Inbedrijfstelling
7.1 Maatregelen voor de inbedrijfname
• Zorg voor een correcte aansluiting en werking van de optionele aanvullende inrichtingen
voor de machinebewaking.
• Controleer de lagertemperaturen bij uitvoeringen met lagerthermometers tijdens de eerste
machinerun. Stel de waarden voor waarschuwing en uitschakelen op de
bewakingsinrichting in. Zie ook de instructies in hoofdstuk Instelwaarden voor de controle
van de opslagtemperatuur.
• Zorg voor de juiste instelling van de besturing en toerentalbewaking zodat geen hogere
toerentallen worden aangestuurd dan op het typeplaatje vermeld.
• Controleer de juiste instelvoorwaarden van de aandrijfelementen afhankelijk van het type
(bijv. uitlijnen en uitbalanceren van koppelingen, kiemspanningen bij riemaandrijving,
tandkrachten en tandflankspeling bij tandwielaandrijvingen, radiale en axiale speling bij
gekoppelde assen).
• De minimale isolatieweerstand en de minimale luchtafstanden aanhouden.
• Breng een goede aardings-, potentiaalvereffeningsverbinding van de massakabel tot stand
• Draai alle bevestigingsschroeven, verbindingselementen en elektrische aansluitingen met
de voorgeschreven aandraaimomenten aan.
• Verwijder de ingeschroefde hijsogen na het plaatsen of borg deze tegen losraken.
• Demonteer de rotor zonder aanlopen.
• Alle maatregelen ter voorkoming van het aanraken van bewegende en spanningvoerende
onderdelen uitvoeren.
• Borg de vrije asuiteinden, bijv. door afdekkingen.
• Zorg ervoor, dat de inlegspieën niet kunnen wegspringen.
• Neem de bedrijfsgereedheid van de optionele externe ventilator en aansluiting
overeenkomstig de voorgeschreven draairichting in acht.
• Zorg ervoor, dat de geleiding van de koellucht niet nadelig wordt beïnvloed.
• Controleer het optimaal functioneren van de optionele rem.
• Het opgegeven mechanische grenstoerental n
Wanneer de machineuitvoering vraagt om een speciale toekenning van de omvormer, dan
zijn de desbetreffende specificaties te vinden op de typeplaat.
Opmerking
Andere beproevingen zijn vanwege de speciale installatie-omstandigheden nodig.
Zie ook
Bedrijfstype respecteren (Pagina 35)
• De lagerisolering is volgens de infoplaatjes uitgevoerd.
• Borg de inlegspiën voor het testbedrijf of inbedrijfstelling zonder aandrijfelementen met
een geschikte zekering. Houd hierbij rekening met het balanceertype van de machine.
100
aanhouden.
max
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A