VOORSTOELEN
(2/2)
6
Passagiersstoel neerklappen
Afhankelijk van de auto kan de rugleuning
aan passagierskant neergeklapt worden op
het zitkussen en zo als tafelblad gebruikt
worden.
Zet de handgreep 6 omhoog en druk de rug-
leuning omlaag.
Doordat het ontplooien van de airbag voor de voorpassagier bij een neergeklapte
rugleuning van de passagiersstoel voor niet mogelijk is, moet u controleren of de
airbag wel uitgeschakeld is. (Raadpleeg de paragraaf "uitschakelen/inschakelen
passagiersairbag voorin" in hoofdstuk 1.)
Risico van ernstige verwondingen als de airbags zich ontplooien.
Tijdens het rijden mag de passagier achter in geen geval zijn voeten op de rugleuning van
de voorstoel plaatsen. Risico van verwonding.
1.16
7
Lendensteun van de bestuurdersstoel
verstellen:
Verplaats de hendel 7.
8
Stoelverwarming
(afhankelijk van de auto)
Druk bij draaiende motor, op de bovenkant
(voor de warmste stand) of op de onderkant
(voor de middelste stand) van de schake-
laar 8.
Het controlelampje in de knop licht op.
Het thermostatische systeem bepaalt, af-
hankelijk van de gekozen stand, of de ver-
warming nodig is.
Als de verwarming van de passagiersstoel
ingeschakeld is, brandt het controlelampje
ð
op het instrumentenpaneel.