Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgave
02/2022
BEDIENINGSHANDLEIDING
SIMOTICS DP, GP, SD
Laagspanningsmotoren
Synchroonmotoren 1FZ ashoogte 280
www.siemens.com/drives

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS DP Series

  • Pagina 1 Uitgave 02/2022 BEDIENINGSHANDLEIDING SIMOTICS DP, GP, SD Laagspanningsmotoren Synchroonmotoren 1FZ ashoogte 280 www.siemens.com/drives...
  • Pagina 3 Inleiding Veiligheidsinstructies Omschrijving SIMOTICS DP, GP, SD Voorbereiding voor gebruik Laagspanningsmotoren 1FZ ashoogte 280 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfname Bedrijf Onderhoud Reserveonderdelen Verwijdering Service & Support Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten 02/2022 A5E51698715A...
  • Pagina 4 De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding..............................9 Over deze bedieningshandleiding ..................9 My support .......................... 9 Veiligheidsinstructies .......................... 11 Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie ............11 De 5 veiligheidsregels ......................11 Gekwalificeerd personeel ....................12 Veilig gebruik van elektrische machines................12 Werkzaamheden aan machines met permanente magneten ..........14 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek .........................
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 3.3.11 Lakkering........................... 27 Voorbereiding voor gebruik......................... 29 Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie ........29 Bedrijfstype respecteren..................... 29 Machines zonder deklak..................... 29 Levering ..........................29 Transport en opslag ......................30 4.5.1 Veiligheidsinstructies voor het transport................30 4.5.1.1 Bewegen van de rotor induceert elektrische spanningen.............
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Machine uitlijnen en bevestigen..................54 5.5.1 Maatregelen voor het uitlijnen en bevestigen ..............55 5.5.2 Vlakheid van de aanligvlakken voor voetmotoren ............... 56 5.5.3 Behuizingvoetsteunen (speciale uitvoering) ............... 56 Machine monteren ......................56 5.6.1 Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop ..............56 5.6.2 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen............
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 7.1.3 Bedrijf aan de omvormer....................80 7.1.4 Isolatieweerstand en polarisatieindex................. 80 7.1.5 Koeling van de machine controleren .................. 80 7.1.6 Externe ventilator in bedrijf nemen ..................81 7.1.7 Overige documentatie ....................... 82 7.1.8 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur..........82 Inschakelen ........................
  • Pagina 9 Werkzaamheden aan machines met permanente magneten ..........127 11.6 Permanente magneten verwijderen.................. 128 11.7 Componenten verwijderen....................128 Service & Support ..........................131 Siemens Industry Online Support ..................131 Overige documentatie ..................... 132 Technische gegevens......................... 133 Aanhaalmomenten ......................133 B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen................133...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave B.1.2 Klembord en aarding ....................... 134 B.1.3 Aansluitkasten, lagerschilden, aardleiders, plaatventilatorkappen ........134 B.1.4 Aanhaalmomenten bijkomende aansluitklemmen ............134 Kwaliteitsdocumenten........................135 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS ................135 Index ..............................137 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 11: Inleiding

    Onder volgende link vindt u een omvangrijk hulpaanbod en meer informatie. My Support Links en Tools U kunt uw persoonlijke bibliotheek, bv. voor uw documentatie op basis van de Siemens-content individueel samenstellen en aanpassen voor uw eigen machinedocumentatie. 1FZ ashoogte 280...
  • Pagina 12 Later logt u in met uw aanmeldgegevens. Met de volgende werkwijze kunt u uw persoonlijke bibliotheek onder "mySupport" aanleggen. Voorwaarde U bent in "Siemens Industry Online Support", hierna "SIOS" genoemd, geregistreerd en ingelogd. Siemens Industry Online Support (https://support.industry.siemens.com/cs/de/en/) Werkwijze voor het aanleggen van een persoonlijke bibliotheek 1.
  • Pagina 13: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen.
  • Pagina 14: Gekwalificeerd Personeel

    Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gekwalificeerd personeel Alle werken aan de machine mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel gebeuren. Gekwalificeerd personeel in de zin van deze documentatie zijn personen die aan de volgende voorwaarden voldoen: • Ze zijn op grond van hun opleiding en ervaring in staat om in het betrokken activiteitsgebied risico's te herkennen en mogelijke gevaren te vermijden.
  • Pagina 15: Gevaar Voor Brandwonden Door Hete Oppervlakken

    Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voordat u werkzaamheden aan de machine uitvoert. •...
  • Pagina 16: Werkzaamheden Aan Machines Met Permanente Magneten

    Veiligheidsinstructies 2.5 Werkzaamheden aan machines met permanente magneten Werkzaamheden aan machines met permanente magneten Bij machines in gemonteerde toestand met permanente magneten bevindt het magneetveld zich in de magnetische kring van de machine. Om deze reden bevindt zich buiten de machine geen aantoonbaar magneetveld met nadelige gevolgen voor de gezondheid.
  • Pagina 17: Elektromagnetische Velden Bij Het Gebruik Van Installatie Uit De Elektrische Energietechniek

    Veiligheidsinstructies 2.8 Elektrostatisch bedreigde modules Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek Installaties van de elektrische energietechniek genereren tijdens het bedrijf elektromagnetische velden. De machine kan in zijn onmiddellijke omgeving levensgevaarlijke storingen doen ontstaan in medische implantaten zoals pacemakers. Gegevens op magnetische of elektronische gegevensdragers kunnen verloren gaan.
  • Pagina 18: Elektromagnetische Compatibiliteit

    Veiligheidsinstructies 2.11 Beïnvloeding van het stroomnet bij sterk ongelijkvormig draaimoment • Leg de modules uitsluitend neer op geleidende en geaarde ondergronden. • Bewaar en transporteer elektronische modules en onderdelen alleen in geleidende verpakking, bijv. – Gemetalliseerde verpakkingen uit kunststof of metaal –...
  • Pagina 19: Stoorspanningen Bij Bedrijf Aan De Frequentieomvormer

    Veiligheidsinstructies 2.13 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten 2.12 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Stoorspanningen bij bedrijf aan de omvormer Bij bediening op de omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op. Bij motoren met geïntegreerde sensoren (bijv.
  • Pagina 20 Veiligheidsinstructies 2.13 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 21: Omschrijving

    Omschrijving Toepassingsgebied WAARSCHUWING Explosiegevaar Deze machine is niet ontworpen voor het gebruik in omgevingen met explosiegevaar. Als ze in deze omgevingen wordt gebruikt, kan er een explosie ontstaan. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Gebruik deze machine niet in een omgeving met explosiegevaar. De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen.
  • Pagina 22: Omvormerbedrijf

    Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Gebruik geen machines zonder UKCA-markering in Groot-Brittannië (Engeland, Wales en Schotland). Gebruik van machines zonder EAC-markering EAC-machines zijn op het kenplaatje gekentekend en zijn bedoeld voor gebruik binnen de douaneunie van Eurazië. Gebruik binnen de douaneunie Eurazië geen machines zonder EAC-markering. 3.1.1 Omvormerbedrijf Aandrijving...
  • Pagina 23 Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Positie Omschrijving Positie Omschrijving Productievestiging Nominaal toerental min Voorschriften (optioneel) Rendementklasse Firmalogo Rendement Scheepsvoorschrift Koppel Nm (optioneel) Machineserie-type Servicefactor (optioneel) Mechanische gegevens Bedrijfstype (optioneel) Bouwgrootte Stilstandverwarming (optioneel) Bouwvorm CODE: Motor-Code-Nummer voor de parameterinstelling (optio‐ neel) Beschermingsklasse Omvormergegevens Machinegewicht kg Servicefactor Ampère (optioneel) Warmteklasse...
  • Pagina 24: Opbouw

    Omschrijving 3.3 Opbouw Opbouw 3.3.1 Voorschriften douane-unie Eurazië standaard De voorschriften en normen die de basis vormen voor de uitleg en controle van deze machine vindt u op het typeplaatje. De uitvoering van de machine voldoet principieel aan de volgende normen: Tabel 3-1 Toegepaste algemene voorschriften...
  • Pagina 25: Machines Met Ventilator

    Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.3.2 Machines met ventilator Eigen ventilatie (standaard): Koelmethode IC 411 volgens EN / IEC 60034-6 Aan de NDE-zijde van de behuizing van de stator is een ventilatorkap voor de geleiding van de buitenlucht aangebracht. De buitenlucht wordt door openingen in de ventilatorkap aangezogen en stroomt axiaal via de buitenste koelribben van de behuizing.
  • Pagina 26: Lagers

    Omschrijving 3.3 Opbouw Oppervlaktekoeling door relatieve beweging van de koellucht: Koelmethode IC 418 volgens EN / IEC 60034-6 IC418 IC4A1A8 Afbeelding 3-2 IC418 3.3.4 Lagers Voor de ondersteuning en positiegeleiding van de machine-as in het vaststaande machinedeel worden wentellagers aan DE- en NDE-kant gebruikt. Een zijde heeft hierbij de functie van het vaste lager dat axiale en radiale krachten van de draaibare machine-as overdraagt op het vaststaande machinedeel.
  • Pagina 27 Omschrijving 3.3 Opbouw Tabel 3-2 Bouwvorm Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B3 (IM 1001) IM V5 (IM 1011) IM V6 (IM 1031) IM B6 (IM 1051) IM B7 (IM 1061) IM B8 (IM 1071) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐...
  • Pagina 28: Veiligheidsklasse

    Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave IM B35 (IM 2001) IM B34 (IM 2101) 3.3.7 Veiligheidsklasse De veiligheidsklasse van de machine staat aangegeven op het typeplaatje. De machine kan in een stoffige of vochtige omgeving worden geplaatst. 3.3.8 Omgevingsomstandigheden Grenswaarden voor standaarduitvoering Relatieve luchtvochtigheid bij omgevingstempera‐...
  • Pagina 29: Bijkomende Inrichtingen

    Omschrijving 3.3 Opbouw • Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers • Teruglooprem Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Bijkomende inrichtingen Volgens de bestelling kunnen verschillende extra inrichtingen zoals bijv. temperatuursensoren worden in- of aangebouwd, bijv. voor de controle van de lagers of voor de controle van de wikkeling.
  • Pagina 30 Omschrijving 3.3 Opbouw 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 31: Voorbereiding Voor Gebruik

    De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Meld zichtbare gebreken / onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
  • Pagina 32: Transport En Opslag

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Bewaar de meegeleverde veiligheids- en inbedrijfstellingsinstructies alsmede de optionele bedieningshandleiding op een toegankelijke plek. Het vermogensplaatje dat optioneel los bij de levering is gevoegd, is voorzien van de machinegegevens en kan aanvullend op of bij de machine of de installatie worden aangebracht. Transport en opslag 4.5.1 Veiligheidsinstructies voor het transport...
  • Pagina 33: Gevaar Door Beschadigde Aanslagpunten

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag • Gebruik draadgeleidings- of spreidinrichtingen. • Tenzij anders aangegeven in de transportgegevens transporteert u de machine in de positie die overeenkomt met haar bouwvorm. Gevaar door beschadigde aanslagpunten • Controleer de aan de machine aangebrachte aanslagpunten, bijv. hijsogen of ringbouten op mogelijke schade.
  • Pagina 34: Bewegen Van De Rotor Induceert Elektrische Spanningen

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Gevaar door vallen van de machine De aanslagpunten van de machine zijn alleen voor het gewicht van de machine ontworpen. Als een machinegroep aan één enkele machine wordt opgehesen en getransporteerd, kunnen de aanslagpunten breken.
  • Pagina 35: Opslag

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Afhankelijk van de transportafstand en de grootte wordt de machine anders verpakt. Wanneer niet speciaal contractueel geregeld, voldoet de verpakking aan de verpakkingsrichtlijnen van de ISPM (internationale norm voor plantbeschermingsmaatregelen). Neem de op de verpakking aangebrachte symbolen in acht. Ze hebben de volgende betekenis: Boven Breekbare Tegen...
  • Pagina 36: Condenswaterboring

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Condenswaterboring Aanwezige condenswaterboringen voor het aftappen van condenswater dienen afhankelijk van de omgevingscondities ten minste elke 6 maanden te worden geopend. Opslagtemperatuur Toegestaan temperatuurbereik: -20 °C tot +50 °C Maximaal toegestane luchtvochtigheid: 60 % Voor machines die specifiek zijn uitgevoerd voor afwijkende omgevingstemperatuur tijdens gebruik of afwijkende installatiehoogte, kunnen voor de opslagtemperatuur andere voorwaarden gelden.
  • Pagina 37: Rotor Beveiligen

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.4 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een vergrendeling voor de rotor uitgerust. Zij beschermt de rotor tegen schade door schokken bij het transport of de opslag. LET OP Motorschade door trillingen Als de vergrendeling van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen of tijdens de opslag worden beschadigd.
  • Pagina 38: Alternatieve Rotorvergrendeling

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling • Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. ① ② Huls Asschroef en schijf Afbeelding 4-1 Axiale bevestiging van de rotor Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment 40 Nm...
  • Pagina 39: Inbedrijfstelling Na Opslag

    Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.5 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.5.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: •...
  • Pagina 40: Koeling Waarborgen

    Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. • Hinder de ventilatie niet. •...
  • Pagina 41 Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale waarde “x” voor de afstand tussen naburige modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte [mm] 63 ... 71 80 ...
  • Pagina 42: Vergrendelingsschakelaar Voor Stilstandverwarming

    Voorbereiding voor gebruik 4.10 Grenswaarden voor het toerental Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. • Gebruik een vergrendelingsschakeling die bij het inschakelen van de machine de stilstandverwarming uitschakelt.
  • Pagina 43: Systeemeigen Frequenties

    Voorbereiding voor gebruik 4.12 Elektromagnetische compatibiliteit Schade aan de machine door te hoge toerentallen Te hoge toerentallen kunnen tot vernieling van de machine leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. • Stel de besturing zodanig in, dat te hoge toerentallen worden vermeden. •...
  • Pagina 44: Storingsbestendigheid

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer Storingsbestendigheid De machines voldoen in principe aan de vereisten inzake de storingsbestendigheid conform EN / IEC 61000-6-2. Bij machines met geïntegreerde sensoren (bijv. PTC-weerstanden) moet de exploitant door de juiste keuze van de sensorsignaalkabels (evt. met afscherming, aansluiting zoals bij machinevoedingskabels) en analyse-apparatuur zelf voor een toereikende storingsbestendigheid zorgen.
  • Pagina 45: Ingangsspanning Omvormer

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer 4.13.2 Ingangsspanning omvormer Het isolatiesysteem van de SIMOTICS LV-machines overtreft duidelijk de specificaties van de belastingscategorie C (IVIC C = sterk). Als zich hogere spanningspieken dan volgens IVIC C kunnen voordoen, neem dan contact op met het Service Center. •...
  • Pagina 46: Geïsoleerd Lager Bij Bedrijf Aan De Omvormer

    • Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van Siemens. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
  • Pagina 47 Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer ① ④ Werkmachine Geïsoleerd lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ Koppeling Afbeelding 4-2 Principiële weergave van de individuele aandrijving LET OP Lagerschade De lagerisolering mag niet worden overbrugd. Door stroomgeleiding kunnen de lagers worden beschadigd.
  • Pagina 48: Grenstoerentallen In De Omvormermodus

    Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer 4.13.5 Grenstoerentallen in de omvormermodus Let op de gegevens voor de grenstoerentallen op het typeplaatje. 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 49: Montage

    Montage Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 50: Bewegen Van De Rotor Induceert Elektrische Spanningen

    Montage 5.3 Montage voorbereiden Bewegen van de rotor induceert elektrische spanningen Gevaar door geïnduceerde spanningen Het draaien van de rotor induceert elektrische spanningen in de stator. Het aanraken van statoraansluitingen kan dodelijk of zwaar lichamelijk letsel als gevolg hebben. • Controleer voor het begin van elk werk aan de machine of de installatie volgens de voorschriften tegen ongewild draaien van de rotor is beveiligd.
  • Pagina 51: Schade Aan Gemonteerde Onderdelen Door Hoge Temperaturen

    Montage 5.3 Montage voorbereiden Schade aan gemonteerde onderdelen door hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen bij de klant, bijvoorbeeld leidingen uit niet hittebestendig materiaal, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. • Temperatuurgevoelige onderdelen mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
  • Pagina 52: Isolatieweerstand En Polarisatie-Index Van De Wikkeling Controleren

    Montage 5.3 Montage voorbereiden 5.3.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na de meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index van de...
  • Pagina 53: Grenswaarden Voor De Isolatieweerstand Van De Wikkeling

    Montage 5.3 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C / MΩ...
  • Pagina 54: De Polarisatie-Index Meten

    Montage 5.3 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger.
  • Pagina 55: Machine Plaatsen

    Montage 5.4 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.4.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geëigende montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2.
  • Pagina 56: Voetmontage

    Montage 5.5 Machine uitlijnen en bevestigen LET OP Beschadiging van de machine Het niet in acht nemen van de volgende aanwijzingen kan leiden tot materiële schade: • De aan zijde van de aandrijving (DE-zijde) gemonteerde IM B3 - lagerschild met ingebouwde afstandsring wordt alleen als transportbeveiliging gebruikt.
  • Pagina 57: Maatregelen Voor Het Uitlijnen En Bevestigen

    Montage 5.5 Machine uitlijnen en bevestigen • vermijd starre koppelingen. • herstel beschadigingen van de lak onmiddellijk en deskundig. 5.5.1 Maatregelen voor het uitlijnen en bevestigen De volgende maatregelen zijn nodig om de onnauwkeurige radiale uitlijning van de beide koppelingshelften te compenseren en om de elektrische machine tegenover de arbeidsmachine horizontaal te justeren: •...
  • Pagina 58: Vlakheid Van De Aanligvlakken Voor Voetmotoren

    Montage 5.6 Machine monteren 5.5.2 Vlakheid van de aanligvlakken voor voetmotoren Ashoogte Vlakheid ≤ 132 0,10 0,15 ≥ 180 0,20 5.5.3 Behuizingvoetsteunen (speciale uitvoering) Let op dat de maat C bij de positie van de aansluitkast aan NDE-zijde (optie H08) van de EN 50347 kan afwijken.
  • Pagina 59: Horizontale Bouwvorm Met Voeten

    Montage 5.6 Machine monteren Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 133) 5.6.2.2 Horizontale bouwvorm met voeten 1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en van de fabrikant van de koppeling. 2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen parallel en zonder verspringing verlopen.
  • Pagina 60: Verticale Bouwvorm Met Flens

    Montage 5.6 Machine monteren 4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden boven de schroefdraadboringen liggen. 5. Plaats de machine volledig aan de tegenflens zodat deze volledig aansluit. 6. Fixeer de machine met de flensbevestigingsbouten en vervang de stabouten als laatste. 5.6.2.4 Verticale bouwvorm met flens De standaardflens is met een centrering uitgevoerd.
  • Pagina 61: Aanbevolen Precisie Bij Het Uitlijnen

    Montage 5.6 Machine monteren 5.6.4 Aanbevolen precisie bij het uitlijnen De benodigde maatnauwkeurigheid bij het uitlijnen is in belangrijke mate afhankelijk van de configuratie van de totale machinestreng. Neem bij het uitlijnen van de machine de vereiste maatnauwkeurigheid van de koppelingsfabrikant in acht. Tabel 5-2 Aanbevolen nauwkeurigheid bij het uitlijnen Toerental...
  • Pagina 62: Aandrijfelementen Optrekken

    Montage 5.6 Machine monteren WAARSCHUWING Letselgevaar door ondeskundige montage of demontage Bij bedrijf zonder opgetrokken afdrijfelementen, zoals koppelingen etc. kan de inlegspie eruit worden geslingerd. Volg de noodzakelijke maatregelen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Volg de algemeen noodzakelijke maatregelen voor de contactbescherming van de afdrijfelementen.
  • Pagina 63 Montage 5.6 Machine monteren Lostrekken van de aandrijfelementen Aanbrengen van de aandrijfelementen Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center (Pagina 131) of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
  • Pagina 64 Montage 5.6 Machine monteren Bij alle vierpolige machines met een frequentie van ≥ 60 Hz geldt het volgende: • Als de koppelingsnaaf korter is dan de inlegspie, kort de inlegspie dan in. • Het zwaartepunt van de koppelingshelft moet binnen de lengte van het aseinde liggen. •...
  • Pagina 65: Elektrische Aansluiting

    Elektrische aansluiting Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 66: Machine Aansluiten

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten Zie ook Aanhaalmomenten (Pagina 133) Opmerking Servicecenter Neem contact op met het Servicecenter (Pagina 131) als u ondersteuning bij de inbedrijfstelling nodig heeft. Machine aansluiten Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria: •...
  • Pagina 67: Aansluitkast

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 6.2.1 Aansluitkast GEVAAR Gevaarlijke spanning Bij elektrische machines zijn hoge spanningen aanwezig. Deze kunnen bij ondeskundige omgang dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Schakel de machine spanningsvrij voordat u met de werkzaamheden aan de aansluitkast begint.
  • Pagina 68: Klemaanduiding

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 6.2.1.3 Klemaanduiding Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de volgende definities: Tabel 6-1 klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1 1 Benaming Kencijfer voor onderverdeelde wikkeling, voor zover dit van toepassing is. Speciaal geval voor pooltoewijzing bij machines met omschakelbare polen.
  • Pagina 69: Vrij Uitgevoerde Aansluitkabels

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 6.2.1.6 Vrij uitgevoerde aansluitkabels WAARSCHUWING Gevaar voor kortsluiting en spanning Als de aansluitleidingen tussen de onderdelen van de behuizing en de afdekplaat beklemd raken, kan kortsluiting optreden. Dit kan zwaar of dodelijk letsel of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. •...
  • Pagina 70: Minimum Luchtafstanden

    Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten De uiteinden van de geleiders dienen zodanig te worden geïsoleerd dat de resterende isolatie bijna tot aan de kabelschoen reikt. Opmerking De stroombestendige verbinding wordt gewaarborgd door een direct contact tussen de kabelschoenvlakken en de contactmoer resp. contactschroef. 6.2.1.9 Minimum luchtafstanden Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde...
  • Pagina 71: Inbouwpositie Van De Plaatmoer Bij Schroefkoppelingen

    Elektrische aansluiting 6.3 Aanhaalmomenten Schroefkoppelingen met reducties en (plaat-) moer (EN 50262) ① Moer ② O-ring 6.2.2.1 Inbouwpositie van de plaatmoer bij schroefkoppelingen ② O-ring ③ Inbouwpositie van de plaatmoer Schroefverbindingen met aansluitschroefdraad in de aansluitkast (EN 50262) ② O-ring Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 133) in acht.
  • Pagina 72: Kabelinvoeren, Afsluitstoppen En Schroefdraadadapter

    Elektrische aansluiting 6.4 Aardingsgeleider aansluiten 6.3.1 Kabelinvoeren, afsluitstoppen en schroefdraadadapter Let bij de montage op de volgende aanwijzingen: • Voorkom schade aan de kabelmantel. • Pas de aanhaalmomenten aan het materiaal van de kabelmantel aan. Let op de documentatie voor de aanhaalmomenten van de kabelinvoeren en afsluitstoppen voor directe aanbouw aan de machine en andere schroefverbindingen (bijv.
  • Pagina 73: Aansluittype Aardgeleider

    Elektrische aansluiting 6.4 Aardingsgeleider aansluiten 6.4.2 Aansluittype aardgeleider Type aarding van de behuizing Kabeldoorsnede mm² … 10 Aansluiting van een enkele ader onder externe aardklem. … 25 Aansluiting met DIN-kabelschoen onder externe aardklem. DIN 46 234 Binnenste aardaansluiting Neem bij het aansluiten het volgende in acht: •...
  • Pagina 74: Aansluiting Temperatuursensor / Stilstandverwarming

    Elektrische aansluiting 6.6 Kabelaansluiting Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding.
  • Pagina 75: Type Aderaansluiting

    Elektrische aansluiting 6.6 Kabelaansluiting Tabel 6-4 Max. kabelaansluiting Ashoogte Max. aansluitbare kabeldoorsnede mm² 63 ... 90 2,5 met kabelschoen 100 ... 112 160 ... 180 16,0 25,0 35,0 met kabelschoen 250 ... 280 120,0 240,0 6.6.1 Type aderaansluiting Klembord Ader- door- snede mm²...
  • Pagina 76: Aluminiumleider Aansluiten

    Elektrische aansluiting 6.7 Omvormer aansluiten 6.6.2 Aluminiumleider aansluiten Als u aluminium geleiders gebruikt, let dan ook het volgende: • Gebruik alleen voor de aansluiting van aluminium geleiders geschikte kabelschoenen. • Verwijder de oxidelaag aan de contactpunten op de geleider en/of op het tegenstuk vlak voor het aanbrengen van de aluminiumgeleider.
  • Pagina 77: Afsluitende Maatregelen

    Elektrische aansluiting 6.8 Afsluitende maatregelen Tabel 6-6 Maximale spanningspieken aan de motorklemmen voor machines speciaal voor omvormerbedrijf Nominale motorspanning Maximale spanningspieken op de motorklemmen Û Û Tussenkring U Leider-leider Leider-aarde ≤ 500 V 1600 1400 > 500 V tot 690 V 2200 1500 1080...
  • Pagina 78 Elektrische aansluiting 6.8 Afsluitende maatregelen 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 79: Inbedrijfname

    Inbedrijfname Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 80 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Controleer na de montage en voor de inbedrijfstelling van de installatie het volgende: • De machine is niet beschadigd. • De machine is correct volgens de voorschriften gemonteerd en uitgelijnd. • De aandrijfelementen zijn afhankelijk van het type correct ingesteld. Bijv.
  • Pagina 81: Mechanische En Elektrische Controle

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.2 Mechanische en elektrische controle Levensgevaar door spanning aan de motorklemmen bij draaiende rotor Door de permanente magneten in de rotor is in de motor continu een magnetische stroom aanwezig. Bij elke draaibeweging van de rotor treedt elektrische spanning aan de motorklemmen op.
  • Pagina 82: Bedrijf Aan De Omvormer

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.3 Bedrijf aan de omvormer Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. •...
  • Pagina 83: Externe Ventilator In Bedrijf Nemen

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Voorbereiding voor gebruik (Pagina 29) 7.1.6 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine. De vreemde ventilator is slechts voor een draairichting geschikt. Controles voor de eerste testrun Voer voor de eerste testrun de volgende controles uit: •...
  • Pagina 84: Overige Documentatie

    Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.7 Overige documentatie Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. 7.1.8 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in.
  • Pagina 85: Inschakelen

    Inbedrijfname 7.2 Inschakelen Inschakelen Maatregelen bij de inbedrijfstelling Na montage of revisie worden voor de normale inbedrijfname van machines de volgende maatregelen aanbevolen: • Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze niet voortijdig uit. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 86: Testrun

    Inbedrijfname 7.2 Inschakelen 7.2.1 Testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moeten absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 87 Inbedrijfname 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. –...
  • Pagina 88 Inbedrijfname 7.2 Inschakelen 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 89: Bedrijf

    Bedrijf Let bij alle werken aan de machine op het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 90: Storingen Tijdens Bedrijf

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Storingen tijdens bedrijf Aan volgende veranderingen tegenover de normale toestand erkent u dat de functie van de machine negatief werd beïnvloed. • Hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen. • Ongewone geluiden of geuren. • Aanspreken van de bewakingsinrichtingen. Deze veranderingen kunnen storingen veroorzaken die direct of indirect de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade als gevolg kunnen hebben.
  • Pagina 91: Oververhitting Door Stilstandverwarming

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Licht ontvlambare en brandbare stoffen Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. •...
  • Pagina 92: Veiligheidsaanwijzing Voor De Verluchting

    Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting 8.1.1.1 Veiligheidsinstructie voor externe ventilatie (optioneel) Externe ventilatie (optioneel): Methoden van koeling IC 416 volgens IEC / EN 60034-6 WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden Het gebruik van de machine zonder externe ventilatoren leidt tot oververhitting. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 93: Machine Inschakelen

    Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Machine inschakelen 1. Rijd de machine indien mogelijk zonder last aan en controleer de looprust. 2. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten. LET OP Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende traagheidsmoment.
  • Pagina 94 Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Langdurige stilstandtijden • Neem bij langere bedrijfspauzen (> 1 maand) de machine geregeld in gebruik, bijvoorbeeld een keer per maand of draai minimaal de rotor rond. • Verwijder de eventueel aanwezige kleminrichting van de rotor bij de machine voordat u de rotor draait.
  • Pagina 95: Stilstandschade Aan De Wentellager Vermijden

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.5.1 Stilstandschade aan de wentellager vermijden Bij langere bedrijfspauzes kan dezelfde of nagenoeg dezelfde rustpositie van de rotor in de wentellagers tot stilstandschade resp. standmarkeringen of corrosievorming leiden. • Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf. Draai minstens meerdere keren de rotor door.
  • Pagina 96: Elektrische Storingen Van Luchtgekoelde Machines

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.2 Elektrische storingen van luchtgekoelde machines Opmerking Bij optreden van elektrische storingen bij het bedrijf van de machine aan een omvormer moet u ook de bedieningshandleiding van de frequentie-omvormer in acht nemen. Tabel 8-1 Elektrische storingen ↓ Motor start niet ↓...
  • Pagina 97: Mechanische Storingen

    Bedrijf 8.6 Storingen 8.6.3 Mechanische storingen Tabel 8-2 Mechanische storingen ↓ Slepend geluid ↓ Radiale schommelingen ↓ Axiale schommelingen Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen Omlopende delen slijpen Stel de oorzaak vast en stel de delen bij. Onevenwicht van de rotor of van de kop‐ Ontkoppel de rotor of de koppeling en stel ze bij.
  • Pagina 98: Storingen Aan De Externe Ventilator

    Bedrijf 8.6 Storingen Lagerspeling te groot Neem contact op met het Servicecenter. Lager is gecorrodeerd Vervang de lager. Controleer de afdichtingen. Te veel vet in de lager Verwijder overtollig vet. Verkeerd vet in de lager Gebruik het juiste vet. Afbladderpunten in de loopbaan Vervang de lager.
  • Pagina 99: Onderhoud

    Onderhoud Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
  • Pagina 100: Lakschade Verbeteren

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.1.2 Lakschade verbeteren Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd. Opmerking Lakopbouw Neem contact op met het Service Center voor u de lakschade bijwerkt. Daar verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de lakschade.
  • Pagina 101: Gevaren Bij Het Reinigen Met Perslucht

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Gevaren bij het reinigen met perslucht Bij het reinigen van machineonderdelen met perslucht kunnen losse onderdelen of vuildeeltjes wegvliegen en letsel veroorzaken. • Installeer een geschikte afzuiging. • Draag een persoonlijke beschermuitrusting, zoals veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen, beschermend pak.
  • Pagina 102: Eerste Inspectie Na Montage Of Reparatie

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Opmerking Inspectie-instructies • Neem vooral de van de inspectie-intervallen afwijkende nasmeerintervallen voor wentellagers in acht. • Bij een inspectie is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machines te demonteren. De machine moet voor de eerste keer worden gedemonteerd, wanneer de lagers worden vernieuwd.
  • Pagina 103: Hoofdinspectie

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.4 Hoofdinspectie Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan. Voer na ca. 16 000 bedrijfsuren, uiterlijk na twee jaar, de volgende controles uit: Tabel 9-2 Controles bij de hoofdinspectie Controle Tijdens Bij stil‐ bedrijf stand Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
  • Pagina 104: Onderhoudsintervallen

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.6 Onderhoudsintervallen Neem het volgende in acht om storingen vroegtijdig te herkennen en te verhelpen om gevolgschade te vermijden: • Onderhoud de machine regelmatig en zorgvuldig. • Inspecteer de machine. • Voor een revisie van de machine uit. LET OP Uitval van de machine Storingen of overbelasting van de machine kunnen materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 105: Reiniging

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Vetsoorten voor standaardmotoren (IP55) UNIREX N3 - Fa. ESSO. Opmerking Het vermengen van verschillende vetsoorten is niet toegestaan. Bij langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur van het lager. Controleer bij opslag langer dan 12 maanden de toestand van het vet. Indien door de controle ontoliën of vervuiling van het vet wordt vastgesteld, moet voor de inbedrijfname direct worden nagesmeerd.
  • Pagina 106: Reinig De Ventilatorkap Van Machines Voor De Textielindustrie

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Beschadigingen van de machine bij het reinigen met perslucht of waterstralen • Richt geen perslucht of waterstralen in de richting asuitvoer of machineopeningen. • Voorkom directe inwerking van perslucht en waterstralen op afdichtingselementen van de machine.
  • Pagina 107: Isolatieweerstand En Polarisatieindex

    Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.11 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: •...
  • Pagina 108: Reparatie

    Onderhoud 9.3 Reparatie Externe ventilator onderhouden Vuil- en stofafzettingen op het loopwiel en de motor, vooral in de spleet tussen het loopwiel en het inlaatmondstuk, kunnen de werking van de externe ventilator verstoren. • Verwijder de vuil- en stofafzettingen geregeld, afhankelijk van de plaatselijke vervuilingsgraad.
  • Pagina 109: Wentellager

    Onderhoud 9.3 Reparatie 3. Beschadigingen aan de lak en ook aan bouten herstellen. 4. Benodigde maatregelen voor aanhouden van de veiligheidsklasse in acht nemen. 5. Schuimstofafdekking in leiding niet vergeten. Gaten helemaal afsluiten en aanliggen van leidingen tegen scherpe randen vermijden. Zie ook Aansluitkasten, lagerschilden, aardleiders, plaatventilatorkappen (Pagina 134) 9.3.1...
  • Pagina 110: Lagerinzetstukken

    Onderhoud 9.3 Reparatie Opmerking Bijzondere bedrijfsvoorwaarden Het aantal bedrijfsuren neemt af, bijv. • Bij loodrechte plaatsing van machines: • Grote oscillatie- of stootbelastingen. • Frequent omkeerbedrijf. • Hogere omgevingstemperatuur. • Hogere toerentallen etc. ① verwarmen 80 ... 100 °C 9.3.1.1 Lagerinzetstukken De lagers tegen indringend vuil en vocht beschermen.
  • Pagina 111: Lagers Monteren

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.1.2 Lagers monteren Lagerafdichting Neem de volgende details in acht: • Voor het afdichten van de machines aan de rotoras worden asafdichtingsringen gebruikt. – Neem bij gebruik van V-ringen de montagematen in acht. • Gebruik de voorgeschreven lagers. •...
  • Pagina 112 Onderhoud 9.3 Reparatie Opmerking Verdere informatie over de montage van de wentellagers vindt u in de catalogus of de informatie van de wentalagerfabrikant. Handelwijze 1. Vervang beschadigde onderdelen. 2. Verwijder de verontreinigingen aan de onderdelen. Verwijder vetresten en restanten van afdichtmiddelen of vloeibare schroefbeveiliging.
  • Pagina 113: Montagemaat "X

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.2 Montagemaat "x" Montagemaat "x" van de V-ringen Ashoogte [mm] 63 ... 71 4,5 ±0,6 Standaard design 80 ... 112 6 ±0,8 132 ... 160 7 ±1 180 ... 225 11 ±1 250 ... 315 13,5 ±1,2 Speciaal design •...
  • Pagina 114 Onderhoud 9.3 Reparatie • Trek de ventilator gelijkmatig van de as door de drukschroef van de poelietrekker aan te draaien. • Vermijd hamerslagen om de rotoras, de ventilator en de lagers niet te beschadigen. • Bij schade nieuwe onderdelen bestellen. Metalen ventilator •...
  • Pagina 115: Beschermdak

    Onderhoud 9.3 Reparatie ② 4. Til voorzichtig nog 2 klikopeningen los en de verwijder aansluitend de kap. 5. Zorg ervoor, dat hierbij de klikopeningen niet worden beschadigd. Bij beschadigde klikopeningen dienen nieuwe onderdelen te worden besteld. Beschermdak Beschermdaken met afstandsbouten resp. met geschroefde hoeksteunen. Het geforceerd verwijderen of scheiden kan schade veroorzaken aan de afstandsbouten, de verbindingselementen van de hoeksteunen of de ventilatorkap.
  • Pagina 116: Beschermdak, Draai-Impulsgever Onder Beschermdak Monteren

    Onderhoud 9.3 Reparatie Kunststof ventilatorkap ashoogte 80 ... 200 • De markeringslijn op de rand van de kap op één lijn uitrichten met de middelste behuizingsrib in het verlengde van de sokkel van de aansluitkast. • Centreer de kap door deze axiaal op de uitsparingen van de behuizing resp. de nokken van het lagerschild te schuiven.
  • Pagina 117: Montage Overige Instructies

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.8 Montage overige instructies • Breng alle (extra) typeplaatjes op hun oorspronkelijke positie aan. • Elektrische leidingen indien nodig vastzetten. • Controleer alle aandraaimomenten, ook van de niet losgemaakte bouten. 9.3.9 Optionele aanbouwdelen Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Hier vindt u bijkomende bedieningshandleidingen: Service &...
  • Pagina 118: O-Ringafdichting

    Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.10 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O- ringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten. Vervang de beschadigde O- afdichtringen. O-ringafdichtringen kunnen bv. op de volgende onderdelen aanwezig zijn: •...
  • Pagina 119: Reserveonderdelen

    • Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/) Opmerking De grafische voorstellingen in dit hoofdstuk zijn principiële voorstellingen van de basisuitvoeringen. Ze dienen voor de definitie van de onderdelen. De geleverde uitvoering kan in details van deze voorstellingen afwijken.
  • Pagina 120: Vervanging Van Wentellagers

    Reserveonderdelen 10.4 Onderdeelgroepen Zie ook Handleiding voor Spares on Web (https://www.weblogx.siemens.de/SoWHilfe_HS/motors/en/) 10.3 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk. Beide tekens staan vermeld op het smeerplaatje en in de machinedocumentatie of zijn op het ingebouwde lager af te lezen.
  • Pagina 121: Voorbeeld Van Een Bestelling

    De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
  • Pagina 122: Machine-Onderdelen

    Reserveonderdelen 10.6 Machine-onderdelen 10.6 Machine-onderdelen 10.6.1 Onderdelenlijsten On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 1.00 Lager DE-zijde Aansluitkast, compleet 1.30 Bout 5.43 Invoerplaat 1.31 Veerring 5.44 Bovendeel van aansluitkast 1.32 Bout 5.45 Behuizing 1.33 Moer 5.46 Bout 1.40 Lagerplaat 5.47 Bout 1.43...
  • Pagina 123 Reserveonderdelen 10.6 Machine-onderdelen On‐ Omschrijving On‐ Omschrijving der‐ der‐ deel deel 4.12 Moer 5.92 Deksel van aansluitkast 4.18 Vermogensplaatje 5.93 Afdichting 4.19 Plaatschroef of kerfnagel 5.94 Bout 4.20 Afdekking 5.95 Bovendeel van aansluitkast 4.30 Contacthoek 5.96 Afsluitstop 4.31 Aardingshoek 5.97 Moer 4.35 Schijf...
  • Pagina 124: Normdelen

    Reserveonderdelen 10.7 Normdelen 10.7 Normdelen 10.7.1 Normdelen Tabel 10-1 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 3.02 DIN 471 1.32 DIN 939 6.02 7.12 1.49 EN ISO 4017 4.11 6.12 DIN 472 4.39 5.60 5.61...
  • Pagina 125: Opengewerkte Tekeningen

    Reserveonderdelen 10.8 Opengewerkte tekeningen 10.8 Opengewerkte tekeningen 10.8.1 1FZ ashoogte 280 Opengewerkte tekening als PDF benodigd met aanduiding van de reserveonderdelen en genormeerde delen, zie bijvoorbeeld hier 1LE7: 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 126 Reserveonderdelen 10.8 Opengewerkte tekeningen 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 127: Verwijdering

    Verwijdering De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
  • Pagina 128: Demontage Voorbereiden

    Verwijdering 11.4 Machine demonteren 11.3 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp.
  • Pagina 129: Werkzaamheden Aan Machines Met Permanente Magneten

    Verwijdering 11.5 Werkzaamheden aan machines met permanente magneten 11.5 Werkzaamheden aan machines met permanente magneten Bij machines in gemonteerde toestand met permanente magneten bevindt het magneetveld zich in de magnetische kring van de machine. Om deze reden bevindt zich buiten de machine geen aantoonbaar magneetveld met nadelige gevolgen voor de gezondheid.
  • Pagina 130: Permanente Magneten Verwijderen

    Verwijdering 11.7 Componenten verwijderen 11.6 Permanente magneten verwijderen Als de motor volledig ingesmolten wordt, hoeven de permanente magneten niet separaat te worden verwijderd. Verwijder alle leidingen voor het smelten. Demagnetiseren van de motor Als de motor gedemonteerd en uit elkaar genomen wordt, dan moeten de permanente magneten gedemagnetiseerd worden.
  • Pagina 131: Hulpstoffen En Chemicaliën

    Verwijdering 11.7 Componenten verwijderen Scheid de onderdelen voor de recyclage volgens de volgende categorieën: • Staal en ijzer • Aluminium • Gemengd metaal, bv. wikkelingen De isolatie van de wikkeling wordt bij de recyclage van koper verast. • Isolatiematerialen • Kabels en leidingen •...
  • Pagina 132 Verwijdering 11.7 Componenten verwijderen 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 133: Service & Support

    (www.siemens.com/yourcontact) Siemens-Support voor onderweg Mit de app "Siemens Industry Online Support" hebt u altijd en overal toe‐ gang tot meer dan 300.000 documenten van de Siemens Industry-Produk‐ te. De app ondersteunt u onder meer in volgende toepassingsgebieden: •...
  • Pagina 134: A.2 Overige Documentatie

    Service & Support A.2 Overige documentatie Overige documentatie Bedieningshandleidingen kunnen via de volgende internetpagina's worden opgeroepen: http://support.industry.siemens.com (Pagina 131) 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 135: Technische Gegevens

    Productinformatie voor uw motor volgens ErP-richtlijn 2019/1781 vindt u in de configurator voor aandrijftechniek. Als u het bestelnummer van de motor ingeeft, vindt u daar technische documentatie zoals databladen, karakteristieken en CAD-tekeningen over uw motor: www.siemens.com/dt-configurator Aanhaalmomenten B.1.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen •...
  • Pagina 136: B.1.2 Klembord En Aarding

    Technische gegevens B.1 Aanhaalmomenten Afwijkende aanhaalmomenten De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor boutborgingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen. B.1.2 Klembord en aarding Tabel B-2 Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen aan het klembord en aarding Schroefdraad ∅...
  • Pagina 137: Kwaliteitsdocumenten

    Kwaliteitsdocumenten Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kwaliteitsdocumenten vindt u hier: https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/ps/13310/cert (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13310/cert) 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 138 Kwaliteitsdocumenten C.1 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 139: Index

    Selectie, 64 Aardingssysteem, 44 Afvalverwijdering Chemicaliën, 129 Onderdelen, 128 Fijnuitlijning, 57 Aluminiumgeleider, 74 Funderingskrachten, 56 App "Siemens Industry Online Support", 131 Axiale kracht, 61 Axiale spleet, 57 Gehoorschade, 13 Geïsoleerd lager, 44 Geïsoleerde koppeling, 45 Balanceertype, 59 Gekwalificeerd personeel, 12...
  • Pagina 140 Montage Eerste inspectie, 100 Schakelschema, 65 Wentellager, 109 Schroefkeuze, 56 Montage voorbereiden, 48 Service op locatie, 131 Siemens Industry Online Support App, 131 SIMOTICS Digital Data, 117 Spanningvoerende delen, 12 Nasmeerinrichting, 37 Spares on Web, 117 Noodstop, 91 Standaardflens, 57...
  • Pagina 141 Index Storingsbestendigheid, 16 Systeemresonanties, 41 Tandemaandrijving, 45 Te hoge toerentallen, 29 Technical Support, 131 Testrun, 84 Toerentalsperbereiken, 40 Trillingswaarden, 41, 85 Uitlijnen, 57 Uitrichten, 58 Uitzetting van de machine, 57 Veiligheidsinstructies Brandbare stoffen, 13 Roterende delen, 12 Spanningvoerende delen, 12 Stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, 13 Warme oppervlakken, 13 Vergrendelingsschakelaar...
  • Pagina 142 Index 1FZ ashoogte 280 Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A...
  • Pagina 144: Meer Informatie

    Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Simotics gp seriesSimotics sd series

Inhoudsopgave