3.3.5
Omgevingsomstandigheden
Tabel 3-5
Omgevingstemperatuur
Installatiehoogte
Lucht met normaal zuurstofgehalte, algemeen
Bij afwijkende omgevingsvoorwaarden gelden de specificaties op het vermogensplaatje of in
de catalogus.
3.3.6
Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen
Machines kunnen van de volgende inbouwonderdelen zijn voorzien:
• In de statorwikkeling geïntegreerde temperatuursensor als temperatuurcontrole en als
beveiliging tegen oververhitting van de statorwikkeling.
• Stilstandverwarming bij machines waarvan de wikkelingen zijn blootgesteld aan
klimatologische omstandigheden met condensvorming.
Machines kunnen van de volgende aanbouwonderdelen zijn voorzien:
• Rem
• Draai-impulsgever
• Externe ventilatie
• Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers
• Teruglooprem
• Lage temperatuursensoren
Opmerking
Overige documenten
Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht.
3.3.7
Markering
Tabel 3-6
Voor gebruik in zone 2 - IEC/EN/BS 60079-10-1
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
Grenswaarden voor de omgevingsvoorwaarden voor motoren in standaarduitvoering
II 3G Ex ec IIA T. Gc
II 3G Ex ec IIB T. Gc
II 3G Ex ec IIC T. Gc
-20 °C ... +40 °C
≤ 1000 m u. M.
21 % ( V / V )
EPS 18 ATEX 1 202 X
Omschrijving
3.3 Opbouw
33