appa-
raatinstellingen, pagina 96.
26.1.3 Opties voor opslaan en geheugen
• Voorbeeld afb. vóór opslaan: met deze instelling wordt gedefinieerd of een voorbeeld
wordt weergegeven voordat het beeld wordt opgeslagen.
• Commentaar toev. na opsl: met deze instelling wordt gedefinieerd of een hulpmiddel
voor tekstcommentaar wordt weergegeven wanneer een beeld is opgeslagen. De vol-
gende opties zijn beschikbaar:
◦ Opslaan: er wordt geen hulpmiddel voor commentaar weergegeven.
◦ Opslaan en opmerking toevoegen: het hulpmiddel voor tekstcommentaar wordt
weergegeven.
◦ Opslaan en tabel toevoegen: het hulpmiddel voor tabelcommentaar wordt
weergegeven.
◦ Opslaan en spraakcommentaar toevoegen: het hulpmiddel voor spraakcommen-
taar wordt weergegeven.
◦ Opslaan en schets toevoegen: het hulpmiddel voor schetscommentaar wordt
weergegeven.
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL
95