12
Omgaan met de camera
2. Druk op de twee ontgrendelknoppen en verwijder de batterij uit de camera.
12.3 De camera in- en uitschakelen
• Druk op de aan/uit-knop
om de camera in te schakelen.
• Houd de aan/uit-knop
gedurende meer dan 0,5 seconde ingedrukt om de camera
uit te schakelen.
Opm. Schakel de camera niet uit door de batterij te verwijderen.
12.4 De hoek van de lens aanpassen
12.4.1 Figuur
29
#T810253; r. AB/43583/43592; nl-NL