Technische gegevens
A.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen
Voorbeelden van gebruik
De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor volgende toepassingsgevallen:
• Geval A
Voor elektrische aansluitingen waarbij het toegestane aanhaalmoment over het algemeen is
begrensd door het materiaal van de bouten en/of de belastbaarheid van de isolatoren,
uitgezonderd stroomrailverbindingen volgens geval B.
• Geval B
Voor bouten in componenten met een geringe stevigheid, bv. aluminium of voor bouten van
de sterkteklasse 4.8/5.6 volgens ISO 898-1.
• Geval C
Voor schroeven uit de sterkteklasse 8.8, A4-70 of A4-80 conform ISO 898-1, echter
uitsluitend in combinatie met bouwdelen met een hogere stevigheid, bijv. gietijzer, staal of
gietstaal.
Opmerking
Afwijkende aanhaalmomenten
De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor
schroefverbindingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen
staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen.
Indien er geen andere aandraaimomenten worden aangegeven, gelden de waarden in de
volgende tabellen.
Tabel A-2
Aandraaimomenten voor schroeven op aansluitkasten, eindplaten, aardleiderschroefverbindingen
Schroefdraad ∅
M3,5
Nm
min.
0,8
max.
1,2
166
M4
M5
M6
2
3,5
6
3
5
9
M8
M10
M12
16
28
46
24
42
70
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
M16
M20
110
225
165
340
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450