12
Omgaan met de camera
12.10 Externe apparaten en opslagmedia
aansluiten
12.10.1 Algemeen
U kunt de volgende externe apparatuur en opslagmedia op de camera aansluiten:
• Een SD-geheugenkaart.
• Een computer om beeld- en videobestanden naar en van de camera te verplaatsen,
via een USB-C-naar-USB-A-kabel of een USB-C-naar-USB-C-kabel.
• Een videomonitor of projector, via een USB-C-naar-HDMI-adapter.
• Een USB-batterijlader.
Opm. Gebruik geen geheugenkaart die eerder is gebruikt in een ander type camera.
De camera's organiseren bestanden mogelijk anders op de geheugenkaart, waardoor
gegevens verloren kunnen gaan als dezelfde geheugenkaart wordt gebruikt in verschil-
lende typen camera.
12.10.2 Figuur
12.10.3 Uitleg
1. USB-C-kabel.
2. SD-geheugenkaart.
3. LED-Indicator die aangeeft dat de geheugenkaart bezig is.
Opm.
• Werp de geheugenkaart niet uit wanneer deze LED knippert.
• Sluit de camera niet op een computer aan wanneer deze LED knippert.
Opm. Druk bij het sluiten van de klep van het connectorvak stevig langs de randen van
de klep, zodat deze goed aansluit.
12.11 Bestanden naar een computer
verplaatsen
12.11.1 Algemeen
Wanneer u een afbeelding of videoclip in het beeldarchief van de camera opslaat, wordt
het bestand op de geheugenkaart opgeslagen.
U kunt de camera aansluiten op een computer met een USB-C-naar-USB-A-kabel of
een USB-C-naar-USB-C-kabel. Zodra dit is gebeurd, kunt u de beeld- en videobestan-
den van de geheugenkaart naar de computer verplaatsen.
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL
34