Download Print deze pagina
Siemens SIMOTICS XP 1MB 1 Series Bedieningshandleiding
Siemens SIMOTICS XP 1MB 1 Series Bedieningshandleiding

Siemens SIMOTICS XP 1MB 1 Series Bedieningshandleiding

Ashoogte 63-355
Verberg thumbnails Zie ook voor SIMOTICS XP 1MB 1 Series:

Advertenties

Uitgave
11/2023
BEDIENINGSHANDLEIDING
SIMOTICS XP
Laagspanningsmotoren
1MB..1/2/3/4
Ashoogte 63 ... 355
www.siemens.com/drives

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Siemens SIMOTICS XP 1MB 1 Series

  • Pagina 1 Uitgave 11/2023 BEDIENINGSHANDLEIDING SIMOTICS XP Laagspanningsmotoren 1MB..1/2/3/4 Ashoogte 63 ... 355 www.siemens.com/drives...
  • Pagina 3 Inleiding Veiligheidsinstructies Omschrijving SIMOTICS XP Voorbereiding voor gebruik Laagspanningsmotoren 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Montage Elektrische aansluiting Bedieningshandleiding Inbedrijfname Bedrijf Onderhoud Reserveonderdelen Verwijdering Technische gegevens Kwaliteitsdocumenten Voor gebruik in zone 1 en zone 2 (IEC/EN/GOST 60079-10-1, GB 3836.14) Voor gebruik in zone 21 en zone 22 (IEC/EN/GOST 60079-10-2, GB/T 3836.35) Vertaling van de oorspronkelijke bedieningshandleiding...
  • Pagina 4 Wettelijke informatie Waarschuwingsconcept Dit handboek omvat aanwijzingen die u voor uw persoonlijke veiligheid alsmede ter voorkoming van materiële schade in acht dient te nemen. De aanwijzingen voor uw persoonlijke veiligheid zijn aangegeven door middel van een waarschuwingsdriehoek. Bij aanwijzingen voor materiële schade staat geen waarschuwingsdriehoek. De waarschuwingsteksten worden naar gelang hun gevarenniveau in afnemende volgorde weergegeven.
  • Pagina 5 1.2.5 Webpagina's van derden ....................11 Documentatie SIMOTICS ....................12 Service en support ......................13 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web ..............13 1.4.2 Reserveonderdeel-services ....................14 Belangrijke productinformatie .................... 14 Veiligheidsinstructies .......................... 15 Algemene veiligheidsinstructies ..................15 2.1.1...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 3.3.8 Omgevingsomstandigheden ....................35 3.3.9 Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen................ 36 3.3.10 Markering .......................... 37 3.3.11 Aansluitkast ........................39 3.3.12 Lakkering........................... 39 Voorbereiding voor gebruik......................... 41 Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie ........41 Bedrijfstype respecteren..................... 41 Machines zonder deklak..................... 41 Levering ..........................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 5.3.1 Montageplek voorbereiden ....................67 5.3.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren ............... 67 5.3.3 Machine in de bouwvormen IM B15, IM B9, IM V8 en IM V9..........68 5.3.4 Voetmontage........................68 Uitlijning en bevestiging ....................69 5.4.1 Nalakken van ex-machines ....................
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Afsluitende maatregelen ....................96 Inbedrijfname ................................97 Maatregelen voor de inbedrijfstelling ................. 97 7.1.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex................. 99 7.1.2 Koeling van de machine controleren .................. 99 7.1.3 Externe ventilator in bedrijf nemen .................. 100 7.1.4 Overige documentatie ..................... 101 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur..........
  • Pagina 9 Inhoudsopgave 9.2.12 Isolatieweerstand en polarisatieindex................126 9.2.13 Externe ventilatie onderhouden ..................127 9.2.14 Nalakken ......................... 128 9.2.14.1 Nalakken ......................... 128 Reparatie ......................... 129 9.3.1 Machines met een „X“ uitgebreid certificaat ..............129 9.3.2 Stilstandsverwarming ...................... 130 9.3.3 Basisprincipes ........................131 9.3.4 Wentellager ........................
  • Pagina 10 Inhoudsopgave 10.11.12 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 200 ... 225 ruwijzer ............. 158 10.11.13 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 250 ... 280 ruwijzer ............. 160 10.11.14 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 315 ruwijzer ................ 162 10.11.15 Aansluitkast 1MB5 ashoogte 315 ruwijzer ................ 164 10.11.16 1MB5 aansluitkast ashoogte 355 ruwijzer................. 165 10.11.17 Externe ventilator optioneel Ashoogte 225 ...
  • Pagina 11 Inleiding Opmerking Op de volgende pagina's vindt u het Siemens-logo en de juridsische info van Siemens.  Houd er rekening mee dat sinds 1 juli 2023 de Siemens-activiteiten Large Drives Applications en Low Voltage Motors deel uitmaken van Innomotics GmbH, Duitsland. Alle rechten en productinformatie op de volgende pagina's werden door Siemens overgedragen aan InmoMotics.
  • Pagina 12 Dit document bevat aanbevelingen van derde producten Siemens kent de principiële geschiktheid van deze derde producten. U kunt gelijkwaardige producten van andere fabrikanten gebruiken. Siemens neemt geen garantie op zich voor de gesteldheid van producten van derden. 1.2.2 Doelgroep Beschrijving Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor: •...
  • Pagina 13 Webpagina's van derden Beschrijving Dit document kan hyperlinks bevatten naar webpagina's van derden. Siemens heeft geen zeggenschap over de inhoud of over andere kenmerken van deze websites en is in geen geval aansprakelijk of verantwoordelijk voor de inhoud ervan. Siemens controleert de informatie op deze websites niet en is evenmin verantwoordelijk voor de inhoud en informatie die op deze...
  • Pagina 14 Documentatie SIMOTICS Beschrijving U vindt een omvangrijke documentatie over SIMOTICS, SIMOGEAR en de SINAMICS- omvormerfamilie op het Internet (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13204/ man). U kunt de documenten bekijken of in PDF- en HTML5-formaat downloaden. De documentatie is onderverdeeld in de volgende categorieën: Tabel 1-1...
  • Pagina 15 Service en support 1.4.1 Siemens Industry Online Support op het web U vindt belangrijke informatie over het product onder Gebruik van Siemens Industry Online Support over volgende mogelijkheden: • Website: SIOS (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/) • App Industry Online Support (voor Apple iOS en Android) Content Siemens Online Support •...
  • Pagina 16 Reserveonderdeel-services Omschrijving De online-reserveonderdeel-Service "Spares on Web" biedt bepaalde reserveonderdelen voor het product aan: • Website: SOW adres (https://www.sow.siemens.com). Belangrijke productinformatie Correct gebruik van de machines De machines zijn bedoeld voor industriele installaties. Deze voldoen aan de geharmoniseerde normen uit de reeks EN / IEC 60034 (VDE 0530) Het gebruik in Ex-omgevingen is verboden, voor zover de markering op de machine een gebruik in het net resp.
  • Pagina 17 Veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies 2.1.1 Informatie voor de verantwoordelijken voor de installatie Deze motor is een onvolledige machine in de zin van de richtlijn 2006/42/EG ("Machinerichtlijn") en is in overeenstemming met de toepasselijke vereisten inzake de veiligheid en de bescherming van de gezondheid van deze richtlijn, inclusief de beschermdoelen van de richtlijn 2014/35/EU ("Laagspanningsrichtlijn") betreffende elektrische gevaren, ontworpen en gebouwd.
  • Pagina 18 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies 2.1.2 De 5 veiligheidsregels Voor uw persoonlijke veiligheid en om materiële schade te voorkomen, dient u bij alle werkzaamheden altijd de veiligheidsrelevante aanwijzingen in acht te nemen. Volg ook de 5 veiligheidsregels volgens EN 50110‑1 “Werken in spanningsvrije toestand" in de genoemde volgorde.
  • Pagina 19 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar door onder spanning staande delen Spanningvoerende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanraakbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Door het benaderen van actieve delen kunnen de minimale lucht- en kruiptrajecten mogelijk worden onderschreden. Aanraken of naderen kan de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg hebben.
  • Pagina 20 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies Zie ook Inspectie en onderhoud (Pagina 118) Geluidsemissies De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden. • Zorg ervoor dat er zich tijdens de werking van de machine geen personen in het gebied van de verhoogde geluidsemissie bevinden.
  • Pagina 21 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies Ontstekingsgevaren De evaluatie van de bedrijfsrisico's, de plaatselijke bedrijfsomstandigheden en de noodzakelijke controlemethoden moet door de exploitant in overleg met de bevoegde toezichthoudende instantie worden afgehandeld. De noodzakelijke maatregelen moeten in acht worden genomen. De fabrikant van de machine kan hiervoor geen algemeen geldende aanbevelingen geven.
  • Pagina 22 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies 2.1.6 Elektrostatisch bedreigde modules Materiële schade door elektrostatische ontlading De elektronische modules bevatten elektrostatisch bedreigde onderdelen. Deze componenten kunnen door ondeskundige behandeling zeer gemakkelijk worden beschadigd of vernield. Neem onderstaande aanwijzingen in acht om materiële schade te voorkomen. •...
  • Pagina 23 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Zorg ervoor dat tijdens het reinigen geen explosieve atmosfeer aanwezig is. • Neem de ESD-richtlijnen in acht. •...
  • Pagina 24 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies 2.1.10 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Stoorspanningen bij bedrijf aan de omvormer Bij bediening op de omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op. Bij motoren met geïntegreerde sensoren (bijv.
  • Pagina 25 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies • Als de draaistroommotor met een externe ventilator wordt gekoeld, moet u ervoor zorgen dat de draaistroommotor alleen bij ingeschakelde externe ventilator kan worden gebruikt. • Het gebruik van deze motoren is alleen toegestaan als ze met de plaatselijke wetgeving (bijv. energie-efficiëntie, productveiligheid) in het land van toepassing overeenstemmen.
  • Pagina 26 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsinstructies 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 27 Omschrijving Toepassingsgebied De draaiende elektrische machines van deze serie worden gebruikt als industriële aandrijvingen. Ze zijn ontwikkeld voor brede toepassingsgebieden in de aandrijftechniek, netbedrijf en in combinatie met frequentie-omvormers ontwikkeld. Ze worden gekenmerkt door een hoge vermogensdichtheid, robuuste constructie, lange levensduur en grote betrouwbaarheid.
  • Pagina 28 Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Gebruik in omgevingen met explosiegevaar Explosieveilige, elektrische machines voldoen aan de normen uit de series IEC / EN 60034 en IEC / EN 60079. Gebruik de machine alleen in omgevingen met explosiegevaar na toestemming en goedkeuring van de verantwoordelijke instantie. Deze instantie is verantwoordelijk voor de risicobepaling van explosies en indeling van zones.
  • Pagina 29 Omschrijving 3.2 Vermogensplaatjes Positie Beschrijving Positie Beschrijving Kennummer van het keuringsbureau (optioneel) Rendementklasse Voorschriften (optioneel) Rendement Firmalogo Koppel Nm (optioneel) Scheepsvoorschrift Aanloopstroomverhouding (optioneel) Motortype Bedrijfstype (optioneel) Gegevens explosiebeveiligde machines Stilstandverwarming (optioneel) Mechanische gegevens Omvormergegevens Bouwgrootte Temperatuurklasse Bouwvorm   Beschermingsklasse Machinegewicht kg Warmteklasse Omgevingstemperatuurbereik (optioneel) Installatiehoogte (alleen indien groter dan 1000 m)
  • Pagina 30 Omschrijving 3.3 Opbouw Vermogensplaatje omvormerbedrijf (VSD) Opbouw Machine-uitvoering De voorschriften en normen die de basis vormen voor de uitleg en controle van deze machine vindt u op het typeplaatje. De uitvoering van de machine voldoet principieel aan de onderstaande normen: De versies van de geharmoniseerde normen waaraan wordt gerefereerd, vindt u in de EG- conformiteitsverklaringen.
  • Pagina 31 Omschrijving 3.3 Opbouw Kenmerk Norm Oscillatieniveaus EN/IEC 60034-14 GOST IEC 60034-14 GB 10068 BS EN IEC 60034-14 Rendementklassen driefasige kooianker‐ EN/IEC 60034-30-1 GOST IEC 60034-30-1 GB 18613 BS EN 60034-30-1 motoren met enkele snelheid IEC Nominale spanningen IEC 60038 GOST R IEC 61800-1 GB/T 156 BS EN 60038 Grenswaarden trillingsbelasting ISO 10816-3 GOST ISO 10816-1 GB/T 6075.3 BS ISO 10816-3 Tabel 3-2 Toegepaste voorschriften voor machines met explosiebescherming Kenmerk...
  • Pagina 32 Omschrijving 3.3 Opbouw Kenmerk Norm Elektrische bedrijfsmiddelen voor gebie‐ EN / IEC 60079-32-2 GOST 31610.32-2 GB/T 3836.27 BS EN 60079-32-2 den met explosiegevaar - Deel 32-2: Elektrostatische gevaren - proefprocedu‐ Richtlijn inzake de onderlinge aanpas‐ Richtlijn TR CU 012/2011 CNCA- UK S.I. 2016 sing van de wetgevingen van de Lidsta‐ 2014/34/EU C23-01:2019 Nr. 1107...
  • Pagina 33 Omschrijving 3.3 Opbouw Externe ventilatie (optioneel): Methoden van koeling IC 416 volgens IEC / EN 60034-6 Een toerentalonafhankelijke koeling wordt gerealiseerd door een module die onafhankelijk van de bedrijfstoestand functioneert (externe ventilatie). Deze bouwgroep is extern afgesloten met een ventilatorkap. Ze beschikt over een eigen hoofdaandrijving met ventilatorwiel dat de koelluchtstroom opwekt voor de koeling van de machine.
  • Pagina 34 Omschrijving 3.3 Opbouw WAARSCHUWING Lagerschade of asschade Grote aangedreven massa's waarvan het zwaartepunt buiten het asuiteinde ligt, kunnen ernstige resonanties veroorzaken. Dit kan de lagers en de assen beschadigen. In een omgeving met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 35 Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden     IM B7 (IM 1061)     IM B8 (IM 1071) Basisbouwvorm code Grafische weergave Overige plaatsingsmo‐ Grafische weergave gelijkheden IM B5 (IM 3001) IM V1 (IM 3011)  ...
  • Pagina 36 Omschrijving 3.3 Opbouw Basisbouwvorm code Grafische weergave     IM B34 (IM 2101) IM V17 (IM 2111)     IM V37 (IM 2131) Bouwvormen/opstellingstype voor explosieveilige machines De voor de machine geldende bouwvorm is aangegeven op het vermogensplaatje. Bij explosieveilige machines met bouwvorm aseinde naar beneden IM V5, IM V1 of IM V18 is een uitvoering met beschermdak voorgeschreven.
  • Pagina 37 Omschrijving 3.3 Opbouw Opmerking Motoren met een ashoogte tot 200 mogen in verticaal of horizontaal overhellende positie worden gebruikt. Verticale bouwvormen mogen ±45 ° van de verticale as en horizontale bouwvormen ±45 ° van de horizontale as afbuigen. Hiertoe moet rekening worden gehouden met de krachten uit de catalogus voor verticale bouwvorm, indien nodig de geplande krachten.
  • Pagina 38 Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.9 Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen Machines kunnen van de volgende inbouwonderdelen zijn voorzien: • In de statorwikkeling geïntegreerde temperatuursensor als temperatuurcontrole en als beveiliging tegen oververhitting van de statorwikkeling. • Stilstandverwarming bij machines waarvan de wikkelingen zijn blootgesteld aan klimatologische omstandigheden met condensvorming.
  • Pagina 39 Omschrijving 3.3 Opbouw 3.3.10 Markering Tabel 3-5 Voor gebruik in zone 1 - IEC/EN/BS/GOST 60079-10-1, GB3836.14 1026 II 2G Ex eb IIB T. Gb FTZU 18 ATEX 0016 ... 0019, PTB 20 ATEX 3006 1026 II 2G Ex eb IIC T. Gb FTZU 18 ATEX 0016 ...
  • Pagina 40 Omschrijving 3.3 Opbouw Ex ec IIB T. Gc 2020312301002066 ... 068, 2020312301002073 ... 076, 2020312301002087 ... 089 Ex ec IIC T. Gc Tabel 3-7 Voor gebruik in zone 21 - IEC/EN/BS/GOST 60079-10-2, GB/T3836.35 1026 II 2D Ex tb IIIA T... °C Db BVS 14 ATEX E 082 X, PTB 12 ATEX 3018, 1026...
  • Pagina 41 Omschrijving 3.3 Opbouw Ex tc IIIA T... °C Dc IECEx EPS 18.0104X, IECEx PTB 17.0009 Ex tc IIIC T... °C Dc Ex tc IIIB T... °C Dc IECEx BVS 14.0052X, IECEx EPS 18.0104X, IECEx FTZU 13.0029, …0031, IECEx FTZU 15.0034, IECEx PTB 17.0009 II 3D Ex tc IIIA T...
  • Pagina 42 Omschrijving 3.3 Opbouw Dergelijke documentatie is niet beschikbaar voor niet-standaard laksystemen of laksystemen die specifiek door de klant worden besteld. Houd er rekening mee, dat bij herstelwerkzaamheden aan de laklaag de aanwezige documentatie niet geldig is. • Gebruik voor het nalakken goedgekeurde originele lak. •...
  • Pagina 43 Voorbereiding voor gebruik Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij het ontwerp van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
  • Pagina 44 De aandrijfsystemen zijn individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. • Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. • Reclameer bij zichtbare gebreken / bij een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger.
  • Pagina 45 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag • Neem bij alle transportwerkzaamheden en bij het inslaan de op de collo aangebrachte gebruiksmarkeringen in acht volgens ISO 780. • Gebruik alleen voldoende bemeten hijs- en transportmiddelen en transportwagens. Gevaar door een ondeskundig vastzetten en hijsen •...
  • Pagina 46 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag • Neem de maximale belasting van de ringschroeven in acht. • Gebruik indien nodig geschikte draagmiddelen met voldoende belastbaarheid zoals hijsbanden (EN1492-1) en sjortakels (EN12195-2). • Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan. WAARSCHUWING Levensgevaar als gevolg van vallende machine Als het hijs- of lastopnamemiddel bezwijkt, kan de machine vallen.
  • Pagina 47 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.2 Opslag Buitenopslag LET OP Beschadiging van de machine In geval van ondeskundig opslag bestaat er gevaar voor materiële schade. Zorg bij externe klimatologische omstandigheden (bijv. zoute en/of stoffige, vochtige atmosfeer) voor extra bescherming van de machine. Kies een schokvrije en droge opslagplaats die tegen overstroming beveiligd is.
  • Pagina 48 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.3 Temperatuurgrenzen bij de opslag De gebruikte materialen zijn voor het bestelde temperatuurbereik geoptimaliseerd. De gespecificeerde temperatuurgrenzen vindt u op het vermogensplaatje. WAARSCHUWING Explosiegevaar bij beschadigde afdichtmaterialen Als u de machine buiten de gespecificeerde temperatuurgrens opslaat, kunnen de afdichtmaterialen worden beschadigd en kan hun afdichtfunctie falen.
  • Pagina 49 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag LET OP Opslag Het onbeschermd gebruik of opslaan van de machine kan beschadigingen aan de machine veroorzaken. • Bescherm de machine tegen directe intensieve zonnestralen, regen, sneeuw, ijs of stof. Plaats de machine onder een frame of een extra afdekking. •...
  • Pagina 50 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag Alternatieve rotorvergrendeling • Als de machine na het aanbrengen van het aandrijfelement wordt getransporteerd, fixeert u de rotor op geschikte wijze in axiale richting. Schroefdraad van het aseinde Aanhaalmoment 40 Nm 80 Nm 150 Nm 230 Nm Aanhaalmomenten voor alternatieve rotorvergrendeling. •...
  • Pagina 51 Voorbereiding voor gebruik 4.5 Transport en opslag 4.5.5 Inbedrijfstelling na opslag 4.5.5.1 Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatie-index: •...
  • Pagina 52 Voorbereiding voor gebruik 4.6 Koeling waarborgen Koeling waarborgen WAARSCHUWING Oververhitting en uitval van de machine Het niet in acht nemen van de volgende punten kan materiële schade, zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben, bij explosiebeveiligde machines kan een explosie ontstaan. •...
  • Pagina 53 Voorbereiding voor gebruik 4.7 Thermische bescherming Fout Juist Minimale afstand "x" tussen de naastgelegen modules voor luchttoevoer naar de machine Tabel 4-2 Minimale waarde “x” voor de afstand tussen naburige modules voor luchttoevoer naar de machine Ashoogte [mm] 63 ... 71 80 ...
  • Pagina 54 Voorbereiding voor gebruik 4.7 Thermische bescherming Bescherm de poolomschakelare machines naast de veiligheidsschakelaar met de temperatuurvoelers in de wikkelingen; Ex d en Ex t • Stel de bescherminrichting op de nominale stroom in (zie vermogensplaatje). • Of bescherm de machine met de op het toegevoegde plaatje aangegeven gecertificeerde temperatuurcontrole.
  • Pagina 55 Voorbereiding voor gebruik 4.10 Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. • Gebruik een vergrendelingsschakeling die bij het inschakelen van de machine de stilstandverwarming uitschakelt.
  • Pagina 56 Voorbereiding voor gebruik 4.13 Elektromagnetische compatibiliteit 4.11 Grenswaarden voor het toerental Gevaar als gevolg van resonanties in bepaalde toerentalbereiken Bij overkritische machines is in bepaalde toerentalbereiken resonantie voorhanden. De daaruit ontstane trillingen kunnen ontoelaatbaar groot worden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 57 Voorbereiding voor gebruik 4.14 Bedrijf aan de omvormer Opmerking Omvormer • Bij gebruik op de frequentie-omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (type, ontstoringsmaatregelen, fabrikant) in sterkte verschillende storingsemissies op. • Voorkom overschrijding van de voorgeschreven grenswaarden bij het aandrijfsysteem, bestaande uit machine en omvormer.
  • Pagina 58 Voorbereiding voor gebruik 4.14 Bedrijf aan de omvormer • Het grenstoerental n of n niet over- of onderschrijden. Als geen andere waarde is aangegeven, bedraagt het minimale grenstoerental n 5 Hz. De grenstoerentallen vindt u ofwel op het vermogensplaatje of op het extra vermogensplaatje of op de frequentieomvormer als grootste of kleinste toerentalwaarde.
  • Pagina 59 • Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van SIEMENS. • Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
  • Pagina 60 Voorbereiding voor gebruik 4.14 Bedrijf aan de omvormer ① ④ Werkmachine Geïsoleerd lager ② ⑤ Motor Geïsoleerde tacho-aanbouw ③ Koppeling     Afbeelding 4-1 Principiële weergave van de individuele aandrijving LET OP Lagerschade De lagerisolering mag niet worden overbrugd. Door stroomgeleiding kunnen de lagers worden beschadigd.
  • Pagina 61 Voorbereiding voor gebruik 4.14 Bedrijf aan de omvormer 4.14.5 Tandemaandrijving Als u twee motoren als zogenaamde "tandemaandrijving" achter elkaar schakelt, dan installeert u volgens de richtlijn 2014/34/EG of volgens de voorschriften die van toepassing zijn in het land waar de machine wordt opgesteld, een geïsoleerde, gekentekende koppeling tussen de motoren.
  • Pagina 62 Voorbereiding voor gebruik 4.14 Bedrijf aan de omvormer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 63 Montage Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 15). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 64 Montage 5.2 Montage voorbereiden Verlies van conformiteit met de toegepaste richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de richtlijnen die vermeld staan op het kenplaatje of in de meegeleverde documentatiepapieren. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met de richtlijnen en doen de overeenkomstige garantie vervallen.
  • Pagina 65 Montage 5.2 Montage voorbereiden Schade aan gemonteerde onderdelen door hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen bij de klant, bijvoorbeeld leidingen uit niet hittebestendig materiaal, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. • Temperatuurgevoelige onderdelen mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd.
  • Pagina 66 Montage 5.2 Montage voorbereiden 5.2.2.2 Isolatieweerstand en polarisatie-index van de wikkeling controleren Isolatieweerstand meten 1. Neem de aanbevelingen in acht in de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetapparaat. 2. Aard andere wikkelingen, ingebouwde wikkelingstemperatuurvoeler en indien nodig andere aan- en inbouwonderdelen. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij...
  • Pagina 67 Montage 5.2 Montage voorbereiden Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4. Tabel 5-1 Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C MΩ...
  • Pagina 68 Montage 5.2 Montage voorbereiden Opmerking Opmerking bij IEEE 43 Volgens IEEE 43 rekent u de R bij wikkelingstemperaturen van < 40 °C op de referentietemperatuur van 40 °C om. Omdat de minimale waarden voor de R voor 40 °C gelden, worden de noodzakelijke R -waarden bij wikkelingstemperaturen onder 40 °C iets hoger. De polarisatie-index meten 1.
  • Pagina 69 Montage 5.3 Machine plaatsen Machine plaatsen 5.3.1 Montageplek voorbereiden 1. Maak een geschikte montageplek gereed, bijv. montagebokken. Let erop, dat de montageplek over voldoende bodemvrijheid voor het asuiteinde DE beschikt. De vereiste informatie vindt u in de maattekening van de machine. 2. Controleer aan de hand van de transportdocumentatie of alle componenten van de motor beschikbaar zijn.
  • Pagina 70 Montage 5.3 Machine plaatsen • De op het vermogensplaatje aangegeven temperatuurklasse van de machine moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de temperatuurklasse van het mogelijkerwijs optredende brandbare gas. • Kies de optionele aanbouwonderdelen conform de eisen van de richtlijn 2014/34/EU, IECEx- schema of de overeenkomstige nationale voorschriften.
  • Pagina 71 Montage 5.4 Uitlijning en bevestiging Na het monteren van de voetsteunen moet u, om spanning op de machine te voorkomen, het volgende vermijden, • Breng aansluitend de voetsteunen weer in één enkel vlak en parallel met de machine-as. • Werk hiertoe het voetsteunen bij of leg bv. dunne platen neer. •...
  • Pagina 72 Montage 5.4 Uitlijning en bevestiging 5.4.2 Maatregelen voor het uitlijnen en bevestigen De volgende maatregelen zijn nodig om de onnauwkeurige radiale uitlijning van de beide koppelingshelften te compenseren en om de elektrische machine tegenover de arbeidsmachine horizontaal te justeren: • Verticale positionering Plaats voor de verticale positionering dunne platen onder de machinepoten om spanning op de machines te voorkomen.
  • Pagina 73 Montage 5.5 Machine monteren 5.4.4 Behuizingvoetsteunen (speciale uitvoering) Let op dat de maat C bij de positie van de aansluitkast aan NDE-zijde (optie H08) van de EN 50347 kan afwijken. Om de maat C volgens EN 50347 na te leven, moet u bij machines met dubbele of drievoudige gaten aan de NDE-zijde het overeenkomstige aanschroefboorgat gebruiken.
  • Pagina 74 Montage 5.5 Machine monteren 4. Let bij de positionering ook op een gelijkmatig rondlopende axiale spleet (y→0) op de koppeling. 5. Bevestig de machine op het fundament. De keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van het fundament en valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van de installatie.
  • Pagina 75 Montage 5.5 Machine monteren 5.5.2.4 Verticale bouwvorm met flens De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het systeem of van de exploitant van de installatie. Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine uit.
  • Pagina 76 Montage 5.5 Machine monteren 5.5.4 Aanbevolen precisie bij het uitlijnen De benodigde maatnauwkeurigheid bij het uitlijnen is in belangrijke mate afhankelijk van de configuratie van de totale machinestreng. Neem bij het uitlijnen van de machine de vereiste maatnauwkeurigheid van de koppelingsfabrikant in acht. Tabel 5-2 Aanbevolen nauwkeurigheid bij...
  • Pagina 77 Montage 5.5 Machine monteren WAARSCHUWING Letselgevaar door ondeskundige montage of demontage Bij bedrijf zonder opgetrokken afdrijfelementen, zoals koppelingen etc. kan de inlegspie eruit worden geslingerd. Volg de noodzakelijke maatregelen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Volg de algemeen noodzakelijke maatregelen voor de contactbescherming van de afdrijfelementen.
  • Pagina 78 Montage 5.5 Machine monteren   Lostrekken van de aandrijfelementen     Aanbrengen van de aandrijfelementen   Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde overbrengen op het machinelager. De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Service Center (Pagina 13) of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
  • Pagina 79 Montage 5.5 Machine monteren Bij alle vierpolige machines met een frequentie van ≥ 60 Hz geldt het volgende: • Als de koppelingsnaaf korter is dan de inlegspie, kort de inlegspie dan in. • Het zwaartepunt van de koppelingshelft moet binnen de lengte van het aseinde liggen. •...
  • Pagina 80 Montage 5.5 Machine monteren 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 81 Elektrische aansluiting Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 15). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 82 • Trek de schroefverbindingen met de vermelde aanhaalmomenten aan. • Gebruik alleen meegeleverde bevestigingsmaterialen of originele reserveonderdelen van Siemens. • Controleer de verbindingpunten bij inspecties. Zie ook Aanhaalmomenten (Pagina 171) Machine aansluiten 6.1.1...
  • Pagina 83 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 6.1.2 Kabel selecteren Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria: • Nominale stroomsterkte • Nominale spanning • Een eventuele servicefactor • Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype, kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort. •...
  • Pagina 84 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 6.1.4 Aansluitkast GEVAAR Gevaarlijke spanning Bij elektrische machines zijn hoge spanningen aanwezig. Deze kunnen bij ondeskundige omgang dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Schakel de machine spanningsvrij voordat u met de werkzaamheden aan de aansluitkast begint.
  • Pagina 85 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten   Draairichting Volgens IEC Volgens NEMA Netleidingen L1  L2  L3 L1  L2  L3 Klemmenaanslui‐ Rechtsom U  V  W T1  T2  T3 ting draaiend Klemmenaanslui‐ Linksom draai‐ V  U  W T2  T1  T3 ting Draairichting van de motor bij aanzicht op de DE-kant 6.1.4.3 Klemaanduiding Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de volgende definities: Tabel 6-1 klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1...
  • Pagina 86 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten Kabels in de aansluitkasten invoeren 1. Gebruik alleen de kabelinvoeren dir voor de kabels geschikt zijn. 2. Gebruik uitsluitend kabelinvoeren en kabels die geschikt zijn voor de optredende omgevingstemperatuur. 3. Controleer bij het invoeren van de kabels in de aansluitkasten dat de kabels niet onderhevig zijn aan trekontlasting.
  • Pagina 87 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten VOORZICHTIG Beschadigingen aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen Om materiële schade aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen te vermijden, dient u de volgende aanwijzingen in acht nemen: • In de aansluitsokkel van de machinebehuizing mogen geen vreemde objecten, vuil en vocht voorkomen.
  • Pagina 88 Elektrische aansluiting 6.1 Machine aansluiten 6.1.5 Schroefverbindingen Schroefkoppeling met (plaat-) moer (EN 50262)     ① Moer ② O-ring Schroefkoppelingen met reducties en (plaat-) moer (EN 50262)     ① Moer ② O-ring 6.1.5.1 Inbouwpositie van de plaatmoer bij schroefkoppelingen ② O-ring ③...
  • Pagina 89 Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten Schroefverbindingen met aansluitschroefdraad in de aansluitkast (EN 50262) ② O-ring Aanhaalmomenten Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 171) in acht. Aardingsgeleider aansluiten De doorsnede van de aardleiding moet aan EN / IEC 60034-1 voldoen. Neem bovendien de installatievoorschriften in acht, bijv. volgens EN / IEC 60204-1. Een aardleiding kan in principe op twee manieren op de machine worden aangesloten: •...
  • Pagina 90 Elektrische aansluiting 6.3 Aardingsgeleider aansluiten 6.3.2 Aansluittype aardgeleider Type aarding van de behuizing Kabeldoorsnede mm²       … 10 Aansluiting van een enkele ader onder externe aardklem.         … 25 Aansluiting met DIN-kabelschoen onder externe aardklem. DIN 46 234  ...
  • Pagina 91 Elektrische aansluiting 6.4 Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming Ashoogte Schroefdraadgrootte voor de aardleider 225 ... 280 2 x M8 315 ... 355 2 x M12 De bijkomende aarding (meestal aan de tegenoverliggende zijde) is optioneel verkrijgbaar. Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd.
  • Pagina 92 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Kabelaansluiting Aansluitbare doorsneden afhankelijk van de klemgrootte evt. gereduceerd door de grootte van de kabelwartels. Tabel 6-3 Max. kabelaansluiting voor machines die tegen explosie zijn beschermd Ashoogte Max. aansluitbare kabeldoorsnede mm² 63 ... 112 16,0 10,0 200 ... 225 50,0 250 ...
  • Pagina 93 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Aansluittype Aansluitbout Kabeldoorsnede mm² Aansluiting van 2 even dikke aders met klem‐ Niet toegestaan beugel Niet toegestaan 4 ... 35 Aansluittype Aansluitbout Kabelpositie met klem Kabeldoorsnede mm²   2,5 ... 25 10 ... 95 25 … 185 50 … 300 50 …...
  • Pagina 94 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting Montage klemvoorziening M8, M10, M12, M16 Monteer de klemvoorzieningen op het klembord met een afstand van 0,1 mm ... 1 mm tot de contramoeren. 6.5.1 Aansluiten met/zonder kabelschoenen Verdeel bij aansluitklemmen met klembeugel de geleiders zodanig, dat aan beide kamzijden ongeveer even hoge klemhoogten ontstaan.
  • Pagina 95 Elektrische aansluiting 6.5 Kabelaansluiting 6.5.2 Kabeleinde met draadeindhuls 1. Gebruik voor de kabeleinden bij voorkeur draadeindhulzen in plaats van solderen. 2. Bevestig de adereindhulzen vóór het aansluiten door een vakkundige, stroombestendige persverbinding op het uiteinde van de geleider. WAARSCHUWING Explosiegevaar als gevolg van oververhitting Als het geleideruiteinde niet juist door de draadeindhuls wordt omvat en daarmee verklemd is, kan oververhitting ontstaan.
  • Pagina 96 Elektrische aansluiting 6.6 Omvormer aansluiten 6.5.4 Minimum luchtafstanden Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden. Tabel 6-4 Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning U Effectieve waarde van de Minimale luchtafstand wisselspanning U...
  • Pagina 97 Elektrische aansluiting 6.6 Omvormer aansluiten Tabel 6-6 Maximale spanningspieken aan de motorklemmen voor machines speciaal voor omvormerbedrijf Nominale motorspanning Maximale spanningspieken op de motorklemmen Û Û Tussenkring U Leider-leider Leider-aarde ≤ 500 V 1600 1400 > 500 V tot 690 V 2200 1500 1080 De spanningsstijgtijden van de individuele spanningssprongen in de leider-aarde-spanning aan het kabeleinde aan motorzijde mag afhankelijk van de spronghoogte de volgende waarden niet onderschrijden.
  • Pagina 98 Elektrische aansluiting 6.7 Afsluitende maatregelen zijn voor deze temperatuur. De van het aantal polen afhankelijke maximale frequentie staat aangegeven op het vermogensplaatje en mag niet worden overschreden. Systeem omvormer - Kabel - Elektrische Machine Neem de gegevens conform EN / IEC 60034-17 en EN / IEC 60034-25 met betrekking tot de belasting van de wikkelingen in acht.
  • Pagina 99 Inbedrijfname Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 15). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 100 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 171) Tweede asuiteinde Als het tweede asuiteinde niet wordt gebruikt: • Beveilig de pasveer tegen wegslingeren en let erop dat de rotorbalancering “H” (normale uitvoering) tot ca 60% van de massa is gereduceerd. •...
  • Pagina 101 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Bedrijf aan de omvormer • Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, worden de betreffende extra gegevens op het kenplaatje/plaatje van het toevoegsel vermeld. • Zorg ervoor dat de omvormer correct is ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering vindt u bepaalde parametreringsgegevens op het vermogensplaatje van de machine.
  • Pagina 102 Inbedrijfname 7.1 Maatregelen voor de inbedrijfstelling Zie ook Voorbereiding voor gebruik (Pagina 41) 7.1.3 Externe ventilator in bedrijf nemen De externe ventilator garandeert de koeling, onafhankelijk van het toerental en de draairichting van de hoofdmachine. De vreemde ventilator is slechts voor een draairichting geschikt. Controles voor de eerste testrun Voer voor de eerste testrun de volgende controles uit: •...
  • Pagina 103 Inbedrijfname 7.2 Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur 7.1.4 Overige documentatie Opmerking Overige documenten Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht. Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur Voor de inbedrijfstelling Als de machine met lagerthermometers is uitgerust, stel dan voor de eerste machinerun de temperatuurwaarde voor het uitschakelen op de controle-inrichting in.
  • Pagina 104 Inbedrijfname 7.3 Inschakelen Inschakelen Maatregelen bij de inbedrijfstelling Na montage of revisie worden voor de normale inbedrijfname van machines de volgende maatregelen aanbevolen: • Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 105 Inbedrijfname 7.3 Inschakelen 7.3.1 Testrun Voer na de montage of na revisies een testrun uit: 1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt. Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting of ter controle moet tot het noodzakelijke worden beperkt.
  • Pagina 106 Inbedrijfname 7.3 Inschakelen 4. Controleer en protocolleer tijdens de testloop het volgende: – Controleer of de machine rustig loopt. – Protocolleer de waarden voor de spanning, de stroom en het vermogen. Protocolleer indien mogelijk de overeenkomstige waarden van de werkmachine. – Controleer de temperaturen van de lagers en de statorwikkeling tot het bereiken van de stationaire toestand, voor zover dit met de aanwezige meetvoorzieningen mogelijk is.
  • Pagina 107 Bedrijf Volg bij alle werken aan de machine het volgende: • Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 15). • Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht. • Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
  • Pagina 108 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Gevaar door onder spanning staande delen Spanningvoerende onderdelen vormen een gevaar. Door het verwijderen van afdekkingen is de aanrakingsbescherming van roterende delen niet meer gewaarborgd. Door het benaderen van actieve delen kunnen de minimale lucht- en kruiptrajecten mogelijk worden onderschreden. Aanraken of naderen kan de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg hebben.
  • Pagina 109 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voor u met werkzaamheden aan de machine begint. •...
  • Pagina 110 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar bij het verwijderen van de overbrugging van de geïsoleerde lager Indien de bij de fabrikant aangebrachte overbrugging van het geïsoleerde lager wordt verwijderd, ontstaan er potentiaalverschillen tussen de rotor en de geaarde machine. Hierdoor kunnen vonken ontstaan die met name in explosieve atmosfeer het stof in de omgeving of brandbare gassen kunnen ontsteken.
  • Pagina 111 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf Explosiegevaar door veronachtzaming van het bedrijfstype Als in het EU-keuringscertificaat resp. op het vermogensplaatje geen andere informatie met betrekking tot bedrijfsmodus en tolerantie staat vermeld, dan zijn elektrische machines geschikt voor continubedrijf en normale, niet vaak repeterende starts waarbij geen noemenswaardige startverwarming optreedt.
  • Pagina 112 Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf 8.1.1 Veiligheidsaanwijzing voor de verluchting 8.1.1.1 Externe ventilatie (optioneel): Koeltype IC 416 volgens EN / IEC 60034-6 Explosiegevaar door overschrijding van de temperatuurklasse Als een extern verluchte machine zonder externe ventilatie wordt gebruikt, kan de temperatuurklasse of de maximale oppervlaktemperatuur van de machine worden overschreden.
  • Pagina 113 Bedrijf 8.4 Herinschakelen na NOODSTOP WAARSCHUWING Explosiegevaar Indien u bij het bedrijf van de machine de stilstandverwarming inschakelt, kan het toegestane temperatuurbereik of de maximale oppervlaktemperatuur van de machine worden overschreden. In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 114 Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Bedrijfsonderbrekingen De bedrijfspauze is een tijdelijk begrensde bedrijfsonderbreking waarbij de machine stilstaat en op de plaats van inzet blijft. Tijdens bedrijfspauzes onder normale omgevingsvoorwaarden, bijv. geen extern op de stilstaande machine inwerkende trillingen, geen verhoogde corrosiebelasting, ... zijn in het algemeen de volgende maatregelen noodzakelijk: Langdurige stilstandtijden •...
  • Pagina 115 Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen Smeren voor het opnieuw in bedrijf nemen LET OP Drooglopen van de lagers Als de lagers onvoldoende vet bevatten, kunnen deze beschadigd raken. • Smeer de lagers na bij een bedrijfspauze van meer dan één jaar. Hierbij moet de as draaien om het vet in de lagers te verdelen.
  • Pagina 116 Bedrijf 8.6 Storingen 8.5.3 Machine terug in bedrijf nemen Als u de machine weer in bedrijf neemt, ga dan als volgt te werk: • Kijk het protocol voor de buitenbedrijfstelling in en maak de maatregelen voor de conservering en de opslag terug ongedaan. •...
  • Pagina 117 Bedrijf 8.6 Storingen ↓ Motor start niet   ↓ Motor komt moeilijk op gang   ↓ Brommend geluid bij het starten   ↓ Brommend geluid tijdens het bedrijf   ↓ Grote verhitting bij onbelast draaien   ↓ Grote verhitting bij belasting  ...
  • Pagina 118 Bedrijf 8.7 Uitschakelen 8.6.4 Storingen aan de wentellager Beschadigingen aan de wentellagers zijn gedeeltelijk moeilijk te herkennen. Vervang het walslager in geval van twijfel. Pas alleen andere lageruitvoeringen toe na overleg met de fabrikant. Tabel 8-3 Storingen aan de wentellager ↓ Lager is te warm  ...
  • Pagina 119 Onderhoud Algemeen Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Omdat de bedrijfsomstandigheden zeer verschillend zijn, kunnen alleen algemene intervallen bij storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.).
  • Pagina 120 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Inspectie en onderhoud 9.2.1 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie en onderhoud Explosiegevaar door oververhitting van de machine door stoflaag Stofafzettingen kunnen door hun warmte-isolerende werking tot oververhitting van de machine leiden. De maximale oppervlaktetemperatuur van de machine kan niet worden gerespecteerd.
  • Pagina 121 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Explosiegevaar door statische oplading Tijdens het reinigen kunnen de kunststofdelen statisch worden opgeladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. • Zorg ervoor dat tijdens het reinigen geen explosieve atmosfeer aanwezig is. •...
  • Pagina 122 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken Individuele machinedelen kunnen tijdens het bedrijf heet worden. Bij aanraking kunnen brandwonden ontstaan. • Raak tijdens bedrijf geen machinedelen aan. • Laat de machine eerst afkoelen voor u met werkzaamheden aan de machine begint. •...
  • Pagina 123 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.3 Eerste inspectie na montage of reparatie Voer na ca. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na 6 maanden na inbedrijfstelling de volgende controles uit: Tabel 9-1 Controle na montage of reparatie Controle Tijdens Bij stil‐ bedrijf stand Of de elektrische parameters in acht worden genomen.  ...
  • Pagina 124 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Controle Tijdens Bij stil‐ bedrijf stand Een eventueel aanwezige lagerisolatie is volgens de beschrijving uitgevoerd.   Leidingen en isolatie-elementen bevinden zich in goede toestand en verto‐   nen geen verkleuringen. (*) Deze controles kunt u bij stilstand of eventueel bij bedrijf uitvoeren. LET OP Schade aan de machine Als u bij...
  • Pagina 125 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.6 Mechanische explosiebeveiliging walslager Alle machines die volgens RL 2014/34/EU (“Richtlijn Explosieveiligheid”) gemarkeerd zijn, moeten regelmatig worden gecontroleerd op mechanische schade die een ontstekingsrisico kan vormen volgens IEC / EN 60079‑17 . • Neem de volgende intervallen in acht: –...
  • Pagina 126 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud De machines zijn voorzien van walslagers met continue vetsmering. Het is mogelijk dat een nasmeerinrichting aanwezig is. VOORZICHTIG Irritatie en ontstekingen van de ogen Een groot aantal vetten kunnen irritaties en ontstekingen van de ogen veroorzaken. •...
  • Pagina 127 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Procedure Bij het nasmeren van de walslagers gaat u als volgt te werk: 1. Reinig de smeernippels aan de DE- en de NDE-zijde. 2. Pers het voorgeschreven vet in de voorgeschreven hoeveelheid in (conform typeplaatje). – Houd de specificaties op het type- en smeerplaatje aan. –...
  • Pagina 128 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud 9.2.10 Explosiegevaar door beschadigde afdichtingen WAARSCHUWING Explosiegevaar door beschadigde afdichtingen Als de machines van de ontstekingsveiligheidsklasse Ex t met perslucht reinigen, kunnen de afdichtingen beschadigd worden. De ontstekingsbeveiliging wordt niet meer nageleefd. Dit kan leiden tot een explosie. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. •...
  • Pagina 129 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie van de wikkelingen: • Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal? • Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen? Met deze informatie kunt u beslissen over de inbedrijfstelling van de machine of over eventuele maatregelen zoals reiniging en/of drogen van de wikkeling: •...
  • Pagina 130 Onderhoud 9.2 Inspectie en onderhoud Om onnodige stilstandtijden te vermijden, moet u alle inspectie- en onderhoudswerken aan de hoofdventilatormotor en de externe ventilatormotor altijd gelijktijdig uitvoeren. • De ventilatormotor van de andere fabrikant dient af en toe door middel van een visuele controle en bij...
  • Pagina 131 Onderhoud 9.3 Reparatie WAARSCHUWING Explosiegevaar door verkeerde laklaag Bij een grotere laklaagdikte kan de laklaag elektrostatisch opladen. Er kan een ontlading ontstaan. Explosiegevaar is aanwezig op het moment dat ook explosieve mengsels aanwezig zijn. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken. WAARSCHUWING Explosiegevaar als gevolg van processen die sterke ladingen opwekken Bij...
  • Pagina 132 Onderhoud 9.3 Reparatie De werkzaamheden die een invloed hebben op de explosiebeveiliging moeten bij de fabrikant of in een door de fabrikant erkende werkplaats voor elektrische machines worden uitgevoerd. Daaronder vallen bv. de volgende werkzaamheden: • Reparaties aan de stator- resp. rotorwikkeling en aan de klemmen •...
  • Pagina 133 Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.3 Basisprincipes Opmerking Markeer voor aanvang van de demontage de bevestigingselementen en de rangschikking van de interne verbindingen. Dit maakt de latere montage eenvoudiger. De montage van de machine moet indien mogelijk op een uitlijnplaat plaatsvinden. Hierdoor is gewaarborgd, dat de voetoppervlakken op een enkel niveau liggen.
  • Pagina 134 Onderhoud 9.3 Reparatie • De verwijderde lagers niet opnieuw gebruiken. • Verwijder aanwezig vervuild oud vet uit het lagerschild. • Vervang aanwezig oud vet door nieuw vet. • Vervang bij het wisselen van lagers de asafdichtingen. • De contactoppervlakken van de afdichtingslippen licht invetten. Opmerking Bijzondere bedrijfsvoorwaarden Het aantal bedrijfsuren neemt af, bijv.
  • Pagina 135 Lagers vervangen bij explosieveilige machines • Vervang de dichtringen bij het vervangen van de lagers. Gebruik uitsluitend originele onderdelen van Siemens. • Bij radiale afdichtringen met stofbeveiliging (DIN 3760-AS) vult u de lege ruimten in de afdichtring en in de eindplaatnaaf tot 100 % met een geschikt vet.
  • Pagina 136 Onderhoud 9.3 Reparatie • Neem bij individueel gemonteerde schuine kogellagers de inbouwpositie volgens de toegelaten krachtrichting in acht. • Monteer paarsgewijs geschikte schuine kogellagers alleen volgens de gegevens van de fabrikant. • Gebruik alleen schuine kogellagers van hetzelfde type. Opmerking Verdere informatie over de montage van de wentellagers vindt u in de catalogus of de informatie van de wentalagerfabrikant.
  • Pagina 137 Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.4.3 Explosiegevaar door oververhitting van de walslagers WAARSCHUWING Explosiegevaar door oververhitting van de walslagers Als de walslagers niet regelmatig worden nagesmeerd, kan lokaal oververhitting optreden, hetgeen in explosiegevaarlijke omgevingen tot een explosie kan leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 138 Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.6 Ventilator LET OP Onherstelbare schade aan de ventilator Het geforceerd verwijderen van de ventilator van de as kan schade veroorzaken. Let er bij ventilatoren met klikmechanismen op, dat deze niet beschadigd raken! Ventilator uit kunststof • Maak de in de ventilatorplaat aanwezige uitbreekopeningen met uitsparingen op de juiste wijze vrij.
  • Pagina 139 Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.6.1 Ventilator monteren • Let er bij ventilatoren met klikmechanismen op, dat deze niet beschadigd raken! • De ventilator daarvoor in de omgeving van de naaf tot een temperatuur van ca. 50 °C opwarmen. • Bij beschadiging nieuwe onderdelen bestellen. 9.3.7 Kabelinvoeren, afsluitstoppen en schroefdraadadapter Alle kabelinvoeren en afsluitstoppen moeten voor het betreffende ex-gebied toegelaten zijn.
  • Pagina 140 Onderhoud 9.3 Reparatie 9.3.11 Montage overige instructies • Breng alle (extra) typeplaatjes op hun oorspronkelijke positie aan. • Elektrische leidingen indien nodig vastzetten. • Controleer alle aandraaimomenten, ook van de niet losgemaakte bouten. 9.3.12 Optionele aanbouwdelen Hier vindt u bijkomende bedieningshandleidingen: AUTOHOTSPOT 9.3.13 O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de O-...
  • Pagina 141 • Machinetype en serienummer van de machine U vindt het machinetype en serienummer op het vermogensplaatje. Zie ook Spares On Web (https://www.sow.siemens.com/) Opmerking De grafische voorstellingen in dit hoofdstuk zijn principiële voorstellingen van de basisuitvoeringen. Ze dienen voor de definitie van de onderdelen. De geleverde uitvoering kan in details van deze voorstellingen afwijken.
  • Pagina 142 10.3 Reserveonderdelen vindt u via internet Met “Spares on Web" kunt u de bestelnummers van standaard reserve-on‐ derdelen voor motoren snel en eenvoudig zelf opzoeken. Spares on Web (https://www.sow.siemens.com/?lang=en) 10.4 Vervanging van wentellagers Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk.
  • Pagina 143 Reserveonderdelen 10.7 Onderdeelgroepen 10.6 Stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar door ondeskundige reparatie Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of materiële schade veroorzaken.
  • Pagina 144 De volgende leveringsverplichtingen gelden voor vervangende machines en voor reparatie- onderdelen na de uitloop van de productie. • Bij volledige uitval van de machine levert Siemens tot 3 jaar na levering van de oorspronkelijke machine een – qua aanbouwmaten en functie – vergelijkbare vervangende machine, levering uit een andere serie is mogelijk.
  • Pagina 145 Reserveonderdelen 10.9 Machine-onderdelen 10.9 Machine-onderdelen 10.9.1 Onderdelenlijsten On‐ Beschrijving On‐ Beschrijving der‐ der‐ deel deel 1.00 Lager DE-zijde   Aansluitkast, compleet 1.30 Bout 5.47 Bout 1.40 Lagerplaatje 5.48 Veerring 1.43 Asafdichtring 5.49 Bout 1.44 Lagerdeksel DE-zijde, binnen 5.51 Kraagmoer 1.45 Bout (Lagerdeksel) 5.52 Kabelinvoer 1.46...
  • Pagina 146 Reserveonderdelen 10.9 Machine-onderdelen On‐ Beschrijving On‐ Beschrijving der‐ der‐ deel deel 5.00 Aansluitkast, compleet 6.74 Hülse 5.03 Afdichting (aansluitkast-bovendeel) 6.75 Bout 5.04 Afdichting (adapterplaat) 7.00 Ventilatie, compleet 5.06 Steunrail 7.04 Ventilator 5.10 Klembord, compleet 7.12 Borgring 5.11 Klemmenrail 7.40 Ventilatorkap 5.13 Verbindingsrail 7.48 Ring...
  • Pagina 147 Reserveonderdelen 10.10 Normdelen 10.10 Normdelen Tabel 10-2 Normdelen kunnen op afmetingen, materiaal en oppervlak via de vakhandel worden aangeschaft. Norm Afbeelding Norm Afbeelding 3.02 DIN 471     6.02 5.17 EN ISO 4014 7.12 6.12 DIN 472 4.04 DIN 580 1.49 EN ISO 4017 4.11 4.39...
  • Pagina 148 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.1 1MB1 ashoogte 63 ... 71 Aluminium 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 149 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 150 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.2 1MB1 ashoogte 71 ... 90 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 151 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.3 1MB1 ashoogte 80 ... 160 Aluminium 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 152 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.4 1MB1 ashoogte 100 ... 200 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 153 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.5 1MB1 ashoogte 180 ... 200 Aluminium 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 154 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.6 1MB1 ashoogte 225 ... 315 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 155 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.7 1MB5 ashoogte 315 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 156 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.8 1MB5 ashoogte 355 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 157 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.9 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 63 ... 71 aluminium 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 158 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.10 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 71, ... 200 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 159 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.11 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 80 ... 160 aluminium 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 160 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.12 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 200 ... 225 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 161 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 162 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.13 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 250 ... 280 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 163 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 164 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.14 Aansluitkast 1MB1 ashoogte 315 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 165 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 166 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.15 Aansluitkast 1MB5 ashoogte 315 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 167 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.16 1MB5 aansluitkast ashoogte 355 ruwijzer 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 168 Reserveonderdelen 10.11 Opengewerkte tekeningen 10.11.17 Externe ventilator optioneel Ashoogte 225 ... 355 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 169 Verwijdering 11.1 Inleiding De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen.
  • Pagina 170 Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen 11.4 Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp. de aflevering van de componenten moet gebeuren.
  • Pagina 171 Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: • Olie • Vetten • Reinigings- en oplossmiddelen • Lakresten • Anticorrosiemiddel • Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf.
  • Pagina 172 Verwijdering 11.6 Componenten verwijderen 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 173 De Siemens Product Configurator kan zonder installatie in het internet worden gebruikt. De Siemens Product Configurator is in der Industry Mall van Siemens te vinden op: Siemens Product Configurator (www.siemens.com/spc) Aanhaalmomenten A.1.1...
  • Pagina 174 Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor bouten uit de sterkteklasse 8.8, A4-70 of A4-80 conform ISO 898-1, echter uitsluitend in combinatie met bouwdelen met een hogere stevigheid, bijv. gietijzer, staal of gietstaal. Afwijkende aanhaalmomenten De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor boutborgingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen.
  • Pagina 175 Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten A.1.4 Aanhaalmomenten bijkomende aansluitklemmen Tabel A-5 Aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen van de bewakingsapparaten en stilstandverwarming Hoofdaansluitkast 0,4 Nm EN 60999-1: 2000 Tabel 4 III Hulpaansluitkast min. 0,6 Nm max. 0,8 Nm 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 176 Technische gegevens A.1 Aanhaalmomenten 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 177 Kwaliteitsdocumenten Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS Kwaliteitsdocumenten vindt u hier: https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/ps/13310/cert (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/en/ps/13310/cert) 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 178 Kwaliteitsdocumenten B.1 Kwaliteitsdocumenten SIMOTICS in SIOS 1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355 Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A...
  • Pagina 180 Meer informatie Siemens: Industry Online Support (Service en support): www.siemens.com/online-support IndustryMall: www.siemens.com/industrymall Duitsland...