Pagina 4
De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Webpagina's van derden ....................11 Documentatie SIMOTICS ....................11 Service en support ......................13 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web ..............13 1.4.2 Siemens Industry Online Support voor onderweg ............... 13 1.4.3 Feedback over de technische documentatie................ 14 1.4.4...
Pagina 7
Inhoudsopgave Montage .............................. 51 Veiligheidsaanwijzingen voor de montage................51 Montage voorbereiden....................... 52 5.2.1 Voorwaarden voor de montage ..................52 5.2.2 Isolatieweerstand....................... 53 5.2.2.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex................. 53 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren ........54 Machine plaatsen....................... 57 5.3.1 Montageplek voorbereiden ....................
Pagina 8
Inhoudsopgave 6.6.1 Kabelaansluittype ashoogte 280 ..................76 6.6.2 Kabelaansluittype ashoogte 315 ... 355................77 6.6.3 Aluminiumleider aansluiten ....................78 Omvormer aansluiten ......................78 Afsluitende maatregelen ....................79 Inbedrijfstelling ........................... 81 Maatregelen voor de inbedrijfstelling ................. 81 7.1.1 Mechanische en elektrische controle .................. 82 7.1.2 Bedrijf aan de omvormer....................
Pagina 9
Inhoudsopgave Inspectie en onderhoud ....................100 9.3.1 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie en onderhoud ............100 9.3.1.1 Veiligheidsaanwijzingen tijdens het bedrijf - Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken........................100 9.3.2 Inspectie bij storingen...................... 102 9.3.3 Eerste inspectie na montage of reparatie................102 9.3.4 Hoofdinspectie ........................
Inleiding Over SIMOTICS Beschrijving SIMOTICS is de Siemens-productfamilie van de elektromotoren voor het complete motorspectrum in de digitale industrie. Over dit handboek 1.2.1 Inhoud Om de mogelijke toepassingsgebieden van onze producten aanschouwelijker te maken, staan in deze productdocumentatie en in de online-help typische toepassingsgevallen vermeld. Deze zijn uitsluitend als voorbeelden bedoeld en houden geen verklaring in over de geschiktheid van...
Dit document bevat aanbevelingen van derde producten Siemens kent de principiële geschiktheid van deze derde producten. U kunt gelijkwaardige producten van andere fabrikanten gebruiken. Siemens neemt geen garantie op zich voor de gesteldheid van producten van derden. 1.2.2 Doelgroep Beschrijving Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor: •...
Webpagina's van derden Beschrijving Dit document kan hyperlinks bevatten naar webpagina's van derden. Siemens heeft geen zeggenschap over de inhoud of over andere kenmerken van deze websites en is in geen geval aansprakelijk of verantwoordelijk voor de inhoud ervan. Siemens controleert de informatie op deze websites niet en is evenmin verantwoordelijk voor de inhoud en informatie die op deze...
Pagina 14
Inleiding 1.3 Documentatie SIMOTICS De documentatie is onderverdeeld in de volgende categorieën: Tabel 1-1 Documentatie SIMOTICS / SIMOGEAR- / SINAMICS Informatie Documentatieklas‐ Inhoud Doelgroep Overkoepelende in‐ Handboek voor de Regels, richtlijnen en hulpmiddelen Planners, projectontwerpers formatie projectplanning voor de projectplanning van produc‐ ten, systemen of installaties.
1.4 Service en support Service en support 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web Beschrijving Via Siemens Industry Online Support (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/) vindt u onder meer: • Productondersteuning • Forum voor wereldwijde uitwisseling van informatie en ervaringen voor gebruikers en specialisten •...
Feedback over de technische documentatie Beschrijving Uw vragen, suggesties en correcties met betrekking tot de technische documentatie zijn altijd welkom. Gebruik hiervoor de link "Feedback sturen" in de Siemens Industry Online Support aan het einde van een bericht. Afbeelding 1-2 Aanvragen en feedback 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ...
Documentation Beschrijving Met het webgebaseerde systeem "mySupport Documentation" kunt u uw documentatie op basis van de Siemens-content individueel samenstellen en aanpassen voor uw eigen machinedocumentatie. U start de toepassing via de tegel "My Documentation" op de mySupport homepage (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/my):...
1.4.6 Training Beschrijving SITRAIN – Digital Industry Academy biedt een omvangrijk trainingsaanbod voor de Siemens Industrieproducten – direct van de fabrikant, voor alle bedrijfstakken en toepassingen, voor alle kennisniveaus van beginner tot expert. Meer informatie vindt u op internet op het volgende Adres (https://www.siemens.com/...
Inleiding 1.5 Belangrijke productinformatie Belangrijke productinformatie 1.5.1 Reglementair gebruik/voorzienbaar verkeerd gebruik Correct gebruik van de machines De machines zijn bedoeld voor industriele installaties. Deze voldoen aan de geharmoniseerde normen uit de reeks EN / IEC 60034 (VDE 0530) Het gebruik in Ex-omgevingen is verboden, voor zover de markering op de machine een gebruik in het net resp.
Veiligheidsinstructies Informatie voor de verantwoordelijken voor de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de elektrische machine buiten de Europese Gemeenschap moeten de nationale voorschriften worden nageleefd.
Veiligheidsinstructies 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Gekwalificeerd personeel Alle werken aan de machine mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel gebeuren. Gekwalificeerd personeel in de zin van deze documentatie zijn personen die aan de volgende voorwaarden voldoen: • Ze zijn op grond van hun opleiding en ervaring in staat om in het betrokken activiteitsgebied risico's te herkennen en mogelijke gevaren te vermijden.
Veiligheidsinstructies 2.5 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voordat u werkzaamheden aan de machine uitvoert. •...
Veiligheidsinstructies 2.6 Elektrostatisch bedreigde modules Installaties van de elektrische energietechniek genereren tijdens het bedrijf elektromagnetische velden. De machine kan in zijn onmiddellijke omgeving levensgevaarlijke storingen doen ontstaan in medische implantaten zoals pacemakers. Gegevens op magnetische of elektronische gegevensdragers kunnen verloren gaan. •...
Veiligheidsinstructies 2.9 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer De noodzakelijke ESD-beschermingsmaatregelen voor elektrostatisch bedreigde onderdelen zijn in de onderstaande tekeningen weergegeven: a = geleidende vloer b = ESD-tafel c = ESD-schoenen d = ESD-mantel e = ESD-armband f = aardaansluiting van de kasten Storingsbestendigheid Zorg er door de keuze van geschikte signaalleidingen en evaluatie-eenheden voor dat de stoorbestendigheid van de machine niet wordt beïnvloed.
Veiligheidsinstructies 2.10 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten 2.10 Speciale uitvoeringen en bouwvarianten Controleer bij alle werkzaamheden aan de machine eerst de machineuitvoering. Neem bij afwijkingen of onduidelijkheden onder vermelding van de typeaanduiding en het fabrieksnummer (zie vermogensplaatje) contact op met de leverancier of neem contact op met het Service Center (Pagina 13).
Omschrijving Toepassingsgebied De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen. Ze zijn ontwikkeld voor brede toepassingsgebieden in de aandrijftechniek, netbedrijf en in combinatie met frequentie-omvormers ontwikkeld. Ze worden gekenmerkt door een hoge vermogensdichtheid, robuuste constructie, lange levensduur en grote betrouwbaarheid.
Omschrijving 3.3 Opbouw Opbouw 3.3.1 Machine-uitvoering De machines uit deze serie zijn asynchrone laagspannings-draaistroomaandrijvingen met cilindrisch asuiteinde en uitsparing voor inlegspie. Leverbaar als eentourige uitvoering in diverse rendementklassen of poolomschakelbaar voor meerdere toerentallen. Bij voetmachines (bouwvorm IM B3) zijn de voetsteunen aangegoten resp. aangeschroefd. Het wijzigen van de vastgeschroefde voetsteunen van de machinebehuizing (bijv.
Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.3.1 Machines met ventilatoren Eigen ventilatie (standaard): Koelmethode IC 411 volgens EN / IEC 60034-6 Aan de NDE-zijde van de behuizing van de stator is een ventilatorkap voor de geleiding van de buitenlucht aangebracht. De buitenlucht wordt door openingen in de ventilatorkap aangezogen en stroomt axiaal via de buitenste koelribben van de behuizing.
Omschrijving 3.3 Opbouw Oppervlaktekoeling door relatieve beweging van de koellucht: Koelmethode IC 418 volgens EN / IEC 60034-6 IC418 IC4A1A8 Afbeelding 3-2 IC418 3.3.4 Lagers Voor de ondersteuning en positiegeleiding van de machine-as in het vaststaande machinedeel worden wentellagers aan DE- en NDE-kant gebruikt. Een zijde heeft hierbij de functie van het vaste lager dat axiale en radiale krachten van de draaibare machine-as overdraagt op het vaststaande machinedeel.
Pagina 32
Omschrijving 3.3 Opbouw Tabel 3-2 Bouwvorm Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B3 (IM 1001) IM V5 (IM 1011) IM V6 (IM 1031) IM B6 (IM 1051) IM B7 (IM 1061) ...
Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave IM B35 (IM 2001) IM B34 (IM 2101) 3.3.7 Veiligheidsklasse De veiligheidsklasse van de machine staat aangegeven op het typeplaatje. De machine kan in een stoffige of vochtige omgeving worden geplaatst. 3.3.8 Omgevingsomstandigheden Grenswaarden voor standaarduitvoering...
Omschrijving 3.3 Opbouw • Teruglooprem • Lage temperatuursensoren Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Bijkomende inrichtingen Volgens de bestelling kunnen verschillende extra inrichtingen zoals temperatuursensoren worden in- of aangebouwd, bijv. voor de controle van de lagers of voor de controle van de wikkeling.
De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt SIEMENS geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Reclameer bij zichtbare gebreken / bij een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Bewaar de meegeleverde veiligheids- en inbedrijfstellingsinstructies alsmede de optionele bedieningshandleiding op een toegankelijke plek. Het vermogensplaatje dat optioneel los bij de levering is gevoegd, is voorzien van de machinegegevens en kan aanvullend op of bij de machine of de installatie worden aangebracht.
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag • Gebruik draadgeleidings- of spreidinrichtingen. • Tenzij anders aangegeven in de transportgegevens transporteert u de machine in de positie die overeenkomt met haar bouwvorm. Gevaar door beschadigde aanslagpunten • Controleer de aan de machine aangebrachte aanslagpunten, bijv. lastbokken, hijsogen of ringbouten op mogelijke schade.
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag • Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan. WAARSCHUWING Levensgevaar als gevolg van vallende machine Als het hijs- of lastopnamemiddel bezwijkt, kan de machine vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.3 Opslag Buitenopslag LET OP Beschadiging van de machine In geval van ondeskundig opslag bestaat er gevaar voor materiële schade. Zorg bij externe klimatologische omstandigheden (bijv. zoute en/of stoffige, vochtige atmosfeer) voor extra bescherming van de machine. Kies een schokvrije en droge opslagplaats die tegen overstroming beveiligd is.
Pagina 40
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Opslagtijd Draai de as eenmaal per jaar, zodat permanente stilstandsmarkeringen worden voorkomen. Bij langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur (veroudering) van de lagers. Open lagers • Controleer bij open lagers (bijv. 1Z) de vettoestand bij een opslag langer dan 12 maanden. •...
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.4 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een vergrendeling voor de rotor uitgerust. Zij beschermt de rotor tegen schade door schokken bij het transport of de opslag. LET OP Motorschade door trillingen Als de vergrendeling van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen of tijdens de opslag worden beschadigd.
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling • Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment 40 Nm 80 Nm 150 Nm 230 Nm Aanhaalmomenten voor alternatieve rotorvergrendeling. •...
Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.5 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.5.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatie-index: •...
Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben, bij explosiebeveiligde machines kan een explosie ontstaan. •...
Pagina 45
Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Tabel 4-1 Luchtgeleiding Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale maat “x” voor de afstand tussen naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte 280 ... 315 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ...
Voorbereiding voor gebruik 4.9 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. • Gebruik een vergrendelingsschakeling die bij het inschakelen van de machine de stilstandverwarming uitschakelt.
Voorbereiding voor gebruik 4.12 Elektromagnetische compatibiliteit 4.10 Grenswaarden voor het toerental Gevaar als gevolg van resonanties in bepaalde toerentalbereiken Bij overkritische machines is in bepaalde toerentalbereiken resonantie voorhanden. De daaruit ontstane trillingen kunnen ontoelaatbaar groot worden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer Opmerking Omvormer • Bij gebruik op de frequentie-omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (type, ontstoringsmaatregelen, fabrikant) in sterkte verschillende storingsemissies op. • Voorkom overschrijding van de voorgeschreven grenswaarden bij het aandrijfsysteem, bestaande uit machine en omvormer.
Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer • Het grenstoerental n of n niet over- of onderschrijden. Als geen andere waarde is aangegeven, bedraagt het minimale grenstoerental n 5 Hz. De grenstoerentallen vindt u ofwel op het vermogensplaatje of op het extra vermogensplaatje of op de frequentieomvormer als grootste of kleinste toerentalwaarde.
• Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van SIEMENS. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
Pagina 51
Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer ① ④ Werkmachine Geïsoleerd lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ Koppeling Afbeelding 4-1 Principiële weergave van de individuele aandrijving LET OP Lagerschade De lagerisolering mag niet worden overbrugd. Door stroomgeleiding kunnen de lagers worden beschadigd.
Voorbereiding voor gebruik 4.13 Bedrijf aan de omvormer 4.13.5 Tandemaandrijving Als u twee motoren als zogenaamde "tandemaandrijving" achter elkaar schakelt, dan installeert u volgens de richtlijn 2014/34/EG of volgens de voorschriften die van toepassing zijn in het land waar de machine wordt opgesteld, een geïsoleerde, gekentekende koppeling tussen de motoren.
Montage Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 19). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Montage 5.2 Montage voorbereiden Verlies van conformiteit met de toegepaste richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de richtlijnen die vermeld staan op het kenplaatje of in de meegeleverde documentatiepapieren. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met de richtlijnen en doen de overeenkomstige garantie vervallen.
Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2 Isolatieweerstand 5.2.2.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatie-index: •...
Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij...
Montage 5.2 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C MΩ...
Montage 5.2 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger. De polarisatie-index meten 1.
Montage 5.3 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.3.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geschikte montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2. Controleer aan de hand van de transportdocumentatie of alle componenten van de motor beschikbaar zijn.
Montage 5.3 Machine plaatsen 5.3.3 Machine in de bouwvormen IM B15, IM B9, IM V8 en IM V9 Bouwvormen zonder lagers aan zijde van de aandrijving Deze machines beschikken aan aandrijfzijde DE niet over eigen lagers van de machine-as. De machine-as wordt door de (holle) as of koppeling van de installatie of werkmachine opgenomen. •...
Montage 5.4 Machine uitlijnen en bevestigen Machine uitlijnen en bevestigen Let bij het uitlijnen en de bevestiging op het volgende: • Let bij het monteren van de voeten en flenzen op een gelijkmatige uitlijning. • Bij wandmontage dient u de machine aan de onderzijde te stutten door bijvoorbeeld een steunlijst, of u zet de machine met een pen- en gatverbinding vast.
Montage 5.4 Machine uitlijnen en bevestigen • Looprust Voorwaarden voor een rustige, trillingsarme loop volgens DIN 4024 zijn: – Stabiele trillingsvrije vormgeving van de fundering – Nauwkeurig uitrichten van de werkmachine – Een uitgebalanceerde aangedreven element overeenkomstig de uitbalancering van de motor (koppeling, riemschijven, ventilator, ...) Respecteer de max.
Montage 5.5 Machine monteren Machine monteren 5.5.1 Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop: • Stabiele vormgeving van de fundering • Nauwkeurig uitrichten van de machine • Correcte uitbalancering van de op het aseinde op te trekken delen •...
Montage 5.5 Machine monteren 4. Let bij de positionering ook op een gelijkmatig rondlopende axiale spleet (y→0) op de koppeling. 5. Bevestig de machine op het fundament. De keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van het fundament en valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van de installatie.
Montage 5.5 Machine monteren Handelwijze De machineas moet bij het optillen horizontaal zijn, de flens moet parallel met de tegenfles uitgericht zijn, zodat klemmen en vastzetten worden vermeden. Anders kan dit de centrering schaden. 1. Vet de centreerflens met montagepasta in om de procedure te vergemakkelijken. 2.
Montage 5.5 Machine monteren 5.5.5 Aangedreven elementen monteren De rotor is statisch uitgebalanceerd. Bij aseinden met inlegspieën wordt het soort balancering aangegeven met een markering aan de kopse kant van de DE-zijde van het aseinde en op het vermogensplaatje: • Kenteken “H” betekent uitbalancering met een halve inlegspie (standaard) •...
Montage 5.5 Machine monteren Aandrijfelementen optrekken • Voorwaarden: – De koppeling resp. het afdrijfelement moet voor het specifieke geval van het bedrijf geschikt bemeten zijn. – Neem de gegevens van de fabrikant van de koppeling in acht. – Let op het juiste balanceertype van het afdrijfelement volgens het balanceertype van de rotor.
Pagina 68
Montage 5.5 Machine monteren Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus. Asuiteinden met inlegspie De inlegspieverbinding tussen as en afdrijfelement moet telkens op de juiste wijze uitgebalanceerd en gemonteerd zijn.
Elektrische aansluiting Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 19). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten Opmerking Servicecenter Neem contact op met het Servicecenter (Pagina 13) als u ondersteuning bij de inbedrijfstelling nodig heeft. Machine aansluiten • Neem de aanwijzingen in EN / IEC 60034-1 (VDE 0530-1) in acht voor het gebruik aan de limieten van de bereiken A en B, vooral wat betreft de opwarming en afwijking van de bedrijfsgegevens van de nominale gegevens op het vermogensplaatje.
Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten 6.2.2 Aansluitkast GEVAAR Gevaarlijke spanning Bij elektrische machines zijn hoge spanningen aanwezig. Deze kunnen bij ondeskundige omgang dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Schakel de machine spanningsvrij voordat u met de werkzaamheden aan de aansluitkast begint.
Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten Klemmenaanslui‐ Rechtsom U V W T1 T2 T3 ting draaiend Klemmenaanslui‐ Linksom draai‐ V U W T2 T1 T3 ting Draairichting van de motor bij aanzicht op de DE-kant 6.2.2.3 Klemaanduiding Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de volgende definities: Tabel 6-1 klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1 1 Benaming ...
Elektrische aansluiting 6.2 Machine aansluiten VOORZICHTIG Beschadigingen aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen Om materiële schade aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: • In de aansluitsokkel van de machinebehuizing mogen geen vreemde objecten, vuil en vocht voorkomen.
Elektrische aansluiting 6.3 Aanhaalmomenten 6.2.2.7 Minimum luchtafstanden Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden. Tabel 6-2 Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning U Effectieve waarde van de wisselspanning U Minimale luchtafstand ≤ 250 V ≤ 500 V...
Elektrische aansluiting 6.4 Aardingsleider aansluiten Let op de documentatie voor de aanhaalmomenten van de kabelinvoeren en afsluitstoppen voor directe aanbouw aan de machine en andere schroefverbindingen (bijv. adapter). Aardingsleider aansluiten De doorsnede van de aardleiding moet aan EN / IEC 60034-1 voldoen. Neem bovendien de installatievoorschriften in acht, bijv. volgens EN / IEC 60204-1. Een aardleiding kan in principe op twee manieren op de machine worden aangesloten: •...
Elektrische aansluiting 6.5 Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming Binnenste aardaansluiting Neem bij het aansluiten de volgende aanwijzingen in acht: • Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline; • Plaats de veerring onder de schroefkop. •...
Elektrische aansluiting 6.6 Kabelaansluiting Sluit de temperatuursensor / stilstandverwarming aan in de aansluitkast Ashoogte 250 ... 280 Ashoogte 315 Ashoogte 355 Kabelaansluiting Aansluitbare doorsneden afhankelijk van de klemgrootte evt. gereduceerd door de grootte van de kabelwartels. Tabel 6-4 Max. kabelaansluiting Ashoogte Max.
Elektrische aansluiting 6.7 Omvormer aansluiten 6.6.3 Aluminiumleider aansluiten Als u aluminium geleiders gebruikt, let dan ook het volgende: • Gebruik alleen voor de aansluiting van aluminium geleiders geschikte kabelschoenen. • Verwijder de oxidelaag aan de contactpunten op de geleider en/of op het tegenstuk vlak voor het aanbrengen van de aluminiumgeleider.
Elektrische aansluiting 6.8 Afsluitende maatregelen Tabel 6-6 Maximale spanningspieken aan de motorklemmen voor machines speciaal voor omvormerbedrijf Nominale motorspanning Maximale spanningspieken op de motorklemmen Û Û Tussenkring U Leider-leider Leider-aarde ≤ 500 V 1600 1400 > 500 V tot 690 V 2200 1500 1080 De spanningsstijgtijden van de individuele spanningssprongen in de leider-aarde-spanning aan het kabeleinde aan motorzijde mag afhankelijk van de spronghoogte de volgende waarden niet onderschrijden.
Inbedrijfstelling Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 19). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling • Monteer de afdekkingen voordat u de machine in bedrijf neemt zodat de juiste koeling van de machine is gewaarborgd. • Zorg ervoor dat de aanwezige condenswateropeningen altijd op het laagste punt van de machine zijn aangebracht. Tweede asuiteinde Als het tweede asuiteinde niet wordt gebruikt: •...
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.2 Bedrijf aan de omvormer Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. •...
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Voorbereiding voor gebruik (Pagina 33) 7.1.5 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine. De vreemde ventilator is slechts voor een draairichting geschikt. Controles voor de eerste testrun Voer voor de eerste testrun de volgende controles uit: •...
Inbedrijfstelling 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling 7.1.6 Overige documentatie Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. 7.1.7 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in.
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen Inschakelen Maatregelen bij de inbedrijfstelling Na montage of revisie worden voor de normale inbedrijfname van machines de volgende maatregelen aanbevolen: • Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 7.2.1 Testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet tot het noodzakelijke worden beperkt.
Pagina 90
Inbedrijfstelling 7.2 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. – Controleer de temperaturen van de lagers en de statorwikkeling tot het bereiken van de stationaire toestand, voor zover dit met de aanwezige meetvoorzieningen mogelijk is.
Bedrijf Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 19). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf 8.1.2 Veiligheidsinstructies tijdens het bedrijf - niet afgedekte, spanningvoerende onderdelen Gevaar door onder spanning staande delen Spanningvoerende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanrakingsbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Door het benaderen van actieve delen kunnen de minimale lucht- en kruiptrajecten mogelijk worden onderschreden.
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voor u met werkzaamheden aan de machine begint. •...
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf 8.1.3 Veiligheidsaanwijzingen in het bedrijf - stilstandverwarming Oververhitting door stilstandverwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende machine wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen en kan materiële schade ontstaan. • Gebruik een vergrendelingsschakeling die bij het inschakelen van de machine de stilstandverwarming uitschakelt.
Bedrijf 8.6 Bedrijfsonderbrekingen Deze machines zijn gemarkeerd met een waarschuwingssticker op de ventilatorkap. Machine inschakelen 1. Rijd de machine zonder last aan en controleer de looprust. 2. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten. LET OP Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende traagheidsmoment.
Bedrijf 8.6 Bedrijfsonderbrekingen Tijdens bedrijfspauzes onder normale omgevingsvoorwaarden, bijv. geen extern op de stilstaande machine inwerkende trillingen, geen verhoogde corrosiebelasting, ... zijn in het algemeen de volgende maatregelen noodzakelijk: Langdurige stilstandtijden • Neem bij langere bedrijfspauzen (> 1 maand) de machine geregeld in gebruik, bijvoorbeeld een keer per maand of draai minimaal de rotor rond.
Bedrijf 8.7 Storingen 8.6.1 Stilstandschade aan de wentellager vermijden Bij langere bedrijfspauzes kan dezelfde of nagenoeg dezelfde rustpositie van de rotor in de wentellagers tot stilstandschade resp. standmarkeringen of corrosievorming leiden. • Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf. Draai minstens meerdere keren de rotor door.
Bedrijf 8.7 Storingen 8.7.2 Elektrische storingen Opmerking Wanneer u de motor aan een omvormer hebt gekoppeld, raadpleegt u bij het optreden van een elektrische storing de bedieningshandleiding van de omvormer. Tabel 8-1 Elektrische storingen ↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ...
Bedrijf 8.7 Storingen Lagerspeling te groot Neem contact op met het Servicecenter. Lager is gecorrodeerd Vervang de lager. Controleer de afdichtingen. Te veel vet in de lager Verwijder overtollig vet. Verkeerd vet in de lager Gebruik het juiste vet.
Onderhoud Algemeen Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Omdat de bedrijfsomstandigheden zeer verschillend zijn, kunnen alleen algemene intervallen bij storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud 9.2.2 Douane-unie Eurazië (optie) Neem bij wijzigingen of reparaties aan de vermelde machines de bijbehorende bouwstandaards in acht! Deze machines zijn op het vermogensplaatje van de volgende “markings” gekentekend. Douane-unie Eurazië Eurasian Customs Union Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd.
Pagina 103
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud Gevaar door roterende delen Roterende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanrakingsbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Het aanraken van roterende delen kan vonkvlucht met ontsteking van een explosieve atmosfeer, de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg hebben.
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud Schade door vreemde voorwerpen in de machine Bij servicewerken kunnen vreemde voorwerpen zoals vuil, werktuigen of losse onderdelen zoals schroeven enz. in de machine blijven. Het gevolg daarvan kan kortsluiting, een verminderd koelvermogen, of meer lawaai bij de werking zijn. De machine kan worden beschadigd. •...
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen nodig zijn. LET OP Schade aan de machine Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden. 9.3.4 Hoofdinspectie Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan.
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud 9.3.5 Beoordeling van de walslagering Voor de beoordeling van de walslagers is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machine te demonteren. De machine moet voor de eerste keer worden gedemonteerd, wanneer de lagers worden vernieuwd. De toestand van een walslager kan met behulp van een lagertrillingsanalyse worden beoordeeld.
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud Maatregelen Bedrijfsduurintervallen Termijnen Reinigen Afhankelijk van de locale mate van vervui‐ ling Hoofdinspectie Ca. eens per 16000 bedrijfsuren Ten minste na 2 jaar Condenswater aftappen Afhankelijk van de klimatologische om‐ standigheden 9.3.7 Nasmering Zie bij machines met nasmering de specificaties van de nasmeerintervallen, vethoeveelheid, vetsoort en eventueel nog aanvullende gegevens het typeplaatje of het smeerplaatje Vetsoorten voor standaardmotoren (IP55) UNIREX N3 - Fa.
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud 9.3.8 Reiniging Reinigen van de smeerkanalen en de oudvetruimten Het verbruikte vet verzamelt zich buiten het lager in de oudvetruimte van het buitenste lagerdeksel. Verwijder het oude vet bij het vervangen van het lager. Om het vet in het smeerkanaal te kunnen verversen, moet het lagerbinnenwerk worden gedemonteerd.
Onderhoud 9.3 Inspectie en onderhoud LET OP Reductie van de veiligheidsklasse Niet afgesloten condenswateropeningen kunnen schade aan de machine veroorzaken. Om de veiligheidsklasse te handhaven, moet u na het aftappen van het condenswater alle openingen weer afsluiten. 9.3.11 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine.
Onderhoud 9.4 Reparatie Externe ventilator onderhouden Vuil- en stofafzettingen op het loopwiel en de motor, vooral in de spleet tussen het loopwiel en het inlaatmondstuk, kunnen de werking van de externe ventilator verstoren. • Verwijder de vuil- en stofafzettingen geregeld, afhankelijk van de plaatselijke vervuilingsgraad.
Onderhoud 9.4 Reparatie Opmerking Markeer voor aanvang van de demontage de bevestigingselementen en de rangschikking van de interne verbindingen. Dit maakt de latere montage eenvoudiger. Zorg ervoor, dat de uit de statorbehuizing stekende wikkelingen bij montage van de lagerplaat niet worden beschadigd. De montage van de machine moet indien mogelijk op een uitlijnplaat plaatsvinden.
Onderhoud 9.4 Reparatie • Vervang bij het wisselen van lagers de asafdichtingen. • De contactoppervlakken van de afdichtingslippen licht invetten. Opmerking Bijzondere bedrijfsvoorwaarden Het aantal bedrijfsuren neemt af, bijv. • Bij loodrechte plaatsing van machines: • Grote oscillatie- of stootbelastingen. • Frequent omkeerbedrijf. •...
Onderhoud 9.4 Reparatie 9.4.2.2 Lagerinzetstukken monteren Houd bij de montage van de lagerinzetstukken de voorgeschreven aanhaalmomenten van de schroeven aan. 9.4.2.3 Lagers monteren Lagerafdichting Neem de volgende details in acht: • Voor het afdichten van de machines aan de rotoras worden asafdichtingsringen gebruikt. –...
Onderhoud 9.4 Reparatie 3. Bereid de lagerpunten voor: – De binnenringzitting licht inoliën. – De buitenringzitting invetten met een vast smeermiddel, bijvoorbeeld met -Fretting- pasta Altemp Q NB 50. – Schuif de binnenste beschermring op de as. 4. Warm de walslager op. 5. Schuif de opgewarmde walslager aan de binnenring op de as. Vermijd slagen, omdat de lager anders wordt beschadigd.
Onderhoud 9.4 Reparatie 9.4.4 Ventilator 9.4.4.1 Demontage metalen ventilator Metalen ventilator • Ashoogte 63: Maak de beide klemschroeven M4 los zodat de ventilator vrij op de as kan draaien. • Ashoogte 71...90: Maak de stifttap M5 los zodat de ventilator vrij op de as kan draaien. •...
• Controleer alle aandraaimomenten, ook van de niet losgemaakte bouten. 9.4.10 Optionele aanbouwdelen Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Hier vindt u bijkomende bedieningshandleidingen: Siemens Industry Online Support op het web (Pagina 13) 9.4.10.1 Remaanbouw (optioneel) Tabel 9-5 Toewijzing standaardrem bij 1LE5-machines...
Onderhoud 9.4 Reparatie FDX30 KFB100 FDX40 SFB 250-SH SFB 400-SH 9.4.11 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O- ringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten. Vervang de beschadigde O- afdichtringen.
10.2 Reserveonderdelen vindt u via internet Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355 Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A...
Reserve-onderdelen 10.5 Onderdeelgroepen 10.3 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk. Beide tekens staan vermeld op het smeerplaatje en in de machinedocumentatie of zijn op het ingebouwde lager af te lezen. Vervang wentellagers alleen met identieke wentellagers.
De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
Reserve-onderdelen 10.8 Normdelen 10.8 Normdelen Tabel 10-2 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 6.02 DIN 471 6.75 EN ISO 4026 4.04 DIN 580 5.55 EN ISO 4032 1.60 DIN 625 4.39 EN ISO 4017 6.10...
Reserve-onderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.4 1LE5, 1PC4 ashoogte 315 Bouwlengte 1LE5/1PC4_ _ _ - _ _ _ 6 , 7, 8 2-polig, 4-polig De bouwlengte wordt aangegeven door de 11e plaats van het machinetype op het vermogensplaatje. 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355 Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A...
Reserve-onderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.5 Aansluitkast ashoogte 315 Bouwlengte 1LE5/1PC4_ _ _ - _ _ _ 6 , 7, 8 2-polig, 4-polig De bouwlengte wordt aangegeven door de 11e plaats van het machinetype op het vermogensplaatje. 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355 Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A...
Reserve-onderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.6 1LE5, 1PC4 ashoogte 315 Bouwlengte 1LE5/1PC4_ _ _ - _ _ _ 0, 2, 4, 5, 6 6-polig, 8-polig De bouwlengte wordt aangegeven door de 11e plaats van het machinetype op het vermogensplaatje. 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355 Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A...
Reserve-onderdelen 10.9 Opengewerkte tekeningen 10.9.7 Aansluitkast ashoogte 315 Bouwlengte 1LE5/1PC4_ _ _ - _ _ _ 0, 2, 4, 5, 6 6-polig, 8-polig De bouwlengte wordt aangegeven door de 11e plaats van het machinetype op het vermogensplaatje. 1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355 Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A...
Afvalverwijdering 11.1 Inleiding De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
Afvalverwijdering 11.6 Componenten verwijderen 11.4 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp. de aflevering van de componenten moet gebeuren.
Afvalverwijdering 11.6 Componenten verwijderen Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: • Olie • Vetten • Reinigings- en oplossmiddelen • Lakresten • Anticorrosiemiddel • Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
De Siemens Product Configurator kan zonder installatie in het internet worden gebruikt. De Siemens Product Configurator is in der Industry Mall van Siemens te vinden op: Siemens Product Configurator (www.siemens.com/spc) Aanhaalmomenten A.1.1...
Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor bouten uit de sterkteklasse 8.8, A4-70 of A4-80 conform ISO 898-1, echter uitsluitend in combinatie met bouwdelen met een hogere stevigheid, bijv. gietijzer, staal of gietstaal. Afwijkende aanhaalmomenten De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor boutborgingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen.
Pagina 141
Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten Bij aanhaalmomenten voor kabelwartels uit metaal en kunststof voor directe aanbouw op de machine en andere schroefverbindingen (bijv. verloopstukken) moeten de momenten in overeenstemming met de tabel worden gebruikt. Tabel A-4 Aanhaalmomenten voor kabelwartels Metaal Kunststof Klembereik mm O-ring ...
Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...