Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Machine Voor De Werkmachine Uitlijnen En Bevestigen (Im B3/ Im B35) - Siemens SIMOTICS XP Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SIMOTICS XP Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Looprust
Voorwaarden voor een rustige, trillingsarme loop volgens DIN 4024 zijn:
– Stabiele trillingsvrije vormgeving van de fundering
– Nauwkeurig uitrichten van de werkmachine
– Een uitgebalanceerde aangedreven element overeenkomstig de uitbalancering van de
Respecteer de max. toegelaten trillingswaarden tijdens het bedrijf volgens ISO 10816-3.
Vermijd in het hele toerentalbereik niet toegestane trillingen als gevolg van bijv. onbalans
(aangedreven element), externe trillingsbronnen of resonanties.
Het kan nodig zijn om de machine met het aandrijfelement of
systeemresonantieverschuiving volledig uit te balanceren.
• Voetbevestiging / flensbevestiging
– Maak voor de voet- en flensbevestiging van de machine op de fundering resp. op de
– Bevestig de machine op vier rechthoekig tot elkaar aangebrachte voet- resp.
– Kies bij IM B14-flenzen de juiste schroeflengte.
– Zorg ervoor, dat de schroefkoppen volledig aanliggen. Gebruik aanvullende vlakke
5.4.3
Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM B3/ IM B35)
1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitlijnen van de werkmachine en van
de fabrikant van de koppeling.
2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving ten opzichte van de werkmachine zodanig uit
dat de middellijnen van de assen in bedrijfswarme toestand parallel en zonder verspringing
verlopen. Daardoor werden er tijdens het bedrijf geen bijkomende krachten in op de
lageringen.
Bij verschillende thermische groei van motor en aangedreven machine koppelt u in de koude
toestand met een bijbehorende uitlijnafwijking. De uitlijnafwijking die in koude toestand
moet worden ingesteld, moet door de systeemverantwoordelijke bepaald en aangegeven
worden.
3. Leg voor uitlijning in verticale richting (x→0) grote, dunne platen onder de machinevoeten.
Gebruik zo weinig mogelijk platen. Dit betekent dat er zo weinig mogelijk hulpstukken op
elkaar mogen worden gestapeld. Daarmee wordt het vastzetten van de machines vermeden.
Gebruik de voorhanden zijnde schroefdraad voor afdrukbouten, om de machine wat op te
tillen.
Met name bij hoge motortoerentallen of bij het gebruik van starre koppelingen hebben de
balanstoestand van de as (balanceren met hele spie of halve spie) en uitlijnfouten vooral
gevolgen voor de levensduur van de lagers.
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
motor (koppeling, riemschijven, ventilator, ...)
machineflens gebruik van de voorgeschreven schroefdraadgrootte in EN 50347 of
IEC 60072-1 of IEC 60072-2.
flensboorgaten. De keuze voor de sterkte van de bevestigingselementen ligt bij de klant.
Voor de bevestigingselementen wordt een sterkteklasse geadviseerd van 8.8 of hoger.
schijven (ISO 7093), met name bij ovalen gaten voor de voetsteunen.
5.4 Machine uitlijnen en bevestigen
Montage
69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave