• Geen potentiaalverschil tussen motor, omvormer en werkmachine
– Gebruik equipotentiaalleidingen tussen de aansluitkast en de positie van de
– Gebruik een afzonderlijke hoogfrequentie equipotentiaalverbinding tussen de
– Gebruik een afzonderlijke hoogfrequente equipotentiaalverbinding tussen de
• Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en
het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van SIEMENS.
• Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen
de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
• Breng de motorsmoorkleppen aan.
• Gebruik bijvoorbeeld een IT-netwerk met geïsoleerd sterpunt.
De bedieningshandleiding van de omvormer maakt geen deel uit van deze documentatie.
Neem ook de aanbevelingen in de projecteringsinformatie van de omvormer in acht.
4.16.4
Geïsoleerde lager bij bedrijf aan de frequentieomvormer
Als de machine op een laagspanningsomvormer wordt gebruikt, moet minstens een lager
(optie) worden geïsoleerd en moet een toerentalsensor met geïsoleerde lagering (optie)
worden gemonteerd.
De volgende mogelijkheden bestaan om het motorlager te isoleren:
• Lagerisolering NDE (Optie): Het lager DE is niet geïsoleerd. Geen andere maatregelen nodig.
• Lagerisolering DE (optie): Het lager NDE is niet geïsoleerd. De koppeling moet worden
geïsoleerd.
• Lagerisolering DE en NDE (Optie): Beide lagers zijn geïsoleerd. De as moet met een
aardborstel (optie) duurzaam worden geaard.
– Bij asaarding op NDE moet de koppeling geïsoleerd zijn.
– Bij asaarding op DE is geen geïsoleerde koppeling nodig.
Let op de plaatjes op de machine met betrekking tot de lagerisolatie en mogelijke
overbruggingen.
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
hoogfrequente aarding op de motorbehuizing.
motorbehuizing en de beschermaardingsrail van de omvormer.
motorbehuizing en de werkmachine.
Voorbereiding voor gebruik
4.16 Bedrijf aan de omvormer
49