Download Print deze pagina

Verwisselen Van De Wielen - Renault KOLEOS 2012 Instructieboekje

Advertenties

BANDEN
(2/3)
Bandenspanning
Houd u aan de bandenspanningen (inclusief
het reservewiel), controleer de bandenspan-
ningen ten minste eenmaal per maand en
zeker voor een lange rit (raadpleeg de stic-
ker op de zijkant van het bestuurderspor-
tier).
Door een te lage banden-
spanning ontstaat vroegtijdige
slijtage en worden de banden
abnormaal heet, met alle ge-
volgen van dien voor de veiligheid:
– slechte wegligging,
– risico van een klapband of het losla-
ten van het loopvlak.
De bandenspanning is afhankelijk van
de belasting en de snelheid. Zorg voor
de juiste bandenspanning afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden (raad-
pleeg de paragraaf "Bandenspanning").
Controleer de spanning bij koude banden,
houd geen rekening met een hogere waarde
bij warm weer of na een snel gereden rit.
Indien u de bandenspanning niet bij koude
banden kunt controleren, moet u de opge-
geven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI )
verhogen.
Verlaag nooit de spanning van een
warme band.
Bijzonderheid
Afhankelijk van de auto, heeft deze een
adapter die u op het ventiel moet plaatsen
voordat u de band oppompt.
Let op, als een ventieldopje
ontbreekt of niet goed vast-
gezet is, kan er lucht uit de
banden ontsnappen en de ban-
denspanning afnemen.
Zorg altijd dat de ventieldopjes gelijk
zijn aan de originele en dat ze helemaal
vastgezet zijn.
Reservewiel
Zie de paragrafen "reservewiel" en "verwis-
selen van een wiel" in hoofdstuk 5.

Verwisselen van de wielen

Auto met controlesysteem
bandenspanning
Het controlesysteem banden-
spanning heeft ongeveer 8 mi-
nuten nodig om de verandering van po-
sitie of het vervangen van een wiel te
identificeren. Gedurende deze tijd werkt
het systeem niet meer.
Als het controlesysteem bandenspan-
ning bezig is met de identificatie van de
vervangen wielen, kan het systeem on-
nauwkeurige informatie doorgeven die
ernstige gevolgen kunnen hebben.
5.7

Advertenties

loading