Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS TN N-compact Series
Pagina 1
Voor gebruik in Zone 22 (IEC/EN 60079-10-2) II 3D Ex tc IIIB T125°C Dc SIMOTICS TN Series N-compact Asynchrone krachtstroommotor Type 1LA8 Bedieningshandleiding / Montagehandleiding Editie 04/2015 Answers for industry.
Pagina 3
Inleiding Veiligheidsaanbevelingen Omschrijving Asynchrone krachtstroommotor Voorbereiding van de inzet SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Montagehandleiding Inbedrijfstelling Bedrijf Instandhouden Reserveonderdelen Afvalverwijdering Voor gebruik in Zone 22 (IEC/EN 60079-10-2) Service en support II 3D Ex tc IIIB T125°C Dc Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten Editie 04/2015...
Pagina 4
De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Inhoudsopgave Inleiding..............................13 Over deze bedieningshandleiding..................13 Veiligheidsaanbevelingen...........................15 Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie............15 De vijf veiligheidsregels......................16 Gekwalificeerd personeel.......................16 Veilig gebruik van elektrische machines................17 Gebruik in omgevingen met explosiegevaar van type zone 2 of zone 22......19 Elektrostatisch bedreigde modules..................20 Elektromagnetische compatibiliteit..................21 Storingsbestendigheid......................21 Beïnvloeding van het stroomnet bij sterk ongelijkvormig draaimoment.........21 2.10...
Pagina 6
Inhoudsopgave 4.13.3 Rotor beveiligen........................35 4.13.4 Machineset transporteren......................36 4.13.5 Opslag............................36 4.13.6 Machine tegen corrosie beschermen..................40 4.14 Bedrijf aan de omvormer......................40 4.14.1 Type netwerk..........................41 4.14.2 Omvormerbedrijf van explosieveilige machines..............41 4.14.3 Lagerstromen reduceren......................41 4.14.4 Geïsoleerde lager bij bedrijf aan de frequentieomvormer............43 Montage..............................45 Montage voorbereiden......................45 5.1.1 Voorwaarden voor de montage....................45 5.1.2...
Pagina 7
Inhoudsopgave Aansluiten..........................70 6.4.1 Kabel in de aansluitkast 1XB16... met kabelschroefverbinding invoeren ......71 6.4.2 Kabel in de aansluitkast 1XB... met segmentringen invoeren..........72 6.4.3 Gecertificeerde invoerstukken van de geleiders en sluitdoppen..........73 6.4.4 Kabels installeren........................73 6.4.5 Kabel aansluiten met kabelschoenen..................74 6.4.6 Aansluiten zonder kabelschoen.....................75 6.4.7 Toepassen van aluminiumkabels...................77 6.4.8...
Pagina 8
Inhoudsopgave 8.8.2 Stilstandschade aan de wentellager vermijden..............98 8.8.3 Asaardingsborstels (optioneel)....................98 8.8.4 Meting van de isolatieweerstand na langere stilstand............99 Machine buiten bedrijf stellen....................99 8.10 Machine terug in bedrijf nemen....................99 8.11 Storingen..........................100 8.11.1 Inspectie bij storingen......................100 8.11.2 Elektrische storingen......................101 8.11.3 Mechanische storingen......................102 8.11.4 Storingen aan de wentellager....................103 Instandhouden............................105...
Pagina 9
11.2 Landspecifieke wettelijke regelingen..................147 11.3 Machine demonteren......................147 11.4 Componenten verwijderen....................147 Service en support............................149 Siemens Industry Online Support..................149 RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen........150 Technische gegevens..........................151 Aanhaalmomenten voor boutborgingen................151 Kwaliteitsdocumenten..........................153 EG-conformiteitsverklaring 2006/95/EG................153 EG-verklaring van conformiteit (Ex tc).................162 Index.................................175...
Inhoudsopgave Tabel 6-1 klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1.................67 Tabel 6-2 Bepaling van de doorsnede van de aardgeleider................68 Tabel 6-3 Aansluittechniek (aansluiting met kabelschoen / zonder kabelschoen)........71 Tabel 6-4 Uitvoeringen kabelinvoerplaat.....................71 Tabel 6-5 Aansluitkasten met doorvoer met segmentringen...............72 Tabel 6-6 Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning U ....78 Tabel 6-7 Maximale piekspanning van de omvormer..................83...
Pagina 11
Inhoudsopgave Beeld 5-1 Soort balancering aan de DE-zijde....................52 Beeld 5-2 Principevoorstelling: Machine op de werkmachine uitlijnen............59 Beeld 6-1 Aansluitkast 1XB1621.........................64 Beeld 6-2 Aansluitkast 1XB1631.........................65 Beeld 6-3 Aansluitkast 1XB1634 ........................66 Beeld 6-4 Trekontlasting en inzetstuk voor de afdichting................72 Beeld 6-5 Aansluiten met kabelschoen en bevestigingsschroef (Principevoorstelling).......74 Beeld 6-6 Aansluiten met klembeugels (principeweergave)................76 Beeld 9-1...
Pagina 12
Inhoudsopgave SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Inleiding Over deze bedieningshandleiding Deze bedieningshandleiding beschrijft en informeert u over de omgang met de machine - van de levering tot de uiteindelijke verwijdering. Bewaar de handleiding binnen handbereik en op een veilige plek. Lees deze bedieningshandleiding voordat u de machine gaat gebruiken en neem de instructies in acht.
Pagina 14
Inleiding 1.1 Over deze bedieningshandleiding SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Veiligheidsaanbevelingen Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze elektrische machine, die is bedoeld voor gebruik in industriële installaties, voldoet aan de Europese richtlijn 2006/95/EG ("Laagspanningsrichtlijn"). Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen.
Veiligheidsaanbevelingen 2.3 Gekwalificeerd personeel geïnstalleerd voldoet aan deze richtlijn. Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen. WAARSCHUWING In gebruik nemen voordat conformiteit is vastgesteld Als de machine in gebruik wordt genomen voordat de conformiteit van de installatie is vastgesteld, dan is bescherming van de installatie tegen explosies niet gewaarborgd.
Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines Veilig gebruik van elektrische machines De veiligheid op de werkplaats hangt af van de aandacht, de voorzorg en het gezond verstand van alle personen die de machine installeren, gebruiken en onderhouden. Naast de inachtneming van de uitgevoerde veiligheidsmaatregelen is in principe voorzichtigheid in de buurt van de machine geboden.
Pagina 18
Veiligheidsaanbevelingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines WAARSCHUWING Warme oppervlakken Oppervlakken van elektrische machines kunnen heet zijn. Raak deze oppervlakken niet aan. Dit kan tot ernstige brandwonden leiden. ● Laat de machine eerst afkoelen voor u met werken aan de machine begint. ●...
Veiligheidsaanbevelingen 2.5 Gebruik in omgevingen met explosiegevaar van type zone 2 of zone 22 Gebruik in omgevingen met explosiegevaar van type zone 2 of zone Elektrische installaties in omgevingen met explosiegevaar moeten door de verantwoordelijke volgens de hiervoor geldende voorschriften en verordeningen worden gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld.
Veiligheidsaanbevelingen 2.6 Elektrostatisch bedreigde modules Elektrostatisch bedreigde modules ESD-beschermingsmaatregelen LET OP Elektrostatische ontlading De elektronische modules bevatten elektrostatisch bedreigde onderdelen. Deze modules kunnen door ondeskundige behandeling zeer gemakkelijk worden vernield. Let op de onderstaande aanwijzingen om materiële schade te voorkomen. ●...
Veiligheidsaanbevelingen 2.9 Beïnvloeding van het stroomnet bij sterk ongelijkvormig draaimoment WAARSCHUWING Explosiegevaar door elektrostatische ontlading Elektrostatische ontladingen zijn een mogelijke ontstekingsbron. In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Neem de ESD-richtlijnen in acht.
Veiligheidsaanbevelingen 2.11 Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek 2.10 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer WAARSCHUWING Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Bij bediening op de frequentieomvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op.
Omschrijving Toepassingsgebied De elektrische machine is ontwikkeld voor een breed toepassingsgebied binnen de aandrijftechniek en de energieomvorming. De serie wordt gekenmerkt door haar grote robuustheid, haar lange levensduur en haar betrouwbaarheid alsmede haar grote variabiliteit voor een optimale aanpassing aan de betrokken functie. De details van de uitvoering van de geleverde machine en de toegestane bedrijfsvoorwaarden leest u in deze documentatie.
Omschrijving De uitvoering van de machine voldoet principieel aan de onderstaande normen: De versies van de geharmoniseerde normen waaraan wordt gerefereerd, kunt u ontlenen aan de EG- conformiteitsverklaring. Tabel 3-1 Machine-uitvoering Kenmerk Norm Dimensionering en werkgedrag IEC/EN 60034‑1 Beschermingsgraad IEC/EN 60034‑5 Koeling IEC/EN 60034‑6 Bouwvorm...
Omschrijving Ventilator ● De ingebouwde ventilatoren werken onafhankelijk van de draairichting. ● Buitenste ventilator: – Machines met vier polen en meer zoals 1L.831.–2: De buitenste ventilatoren werken onafhankelijk van de draairichting. – Tweepolige machines uitgezonderd 1L.831.–2: De buitenste ventilatoren werken afhankelijk van de draairichting.
Omschrijving smeervet afgedicht door middel van een V-ring of een combinatie van V-ring en viltring om te voorkomen dat het in de voorpot ingespoten afdichtvet de verzamelruimte binnendringt. Het afdichtvet dat zich in de voorpot bevindt, stroomt tijdens bedrijf langzaam uit de labyrintring en dicht de labyrintring af resp.
Pagina 28
Omschrijving SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Voorbereiding van de inzet Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij de projectering van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
Voorbereiding van de inzet 4.6 Grenswaarden voor het toerental Zie ook Stilstandverwarming uitschakelen (Pagina 96) WAARSCHUWING Explosiegevaar Indien u direct na het uitschakelen van de machine de stilstandverwarming inschakelt, kan het toegestane temperatuurbereik of de maximale oppervlaktemperatuur van de machine worden overschreden.
Voorbereiding van de inzet 4.10 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Toerental-koppelverloop in acht nemen WAARSCHUWING Overschrijden van de temperatuurklasse Als het toerental-koppelverloop niet in acht wordt genomen, kan de temperatuurklasse worden overschreden. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Voorbereiding van de inzet 4.12 Torsiebelasting van de asstreng door storingen in de elektrische aansluiting bv. een vermindering van het vermogen. Op die manier kan een verkorting van de levensduur van de machine door thermische veroudering worden vermeden. LET OP Oververhitting van de wikkeling Een overschrijding van de toegelaten toleranties van spanning en frequentie kan tot ongeoorloofde hoge verwarming van de wikkeling en daarmee op lange termijn tot schade...
De levering is individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. ● Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. ● Reclameer bij zichtbare gebreken of bij een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens.
Pagina 34
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag WAARSCHUWING Machine kan kantelen, verschuiven of vallen bij transport in afwijkende bouwvorm Als de machine niet op een juiste wijze wordt getransporteerd of opgehesen, kan de machine kantelen, in de hijsvoorziening verschuiven of naar beneden vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag 4.13.3 Rotor beveiligen Volgens de bestelling is de machine met een kleminrichting voor de rotor uitgerust. LET OP Transportschade Als de kleminrichting van de rotor niet wordt gebruikt, kan de machine tijdens transport als gevolg van trillingen worden beschadigd.
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag 4.13.4 Machineset transporteren WAARSCHUWING Vallen van de machine De hijsogen van de machine zijn enkel voor het gewicht van de machine voorzien. Het hijsoog kan breken als de machineset met één enkele hijsinrichting wordt opgetild en getransporteerd.
Pagina 37
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag Voorwaarden en voorbereidingen ● Bewaar alleen goederen in onbeschadigde verpakkingen. Pak de goederen in beschadigde verpakkingen uit en sla deze vakkundig volgens het goederentype op. ● Repareer schade aan de verpakking vóór de opslag, voor zover dit voor de opslag conform de voorschriften noodzakelijk is.
Pagina 38
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag Beveiliging tegen vochtigheid Is er geen droge opslagplaats beschikbaar, bescherm de machine dan als volgt tegen vochtigheid: ● Wikkel vochtabsorberend materiaal om de machine. ● Wikkel dit geheel in folie: – Plaats vochtindicatoren onder het folie. –...
Voorbereiding van de inzet 4.13 Transport en opslag Langdurige opslag Slaat u de machine langer dan zes maanden op, controleer dan elk half jaar de toestand van de machine. Sla de machine op volgens de instructies in hoofdstuk "Opslag (Pagina 36)". ●...
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.13.6 Machine tegen corrosie beschermen Als de machine onder droge omstandigheden wordt opgeslagen, tref dan de volgende maatregelen tegen corrosie: ● Opslag tot zes maanden: Voorzie alle toegankelijke blanke delen zoals vrije asuiteinden, flenzen of machinevoeten met een beschermende overtrek.
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.1 Type netwerk LET OP Asymmetrische spanningsbelasting bij bedrijf in het TN-net in driehoeksschakeling Bij gebruik in het TN-net in driehoekschakeling met een geaarde fasedraad kan een asymmetrische spanningsbelasting van de machinewikkeling optreden. Dit kan schade aan de wikkelingen veroorzaken.
Pagina 42
● Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. ● Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en de dimensionering gebeurt via de distributiepartner van Siemens. ● Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Dit dempt de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer Opmerking Omvormerdocumentatie De bedieningshandleiding van de omvormer maakt geen deel uit van deze documentatie. Let ook op de projecteringsinformatie van de omvormer. 4.14.4 Geïsoleerde lager bij bedrijf aan de frequentieomvormer Als de machine op een laagspanningsomvormer wordt gebruikt, dan wordt op de NDE-zijde een geïsoleerde lager en een geïsoleerde tachometer met geïsoleerde lager (optie) aangebouwd.
Voorbereiding van de inzet 4.14 Bedrijf aan de omvormer Tandemaandrijving Als u twee motoren als zogenaamde "tandemaandrijving" na elkaar schakelt, dan bouwt u een geïsoleerde tussen de motoren in. ① ④ Werkmachine Geïsoleerde lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ ⑥...
Montage Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 15) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Opmerking Verlies van conformiteit met Europese richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de Europese richtlijnen. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met Europese richtlijnen.
Montage 5.1 Montage voorbereiden LET OP Hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen, bijvoorbeeld leidingisolatie, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. ● Temperatuurgevoelige onderdelen, bijvoorbeeld normale leidingen of elektronische componenten, mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd. ●...
Montage 5.1 Montage voorbereiden 5.1.3 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index (PI) van de statorwikkeling staat op de klemmen gedeeltelijk gevaarlijk hoge spanning. Bij aanraking kan dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Montage 5.1 Montage voorbereiden Omrekenen naar de referentietemperatuur Als bij andere wikkelingstemperaturen dan 40 °C wordt gemeten, rekent u de meetwaarde met behulp van de volgende vergelijkingen uit IEEE 43‑2000 om naar de referentietemperatuur 40 °C. Isolatieweerstand omgerekend naar referentietemperatuur 40 °C Temperatuurcoëfficiënt volgens vergelijking (2) ·...
Montage 5.1 Montage voorbereiden LET OP Beschadiging van de isolatie Een kritische isolatieweerstand of een lagere gemeten waarde kan leiden tot schade aan de isolatie en tot spanningoverslag. ● Neem contact op met ons Service Center (Pagina 149). ● Wanneer de gemeten waarde zich dicht bij de kritische waarde bevindt, dan dient de isolatieweerstand daarna in kortere intervallen te worden gecontroleerd.
● Positionering van de machine Wanneer de hiervoor noodzakelijke maatregelen en handelingen niet bekend zijn, adviseren wij om gebruik te maken van de diensten van de hiervoor verantwoordelijke Klantenservice van Siemens (Pagina 149). 5.2.2 Lastopnamemiddel controleren Controleer alle hijsmiddelen zoals de kranen, hijsogen en ringbouten voordat u de machine optilt: ●...
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren Opmerking Opslag rotorkleminrichting Sla de rotorkleminrichting onmiddellijk op. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend transport opnieuw worden aangebracht. LET OP Beschadiging van het lager Als u de rotorblokkering bij horizontale stand van de machine demonteert, kan het lager beschadigd raken.
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren Blankmetalen oppervlakken aan machinedelen ● Verwijder de corrosiebescherming van de bewerkte vlakken van de machinedelen en van de kleine delen met petroleum, wasbenzine of vergelijkbare oplos- en reinigingsmiddelen. LET OP Lakschade Als gelakte oppervlakken in aanraking komen met reinigings- of oplosmiddelen kan hierdoor de lak beschadigd raken.
Pagina 53
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren Aangedreven elementen monteren ● Voorwaarden: – De koppeling resp. het aangedreven element moet over de juiste afmetingen voor het bedrijf beschikken. De balanceerkwaliteit moet aan de eisen voldoen. – Let op de gegevens van de fabrikant van de koppeling. –...
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren WAARSCHUWING De inlegspie kan worden weggeslingerd De inlegspieën zijn alleen zo beveiligd dat zij tijdens transport niet kunnen uitvallen. Als een machine met twee asuiteinden aan een asuiteinde niet over een aangedreven element beschikt, kan de inlegspie tijdens bedrijf worden weggeslingerd.
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren WAARSCHUWING Machine kan kantelen, verschuiven of vallen als het zwaartepunt tijdens transport niet in het midden ligt Als het zwaartepunt van een last zich niet in het midden tussen de aanslagpunten bevindt, kan de machine bij het transporteren of hijsen kantelen, in de hijsvoorziening verschuiven of naar beneden vallen.
Montage 5.3 Machine monteren LET OP Beschermingsgraad wordt gereduceerd Bij het verwijderen van de afsluitschroeef wordt de beschermingsgraad nominaal tot IP44 gereduceerd. 5.2.8 Machine grof uitrichten Voorwaarde Het afdrijfelement zoals een koppelingshelft, is al opgetrokken. Machine grof uitrichten ● Voor de horizontale positionering verschuift u de machine op het fundament zijwaarts. Let daarbij op het behoud van de axiale positie.
Montage 5.3 Machine monteren WAARSCHUWING Spanningen in de bevestigingsonderdelen Als de machine niet goed is uitgerust, komt het tot spanningen in de bevestigingsdelen. Schroeven kunnen loskomen of breken. De machine beweegt, de machinedelen kunnen worden weggeslingerd. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Montage 5.3 Machine monteren 5.3.4 Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM B3/ IM B35) 1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitlijnen van de werkmachine en van de fabrikant van de koppeling. 2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving ten opzichte van de werkmachine zodanig uit dat de middellijnen van de assen in bedrijfswarme toestand parallel en zonder verspringing verlopen.
Montage 5.3 Machine monteren 4. Let bij de positionering ook op een gelijkmatig rondlopende axiale spleet (y→0) op de koppeling. 5. Bevestig de machine op het fundament. De keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van het fundament en valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van de installatie.
Montage 5.3 Machine monteren 5.3.5 Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM B5) De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het systeem of van de exploitant van de installatie.
5.3.7 Axiale en radiale krachten De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Siemens Service Center (Pagina 149) of opzoeken in de machinecatalogus. LET OP Lagerschade of asschade Grote aangedreven massa's waarvan het zwaartepunt buiten het asuiteinde ligt, kunnen ernstige resonanties veroorzaken.
Pagina 62
Montage 5.3 Machine monteren SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Elektrische aansluiting Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 15) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Opmerking Service Center Wanneer u ondersteuning nodig hebt bij de elektrische aansluiting van de machine, neem dan contact op met het Service Center (Pagina 149).
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluitkast Aansluitkast 1XB1621 (Pagina 64) Aansluitkast 1XB1631 (Pagina 65) Aansluitkast 1XB1634 (Pagina 66) 6.2.1 Aansluitkast 1XB1621 Beeld 6-1 Aansluitkast 1XB1621 De aansluitleidingen worden met kabelschroefverbindingen met schroefdraad 2 x M80 x 2 en 2 x M25 x 1,5 in de aansluitkast 1XB1621 geleid. De kabelschroefverbindingen worden niet standaard meegeleverd.
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluitkast 6.2.2 Aansluitkast 1XB1631 Beeld 6-2 Aansluitkast 1XB1631 De aansluitleidingen worden met kabelschroefverbindingen met schroefdraad 4 x M80 x 2 en 2 x M25 x 1,5 in de aansluitkast 1XB1631 geleid. De kabelschroefverbindingen worden niet standaard meegeleverd. De uitvoering met doorvoer met segmentringen is optioneel. Raadpleeg voor meer informatie: ●...
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluitkast 6.2.3 Aansluitkast 1XB1634 Beeld 6-3 Aansluitkast 1XB1634 De aansluitleidingen worden met kabelschroefverbindingen met schroefdraad 4 x M80 x 2 en 2 x M25 x 1,5 in de aansluitkast 1XB1634 geleid. De kabelschroefverbindingen worden niet standaard meegeleverd. De uitvoering met doorvoer met segmentringen is optioneel. Raadpleeg voor meer informatie: ●...
Elektrische aansluiting 6.3 Voorbereiding Voorbereiding 6.3.1 Schakeling van de wikkeling controleren Bij een open uitvoering van de wikkeling, dus wanneer het begin en het einde van de wikkelingen (zie hoofdstuk "Benaming van de klemmen" (Pagina 67)) rechtstreeks in de aansluitkasten zijn geleid, wordt de schakeling met behulp van schakelbruggen in de aansluitkast gerealiseerd.
Elektrische aansluiting 6.3 Voorbereiding 6.3.4 Aardingsleider aansluiten De doorsnede van de aardingskabel van de machine moet overeenkomen met de opstellingsbepalingen, bijv. in overeenstemming met IEC / EN 60204‑1. Tabel 6-2 Bepaling van de doorsnede van de aardgeleider Buitendoorsnede van de geleider S Doorsnede van de aardgeleider [mm²] [mm²]...
Elektrische aansluiting 6.3 Voorbereiding 6.3.5 Metalen afscherming in aansluitkast aansluiten Wanneer u met metaal versterkte kabels hebt die in de aansluitkasten of hulpaansluitkasten met niet-zelfzekerende stroomkringen ingevoerd worden, dan aardt u de metalen afscherming in de aansluitkast. U kunt ook andere aardingsposities gebruiken. ●...
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten Controleer of de externe aansluitkast volgens de gegevens op het typeplaatje is geconstrueerd en voor deze bepaalde toepassing geschikt is. WAARSCHUWING Storingen door onvakkundige technische uitvoering Als bij het aansluiten geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties, bijv. beschermingsklasse, minimale luchtafstanden of kruipafstanden, dan kan dit tot storingen leiden.
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten ● Sluit de machine dusdanig aan dat een duurzame, veilige elektrische verbinding in tact wordt gehouden. Vermijd afstaande draadeinden. ● Installeer en bevestig extern toegevoerde hulpleidingen afzonderlijk van de hoofdleiding. Hiervoor zijn eventueel elementen met kabelbinders meegeleverd. Tabel 6-3 Aansluittechniek (aansluiting met kabelschoen / zonder kabelschoen) Aansluitkast...
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten 5. Monteer de kabelinvoerplaat met de gemonteerde kabels aan de aansluitkast. 6. Sluit de kabeluiteinden volgens het schakelbeeld op de klemmen aan. Het schakelbeeld vindt u in het deksel van de aansluitkast. Verdere informatie hierover vindt u in het hoofdstuk "Kabels aansluiten ..." 6.4.2 Kabel in de aansluitkast 1XB...
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten 5. Sluit de kabeluiteinden volgens het schakelbeeld op de klemmen aan. Het schakelbeeld vindt u in het deksel van de aansluitkast. Verdere informatie hierover vindt u in het hoofdstuk "Kabels aansluiten ..." 6. Pas de doormeter van de leiding eventueel met wikkel uit geschikte dichtingsband in het bereik van de afdichtset aan.
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten ● Indien contactrails uit aluminium worden gebruikt, moet u tussen kabelschoen en contactrail een onderlegring uit staal aanbrengen. Hiermee wordt contactcorrosie voorkomen. ● Sluit niet gebruikte schroefdraden of boorgaten vakkundig af zodat de IP- beschermingsgraad is gewaarborgd. De IP-beschermingsgraad vindt u op het kenplaatje. Vervang niet gebruikte kabelschroefverbindingen door gecertificeerde afsluitschroeven.
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten WAARSCHUWING Explosiegevaar bij toepassing van kabelschoenen zonder zijgeleiding Bij doorsnede van de geleider onder 70 mm kunnen kabelschoenen zonder zijgeleiding verdraaien. Daardoor kunnen de minimale luchtafstanden niet worden gehaald en dit kan tot een explosie leiden. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Pagina 76
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten 4. Let aan de hand van het formaat van de geleider op de juiste volgorde van de klembeugels ③ ④ ⑤ . Leg de kabels in de klembeugels. Draai de klemmoeren aan met een aandraaimoment van 8 Nm. ②...
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten 6.4.7 Toepassen van aluminiumkabels Als u aluminium geleiders gebruikt, let dan ook het volgende: ● Gebruik alleen voor de aansluiting van aluminium geleiders geschikte kabelschoenen. ● Verwijder de oxidelaag aan de contactpunten op de geleider en/of op het tegenstuk vlak voor het aanbrengen van de aluminiumgeleider door borstelen of vijlen.
Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiten Een speciale, externe aardleiding is alleen bijkomend ingebouwd wanneer bv. vlakdichtingen zonder bijkomende steun zijn gemonteerd. Bij montagewerkzaamheden moet u erop letten dat alle maatregelen voor de potentiaalvereffening van kracht blijven. 6.4.10 Een traploos rustvlak voor de afdichting in het deksel van de aansluitkast (niet bij GT640) Het afdichtvlak van het deksel van de aansluitkast wordt door de behuizing van de aansluitkast en het kabelinvoerelement gevormd.
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.4.12 Aansluitwerken afsluiten 1. Controleer vóór het sluiten van elke aansluitkast of: – of de elektrische aansluitingen in de aansluitkast goed zijn aangetrokken en volgens de gegevens in de voorafgaande paragrafen zijn uitgevoerd. – de machine volgens de voorgeschreven draairichting is aangesloten; –...
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.5.2 Kabel in de hulpaansluitkast aanbrengen en installeren De benodigde gegevens voor het aansluiten van de hulpstroomkring vindt u op het klemmenschema aan de binnenzijde van het deksel van de huidige (hulp)aansluitkast. ● Voor het aansluiten van de hulpstroomkring is eventueel een aansluitlijst in de hoofdaansluitkast ingebouwd.
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.5.4 Eigen gezekerde stroomkringen voor sensoren of voelers Neem bij de keuze en het leggen van de aansluitleidingen IEC / EN 60079‑14 in acht. LET OP Zelfzekerende stroomkringen voor sensoren of voelers Indien er voor sensoren of voelers blauwe aansluitklemmen zijn ingebouwd, dienen deze te worden aangesloten op gecertificeerde zelfzekerende stroomkringen.
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.5.6 Afsluitende maatregelen 1. Controleer voor het sluiten van elke hulpaansluitkast of: – de leidingen volgens het klemmenschema in de kast zijn aangesloten. – de aansluitkabels vrij liggend zijn aangebracht en de leidingisolatie niet kan worden beschadigd.
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.5.7.1 Bedrijf aan de omvormer met lage pulsfrequentie LET OP Verhoogde motortemperatuur Bij het bedrijf aan een omvormer met lage pulsfrequentie ontstaan grotere verliezen in de motor. Dit leidt tot een hogere motortemperatuur. Reduceer het vermogen om een overschrijden van de temperatuurklasse te verhinderen en zo een voortijdige thermische veroudering van de isolatie te vermijden.
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten 6.5.7.3 Lagerstromen reduceren Met de volgende maatregelen kunt u lagerstromen reduceren: ● Voer de contactering uit op een plaats met voldoende ruimte. Massieve koperen leidingen zijn vanwege het stroomverdringingseffect voor de HF-aarding niet geschikt. Leidingen voor potentiaalvereffening: Gebruik leidingen voor potentiaalvereffening: ●...
● Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. ● Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en de dimensionering gebeurt via de distributiepartner van Siemens. ● Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Dit dempt de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
Pagina 86
Elektrische aansluiting 6.5 Hulpstroomkring aansluiten SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Inbedrijfstelling Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 15) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Controles voor de inbedrijfstelling Controleer na de montage en voor de inbedrijfstelling van de installatie het volgende: Opmerking Controles voor de inbedrijfstelling De volgende opsomming van controles voor de inbedrijfstelling kan niet volledig zijn.
Inbedrijfstelling 7.2 Meting van de isolatieweerstand en de polarisatie-index voor inbedrijfstelling ● De minimumisolatieweerstand en de minimumluchtafstanden zijn gerespecteerd. ● De eventueel aanwezige extra inrichtingen voor de machinebewaking volgens de voorschriften aangesloten en operationeel zijn. ● De aanwezige remmen of terugloopblokkeringen werken probleemloos. ●...
Inbedrijfstelling 7.3 Wentellagers voor de inbedrijfstelling smeren Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling. ● Kan de machine in bedrijf worden genomen? ● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen? Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden: "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"...
Inbedrijfstelling 7.5 Instelwaarden voor de controle van de wikkelingstemperatuur Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in. Tabel 7-1 Richtwaarden voor de instelling van de opslagtemperatuur voor de ingebruikneming Instelwaarde...
Inbedrijfstelling 7.6 Inschakelen Normaal bedrijf Meet de normale bedrijfstemperatuur T op de opstelplaats in °C. Stel de waarden in voor bedrijf het uitschakelen en de waarschuwing volgens de bedrijfstemperatuur T bedrijf Tabel 7-4 Instelwaarden voor de controle van de wikkelingstemperaturen in normaal bedrijf Instelwaarde Isolatieklasse 155(F) Waarschuwen...
Inbedrijfstelling 7.7 Uitschakelen LET OP Beschadiging van de machine Als de trillingswaarden tijdens gebruik volgens DIN ISO 10816‑3 niet worden nageleefd, kan de machine ernstig worden beschadigd. Houd u aan de trillingswaarden volgens DIN ISO 10816-3. Uitschakelen ● Als de overeenkomstige besturing niet automatisch gebeurt, schakel dan de eventueel voorhanden zijnde stilstandverwarming in de bedrijfspauzen in.
Bedrijf Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 15) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Veiligheidsaanwijzingen in het bedrijf WAARSCHUWING Spanningvoerende delen Aansluitkasten bevatten spanningvoerende delen. Als u de deksel van de aansluitkast opent, kan dit zwaar of dodelijk letsel alsmede materiële tot gevolg hebben.
Bedrijf 8.2 Oververhitting van de machine door stoflaag WAARSCHUWING Storingen in het bedrijf Veranderingen ten opzichte van het normale bedrijf, bijv. hogere vermogensopname, temperaturen of trillingen, ongewone geluiden of geuren, activering van de bewakingsvoorzieningen enz. geven aan dat de functie nadelig wordt beïnvloed. Dit kan tot storingen leiden die direct of indirect de dood, zwaar lichamelijk letsel of beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Bedrijf 8.3 Werking in explosiegevaarlijke zones WAARSCHUWING Explosiegevaar door te hoge opslagtemperatuur De naleving van de maximale oppervlaktetemperatuur is bij een te hoge opslagtemperatuur niet gewaarborgd. Het kan tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Bedrijf 8.8 Bedrijfsonderbrekingen Stilstandverwarming uitschakelen WAARSCHUWING Verhoogde machinetemperatuur Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. Dit kan tot materiële schade leiden. ● Zorg ervoor dat de stilstandverwarming uitgeschakeld is voor u de motor inschakelt. ●...
Bedrijf 8.8 Bedrijfsonderbrekingen Maatregelen bij stilstaande, bedrijfsklare motoren ● Neem bij bedrijfspauzen van langer dan een 1 maand de machine geregeld, bv. een keer per maand, in bedrijf. Alternatief draait u minstens de rotor door. Verwijder bij machines de rotorblokkering vóór de inbedrijfstelling van de rotor. ●...
Bedrijf 8.8 Bedrijfsonderbrekingen 8.8.1 Bedauwing resp. condensvorming binnen de machine vermijden ● Als de overeenkomstige besturing niet automatisch gebeurt, schakel dan de eventueel voorhanden zijnde stilstandverwarming in de bedrijfspauzen in. Zo vermijdt u de vorming van condenswater. ● U mag de stilstandverwarming ten vroegste een uur na het uitschakelen van de machine inschakelen.
Bedrijf 8.10 Machine terug in bedrijf nemen 8.8.4 Meting van de isolatieweerstand na langere stilstand Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ●...
Bedrijf 8.11 Storingen 8.11 Storingen 8.11.1 Inspectie bij storingen Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen. Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit. Verhelp de oorzaak van de storing volgens de maatregelen bij storingen. Verhelp op de beschadigingen die aan de machine ontstaan zijn.
Bedrijf 8.11 Storingen 8.11.2 Elektrische storingen Opmerking Wanneer u de motor aan een omvormer hebt gekoppeld, raadpleegt u bij het optreden van een elektrische storing de bedieningshandleiding van de omvormer. Tabel 8-1 Elektrische storingen ↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ↓...
Bedrijf 8.11 Storingen 8.11.3 Mechanische storingen In de volgende tabel vindt u de mogelijke oorzaken en maatregelen voor het verhelpen van storingen door elektrische invloeden. Tabel 8-2 Mechanische storingen ↓ Slepend geluid ↓ Sterke opwarming ↓ Radiale schommelingen ↓ Axiale schommelingen Mogelijke oorzaken van de storing Hulpmaatregelen Omlopende delen slijpen...
Bedrijf 8.11 Storingen 8.11.4 Storingen aan de wentellager Opmerking Beschadigingen aan de wentellagers zijn gedeeltelijk moeilijk te herkennen. Vervang de wentellager in geval van twijfel. Pas alleen andere lageruitvoeringen toe na overleg met de fabrikant. Tabel 8-3 Storingen aan de wentellager ↓...
Pagina 104
Bedrijf 8.11 Storingen SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Instandhouden Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
Pagina 106
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud WAARSCHUWING Schade aan de machine Als de machine niet onderhouden wordt, kan er schade aan de machine ontstaan. Het kan tot storingen komen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade kunnen leiden. Onderhoud de machine regelmatig.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud WAARSCHUWING Explosiegevaar door oververhitting van de machine door stofafzettingen Stofafzettingen kunnen door hun warmte-isolerende werking tot oververhitting van de machine leiden. De maximale oppervlaktetemperatuur van de machine kan niet worden gerespecteerd. Het kan tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.3 Meting van de isolatieweerstand en de polarisatie-index in het kader van onderhoudswerkzaamheden. Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ●...
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen nodig zijn. LET OP Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden. Zie ook Instelwaarden voor de controle van de wikkelingstemperatuur (Pagina 90) 9.1.6...
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Zie ook Instelwaarden voor de controle van de wikkelingstemperatuur (Pagina 90) Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur (Pagina 90) 9.1.7 Inspectie van de wentellagers Bij een inspectie van wentellagers is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machine te demonteren.
Pagina 111
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Criteria Norm Eigenschap, kenwaarde Eenheid Consistentie volgens NLGI-klasse DIN 51818 ● "3" voor verticale en horizontale bouwvorm ● "2" alternatief voor horizontale bouwvorm bij verkorte smeertermijn Bereik van de gebruikstemperatuur Minstens -20 °C ... +130 °C °C Druppelpunt DIN ISO 2176...
Pagina 112
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Aanbevolen walslagervetten Op grond van de technische eigenschappen worden voor standaardtoepassingen de volgende hoogwaardige walslagervetten voor verticale en horizontale motorbouwvormen aanbevolen: Tabel 9-4 Walslagervetten voor verticale en horizontale bouwvormen Producent Vetsoort Shell Gadus S2 V100 3 ExxonMobil Unirex N3 Esso...
Pagina 113
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Los van de bedrijfsuren moet de machine minstens eenmaal per 12 maanden worden nagesmeerd. LET OP Schade aan de walslagers De noodzakelijke nasmeerintervallen voor walslagers wijken af van de inspectie-intervallen van de machine. Als de nasmeerintervallen niet in acht worden genomen, kunnen de walslagers beschadigd raken.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud Smering van walslagers voor de inbedrijfstelling Bij doelmatige opslag voor langere tijd, kan men ervan uitgaan dat binnen twee jaar geen degradatie van het zich in de lagers bevindende smeervet optreedt. Lees hiertoe de informatie voor langdurige opslag goed.
Instandhouden 9.1 Inspectie en onderhoud 9.1.12 Lakschade verbeteren Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd. Opmerking Lakopbouw Neem contact op met het Service Center (Pagina 149) voor u de lakschade bijwerkt. Daar verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de lakschade.
Instandhouden 9.2 Reparatie 9.1.14 Aansluitkast onderhouden Voorwaarde De machine is spanningsvrij. Aansluitkast controleren ● Controleer de aansluitkast regelmatig op dichtheid, onbeschadigde isolatie en vaste aansluitverbindingen. ● Als in de aansluitkast stof of vocht binnengedrongen is, reinig resp. droog de aansluitkast dan goed en in het bijzonder de isolatoren.
● Demonteer en monteer de machine vakkundig. ● Gebruik alleen geschikte gereedschappen en installaties. ● Vervang de beschadigde onderdelen onmiddellijk. ● Neem indien nodig contact op met het Siemens Service Center (Pagina 149). SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Instandhouden 9.2 Reparatie WAARSCHUWING De rotor kan vallen Bij werkzaamheden in een verticale machinepositie dient de rotor te worden ondersteund. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Ondersteun of ontlast de rotor bij werken in een verticale machinepositie. WAARSCHUWING Explosiegevaar De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane...
De reparatie van de stilstandverwarming en de daarna nodige stukkeuring mag uitsluitend door vakpersoneel van de Klantenservice van Siemens (Pagina 149) worden uitgevoerd, omdat hiervoor omvangrijke vakkennis vereist is. Er mogen alleen toegelaten en gecontroleerde vervangstukken worden gebruikt.
Instandhouden 9.2 Reparatie Demontage 1. Zeker de ventilatorkap voor het begin van de werkzaamheden tegen vallen. 2. Draai de bevestigingsschroeven los die de ventilatorkap aan de behuizing bevestigen. 3. Let daarbij op de aanwezige bevestigingselementen en bewaar deze voor de montage. Montage De montage van de ventilatorkap vindt plaats in omgekeerde volgorde.
Instandhouden 9.2 Reparatie ① 3. Schuif de externe ventilator tot aan de aanslag op de as. Gebruik hiervoor een daarvoor bedoelde inrichting. ② 4. Plaats de borgring in de daarvoor bedoelde moer en controleer de positie. Luchtgeleidingsmondstuk ③ Tweepolige machines zijn uitgerust met een luchtgeleidingsmondstuk .
Instandhouden 9.2 Reparatie Demontage ① ② 1. De buitenste ventilator wordt met borgring aan de as bevestigd. Verwijder de borgring. Gebruik hiervoor bij voorkeur tangen in overeenstemming met DIN5254. 2. Trek de externe ventilator met de hand los. Beeld 9-2 Ventilatie (principevoorstelling met radiale ventilator) Montage ①...
Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.8 Wentellager 9.2.8.1 Wentellagers uitbouwen Voorbereiding ● Demonteer vetinvoeren, schokimpulsmeetplekken en eventueel ingebouwde instrumentatie aan de DE-zijde en aan de NDE-zijde. ● Verwijder de koppeling aan de DE-zijde of maak het aseinde vrij toegankelijk. ● Aan de NDE-zijde gaat u als volgt te werk: –...
Instandhouden 9.2 Reparatie 9.2.8.2 V-ring uitbouwen Afhankelijk van de uitvoering is een V-ring gemonteerd. Deze moet worden vervangen wanneer ongewoon veel vet uit het walslager komt of de V-ring zichtbaar beschadigd is. 1. Markeer de onderdelen voor een correcte montage. ①...
Instandhouden 9.2 Reparatie Beeld 9-3 Demontage van de labyrintafdichting (principevoorstelling) 1. Markeer de onderdelen van de lagerinzetten met het oog op de correcte montage. 2. Verwijder de beschermende coating op de as voor de labyrintafdichting. 3. Draai de drie radiaal aangebrachte schroefdraadpennen voor de axiale fixering van de ring eruit.
Instandhouden 9.2 Reparatie Handelwijze 1. Demonteer de benodigde onderdelen en vervang beschadigde onderdelen. 2. Verwijder eventuele verontreinigingen van de onderdelen. Verwijder vetresten en restanten van afdichtmiddelen of vloeibare schroefbeveiliging. 3. Bereid de lagerpunten voor: – De binnenringzitting licht inoliën. – De buitenringzitting invetten met een vast smeermiddel, bijvoorbeeld Anti-Fretting-pasta Altemp Q NP 50.
Instandhouden 9.2 Reparatie V-ring monteren 1. Vet de axiale afdichtvlakken in. De aszitting blijft vetvrij. ① V-ring ② Montagehulpschijf ③ Beschermring ① ② 2. Schuif V-ring met een montagehulpschijf op de as. De correcte axiaallengte van de V-ring is bereikt wanneer de kopkant en de buitenkant van de V-ring gelijk liggen.
Instandhouden 9.2 Reparatie Monteer de V-ring op dezelfde manier als de labyrintring. 1. Vet de axiale afdichtvlakken in. De aszitting blijft vetvrij. ② 2. Schuif de V-ring op de as. De correcte axiale lengte van de V-ring bij de uitvoering met vetvoorkamer wordt bereikt wanneer de V-ring ong.
Pagina 129
Instandhouden 9.2 Reparatie 3. Verwarm de labyrintafdichting. Schuif de labyrintafdichting aan de schroefdraadpennen tot ca. 3 mm afstand van het lagerdeksel omhoog voordat de verf of de lijm uithardt. 3 mm Beeld 9-5 Positie van de schroefdraadpennen van de labyrintafdichting op het buitenste lagerdeksel 4.
Pagina 130
Instandhouden 9.2 Reparatie SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
● Gebruik voor explosiebeveiligde machines alleen originele onderdelen; dit geldt ook voor componenten zoals dichtingen, klemmen, kabel- en leidinginvoerstukken. Bij vragen kunt u zich tot het Service Center (Pagina 149) van Siemens wenden. ● Gelijkwaardige genomeerde delen zoals schroeven kunt u in de vrije handel vinden.
Reserveonderdelen 10.2 Stilstandverwarming Wanneer walslagers met geïsoleerde uitvoering zijn ingebouwd, gebruikt u een walslager van hetzelfde type als vervanging. Zo vermijdt u schade aan het lager door stroomovergang. 10.2 Stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen.
Reserveonderdelen 10.3 Staander en rotor 10.3 Staander en rotor Beeld 10-1 Stator en rotor Tabel 10-1 Reserveonderdelen voor stator en rotor Onder‐ Omschrijving Onder‐ Omschrijving deel deel 7.07 Binnenventilator 8.31 Balanceerring NDE-zijde 7.81 Inzetstuk voor de luchtgeleiding 10.00 Behuizing van de stator met plaatpakket en wikke‐ ling 8.00 Rotor compleet...
Reserveonderdelen 10.4 Verluchting 10.4 Verluchting Uitvoering bij tweepolige machines Uitvoering bij machines met vier en meer polen Tabel 10-2 Onderdelen voor ventilatie Onder‐ Omschrijving Onder‐ Omschrijving deel deel 4.80 Smeernippel 12.02 Ventilatorkap 4.83 Rubberen bus 12.21 Luchtgeleidingsmondstuk 4.84 Verlengbuis voor het smeren 12.35 Beschermrooster 11.04...
Reserveonderdelen 10.5 Wentellager DE-zijde met lagerhuis 10.5 Wentellager DE-zijde met lagerhuis Beeld 10-2 Walslager DE-zijde met lagerhuis Tabel 10-3 Reserveonderdelen voor de walslager DE-zijde met lagerhuis Onder‐ Omschrijving Onder‐ Omschrijving deel deel 3.00 Inzetstuk voor de walslager (geleidingslager) 3.50 Lagerbehuizing 3.10 V-ring 3.60...
Reserveonderdelen 10.6 Wentellager DE-zijde zonder lagerhuis 10.6 Wentellager DE-zijde zonder lagerhuis Beeld 10-3 Walslager DE-zijde zonder lagerhuis Tabel 10-4 Reserveonderdelen voor de walslager DE-zijde zonder lagerhuis Onder‐ Omschrijving Onder‐ Omschrijving deel deel 3.00 Inzetstuk voor de walslager (geleidingslager) 3.50 Lagerbehuizing 3.10 V-ring 3.60...
Reserveonderdelen 10.8 Wentellager NDE-zijde met lagerhuis 10.8 Wentellager NDE-zijde met lagerhuis Beeld 10-5 Walslager NDE-zijde met lagerhuis Tabel 10-6 Reserveonderdelen voor de walslager NDE-zijde met lagerhuis Onder‐ Omschrijving Onderdeel Omschrijving deel 4.00 Inzetstuk voor de walslager (losse lager) 4.50 Lagerbehuizing 4.10 V-ring 4.60...
Reserveonderdelen 10.9 Wentellager NDE-zijde zonder lagerhuis 10.9 Wentellager NDE-zijde zonder lagerhuis Beeld 10-6 Walslager NDE-zijde zonder lagerhuis Tabel 10-7 Reserveonderdelen voor de walslager NDE-zijde zonder lagerhuis Onder‐ Omschrijving Onder‐ Omschrijving deel deel 4.00 Inzetstuk voor de walslager (losse lager) 4.45 Drukveer 4.10 V-ring...
Reserveonderdelen 10.11 Aansluitkast 1XB1621 10.11 Aansluitkast 1XB1621 Beeld 10-8 Aansluitkast 1XB1621 met standaard-kabeldoorvoer Beeld 10-9 Tweeledige kabeldoorvoer Tabel 10-9 Lijst met reserveonderdelen voor aansluitkast 1XB1621 Onder‐ Beschrijving Onder‐ Beschrijving deel deel 20.00 Aansluitkasten zonder kabelinvoer bestaande uit de volgende componenten: 20.20 Behuizing van de aansluitkast 21.41...
Pagina 142
Reserveonderdelen 10.11 Aansluitkast 1XB1621 Onder‐ Beschrijving Onder‐ Beschrijving deel deel 20.27 Steunrail 21.61 Klemmenrail voor hulpstroomkring 20.28 Afdichting 22.01 Klembevestiging compleet 20.30 Deksel 22.43 Schakelbeugel, met verschillende stan‐ den, twee boorgaten 20.38 Afdichting 22.70 Klemlip voor beschermgeleider 21.11 Aansluitplaat met interne leiding Tabel 10-10 Extra reserveonderdelen Onder‐...
Afvalverwijdering 11.1 Inleiding De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
Pagina 148
Afvalverwijdering 11.4 Componenten verwijderen Scheid de onderdelen voor de recyclage volgens de volgende categorieën: ● Staal en ijzer ● Aluminium ● Gemengd metaal, bv. wikkelingen De isolatie van de wikkeling wordt bij de recyclage van koper verast. ● Isolatiematerialen ● Kabels en leidingen ●...
Klantenservice. Technische vragen of aanvullende informatie Als u vragen of opmerkingen heeft of verdere informatie nodig heeft, gelieve u dan tot de Klantenservice van Siemens te wenden. Gelieve daartoe de volgende machinegegevens bij de hand te houden: ● Machinetype ● Machinenummer Deze gegevens vindt u op het kenplaatje van de machine.
Service en support A.2 RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen Azië / Pacific +86 10 6475 7575 +86 10 6474 7474 support.asia.automation@siemens.com (mailto:support.asia.automation@siemens.com) Zie ook http://www.siemens.com/automation/support-request (http://www.siemens.de/automation/ support-request) RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen Conform RoHS ("Restriction of certain Hazardous Substances"...
Technische gegevens Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen ● Schroeven of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd, moeten bij de montage weer met dezelfde functionele elementen zijn uitgerust. Vervang daarbij principieel vormvaste veiligheidselementen. ● Zeker met vloeibare kunststof gezekerde windingen bij het samenschroeven terug overeenkomstig, bv.
Pagina 152
Technische gegevens B.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Voorbeelden van gebruik De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor volgende toepassingsgevallen: ● Geval A Voor elektrische aansluitingen waarbij het toegestane aanhaalmoment over het algemeen is begrensd door het materiaal van de bouten en/of de belastbaarheid van de isolatoren, uitgezonderd stroomrailverbindingen volgens geval B.
Kwaliteitsdocumenten C.2 EG-verklaring van conformiteit (Ex tc) EG-verklaring van conformiteit (Ex tc) SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8 Bedieningshandleiding 04/2015...
Pagina 163
Toto prohlášení osvědčuje shodu s uvedenými směrnicemi, neznamená však záruku vlastností nebo trvanlivosti. Dodržujte bezpečnostní pokyny podle dodané dokumentace k výrobku. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 2 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 164
Käesolev deklaratsioon tõendab vastavust nimetatud direktiividele, ei kujuta endast aga tooteomadus- ega vastupidavusgarantiid. Tarnimisel kaasaantud tootedokumentatsioonis äratoodud ohutusjuhistest tuleb kinni pidada. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 3 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 165
Esta declaración certifica el cumplimiento de las directivas mencionadas pero no garantiza las características ni la durabilidad. Deben observarse las consignas de seguridad de la documentación de producto suministrada. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 4 von 13...
Pagina 166
Le avvertenze di sicurezza riportate nella documentazione di prodotto allegata devono essere rispettate. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 5 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 167
Ši deklaracija patvirtina atitikimą nurodytoms direktyvoms, tačiau negarantuoja jokių ypatybių ar tinkamumo naudoti termino. Būtina laikytis pridedamoje gaminio dokumentacijoje pateiktų įspėjamųjų nurodymų. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 6 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 168
Il-prodott ma jistax jibda' jiġi mħaddem sakemm tigi determinata il-konformità ta' din il-magna mad-direttiva 94/9/KE. Din id-dikjarazzjoni mhix garanzija ta’ responsabbiltà dwar il-prodott. Ir-regoli tad-dokumentazzjoni tal-prodott għandhom jigu obduti. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 7 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Det er forbudt å ta i bruk inntil konformiteten i denne maskinen er fastsatt ut fra Direktiv 94/9/EU. Denne erklæringen er ingen garanti om egenskaper. Henvisningene i den medfølgende produktdokumentasjonen må overholdes. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 8 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 170
A presente declaração atesta a conformidade com as directivas mencionadas, no entanto, não constitui uma garantia de qualidade ou durabilidade. Respeitar as indicações de segurança da documentação do produto juntamente fornecida. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 9 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 171
Toto prehlásenie osvedčuje zhodu s uvedenými smernicami, neznamená však záruku vlastností alebo trvanlivosti. Dodržiavajte bezpečnostné pokyny podľa dodanej dokumentácie k výrobku. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 10 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 172
Tämä selostus todistaa, että tuote vastaa mainittuja direktiivejä, mutta se ei ole ominaisuus- tai kestävyystakuu. Tuotteen mukana toimitettavan dokumentaation turvallisuusohjeita on noudatettava. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 11 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 173
Această declaraţie confirmă conformitatea cu directivele menţionate, însă nu reprezintă o garanţie a calităţii sau fiabilităţii. Trebuie respectate indicaţiile de siguranţă din documentaţia livrată cu produsul. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 12 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...
Pagina 174
Obratite pažnju na sigurnosne napomene isporučene zajedno s dokumentacijom o proizvodu. PD LD Copyright (Ó) SIEMENS AG 2014 All rights reserved VQ 1013-7-1412 Seite 13 von 13 SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8...