VERWARMING, HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
A
Regeling van de
ventilateursnelheid
Normaal gebruik
Draai de knop C op een van de vier standen
om de ventilatie met het gewenste vermo-
gen in te schakelen.
Kies stand 1 voor een minimumventilatie en
stand 4 voor een maximumventilatie.
B
C
F
Stand 0
In dit geval:
– stopt de airconditioning automatisch,
zelfs als toets F ingeschakeld is (het
lampje van de toets brandt).
– de ventilatiesnelheid is nul;
– als de auto rijdt kunt u echter een geringe
luchtstroom voelen.
(2/3)
D
E
In- en uitschakelen van de
airconditioning
De toets F zorgt voor het inschakelen (con-
trolelampje brandt) of het uitschakelen (con-
trolelampje is uit) van de airconditioning.
Door het inschakelen van de
airconditioning:
– gaat de temperatuur in het interieur
omlaag;
– wordt het vocht snel verwijderd.
De airconditioning werkt niet bij lage buiten-
temperaturen.
Bij langdurig gebruik van de airconditioning,
kan het te koud worden.
Verhoog in dat geval de temperatuur (draai
de knop A naar rechts).
3.5