WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
A
Controlelampje voor
\[
brandstofbesparing
Ze lichten op om u te adviseren naar een
hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere
versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
1.46
(3/4)
Controlelampje
M
brandstofpeil
Ga zo snel mogelijk tanken als dit controle-
lampje oplicht of knippert.
Vanaf het eerste oplichten van het waar-
schuwingslampje kunt u nog ongeveer
50 km rijden.
7
Controlelampje controlesys-
teem bandenspanning
Raadpleeg de paragraaf "Controlesysteem
bandenspanning" in hoofdstuk 2.
É
Controlelampje voorverwar-
ming (dieselmotor)
Met contact aan licht het op. Het geeft aan
dat voorverwarmingsstiften werken. Zodra
het dooft, start de motor weer.
Ü
Controlelampje van het roetfilter
(afhankelijk van de auto)
Raadpleeg de paragraaf "Bijzonderheden
dieselmotoren met roetfilter" in hoofdstuk 2.
'
Controlelampje van de werking
met 2 aangedreven wielen
Raadpleeg de paragraaf "Integrale aan-
drijving: 4-wielaandrijving(4WD)" in hoofd-
stuk 2.
•
Controlelampje van de snelheid
bij het afdalen
Dit gaat branden bij het aanzetten van
het contact en dooft na enkele secondes.
Raadpleeg de paragraaf "Hulp- en correctie-
systemen tijdens het rijden" in hoofdstuk 2.
'
Controlelampje van de vergren-
deling van de 4-wielaandrijving.
Raadpleeg de paragraaf "Integrale aan-
drijving: 4-wielaandrijving(4WD)" in hoofd-
stuk 2.