RUITENWISSER EN -SPROEIER ACHTER
1
Y
Achterruitwisser
Contact aan, draai aan het uit-
einde van de ring 2.
– OFF: Stoppen met wissen
– LO: Langzaam continu wissen
– HI: Snel continu wissen
Voordat u de ruitenwisser achter ge-
bruikt moet u controleren of niets de be-
weging van de wisser hindert.
Gebruik de ruitenwisserarm niet om de
achterklep mee te openen of te sluiten.
Ruitenwisser/-sproeier achter
Om de voorziening in te schakelen, duw
schakelaar 1.
2
Door een keer lang indrukken schakelt de
ruitensproeier in en maakt de ruitenwisser
vier wisbewegingen, na enkele secondes
gevolgd door een laatste wisbeweging.
Bijzonderheid
De achterruitwisser komt in werking als u de
achteruitversnelling inschakelt terwijl de rui-
tenwissers van de voorruit in werking zijn.
A
1
B
C
D
E
Voordat u iets aan de voorruit
doet (wassen van de auto, ont-
dooien, reinigen van de voor-
ruit, enz.) moet u de schake-
laar 1 in stand B (uit) zetten.
Risico van verwonding en/of beschadi-
gingen.
1.69