• Controleer of de maximaal toegestane klemdikte van 10 mm voor de kabelschoen of de
platte kabel niet wordt overschreden.
• Bevestig de klemschroef volgens onderstaande tabel. Inschroefdiepte en aanhaalmoment
zijn verschillend volgens de toepassing van kabelschoenen of aardklemmen.
Binnenste aardaansluiting
Neem bij het aansluiten de volgende aanwijzingen in acht:
• Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is
beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline;
• Plaats de veerring onder de schroefkop.
• Plaats de kabelschoen onder de klembeugel.
• In de aansluitkast dienen de gekenmerkte aansluitklemmen voor de aardleider te worden
gebruikt.
• Neem het aanhaalmoment (Pagina 165) voor de klemschroef in acht.
Buitenste aardaansluiting
Neem bij het aansluiten de volgende aanwijzingen in acht:
• Controleer of het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is
beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline;
• Leg
• Plaats de veerring en het onderlegplaatje onder de schroefkop.
• Gebruik de gekentekende aansluiklem voor de aardgeleider aan de staanderbehuizing.
• Neem het aanhaalmoment (Pagina 165) voor de klemschroef in acht.
De aandraaimomenten voor de elektrische aansluitingen van het klemmenbord en de aarding
vindt u in de tabel onder geval A.
Type 1MB5 - Ashoogte 400/450
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E52802435A
Met behulp van kabel‐
schoenen
Met behulp van aard‐
ingsklemmen
Bout
Inschroefdiepte
M6
M8
M12 x 25
> 16 mm
M16 x 35
> 20 mm
M6
M8
> 12 mm
M10
> 15 mm
M12
> 18 mm
M16
> 20 mm
Elektrische aansluiting
6.6 Aardgeleider
Aanhaalmoment
> 6 mm
> 8 mm
20 Nm
38 Nm
92 Nm
> 9 mm
20 Nm
40 Nm
70 Nm
170 Nm
8 Nm
8 Nm
85