Elektrische aansluiting
6.7 Kabelaansluiting
3. Bevestig de kabelschoen op de juiste wijze aan het kabeleinden, bijvoorbeeld door
samenpersen.
Afbeelding 6-5
4. Isoleer indien nodig de kabelschoenhulzen om de minimale luchtafstanden en het
kruiptraject in stand te houden.
5. Bevestig de kabelschoen aan de klemmensteun. Houd daarbij rekening met volgorde van de
eventueel aanwezige schakelbeugels.
Bij de aansluitkast 1XB7750 monteert u de kabelschoen op de stroomrail.
6. Draai het bevestigingselement
6.7.4
Kabelschoenen zonder zijgeleiding
Explosiegevaar bij toepassing van kabelschoenen zonder zijgeleiding
Bij doorsnede van de geleider onder 70 mm
verdraaien. Daardoor kunnen de minimale luchtafstanden niet worden gehaald en dit kan tot
een explosie leiden.
Dit kan zware tot dodelijke letsels en materiële schade veroorzaken.
• Gebruik bij de doorsnede van de geleider onder 70 mm
• Hou hierbij de minimale vrije afstanden aan.
88
Aansluiten met kabelschoen en bevestigingsschroef (Principevoorstelling)
Bevestigingselement
Bevestigingsschroef M12
Bevestigingsschroeven M16
Bevestigingsmoeren M12
WAARSCHUWING
zijgeleiding.
②
met het bijbehorende aanhaalmoment aan.
kunnen kabelschoenen zonder zijgeleiding
2
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
Aanhaalmoment
20 Nm
40 Nm
20 Nm
alleen kabelschoenen met
2
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450