Veiligheidsinstructies
2.1
Informatie voor de verantwoordelijken voor de installatie
Deze motor is een onvolledige machine in de zin van de richtlijn 2006/42/EG ("Machinerichtlijn")
en is in overeenstemming met de toepasselijke vereisten inzake de veiligheid en de bescherming
van de gezondheid van deze richtlijn, inclusief de beschermdoelen van de richtlijn 2014/35/EU
("Laagspanningsrichtlijn") betreffende elektrische gevaren, ontworpen en gebouwd. Hij is
voorzien voor gebruik in industriële installaties. Bij het gebruik van de motor buiten de Europese
Unie moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen. Gelieve de plaatselijke en
branchegebonden veiligheids- en opbouwvoorschriften te volgen.
De voor de installatie verantwoordelijke personen moeten voor het volgende instaan:
• Uitsluitend gekwalificeerd personeel mag installaties ontwerpen en ontwikkelen waar deze
machine deel van uitmaakt, en mag de machine bedienen en er werkzaamheden aan
uitvoeren.
• De bedieningshandleiding is bij alle werkzaamheden steeds beschikbaar.
• De technische gegevens en informatie m.b.t. de toelaatbare montage-, aansluitings-,
omgevings- en bedrijfsvoorwaarden en de overige veiligheidsgerelateerde gegevens en
aanwijzingen n deze bedieningshandleiding worden consequent in acht genomen.
• de specifieke installatie- en veiligheidsvoorschriften en het gebruik van persoonlijke
veiligheidsuitrusting in acht worden genomen.
Opmerking
Gebruik bij plannings-, montage-, inbedrijfstellings- en servicewerkzaamheden de
ondersteuning en de diensten van het bevoegde Service Center (Pagina 13).
Deze machine is volgens de richtlijn 2014/34/EU ("Richtlijn explosiebeveiliging") ontworpen,
gebouwd, gecontroleerd en is voorzien voor gebruik in explosiegevaarlijke, industriële
omgevingen (volgens de gegevens op het kenplaatje).
Inbedrijfstelling in explosiegevaarlijke omgevingen
Neem de machine pas in bedrijf als de conformiteit van de installatie met de betreffende
geldige richtlijn is bevestigd.
Bij gebruik van de machine volgt u bovendien de toepasselijke nationale voorschriften met
betrekking tot explosiebeveiliging.
2.2
De 5 veiligheidsregels
Voor uw persoonlijke veiligheid en om materiële schade te voorkomen, dient u bij alle
werkzaamheden altijd de veiligheidsrelevante aanwijzingen in acht te nemen. Volg ook de 5
veiligheidsregels volgens EN 50110‑1 "Werken in spanningsvrije toestand" in de genoemde
volgorde.
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
2
19