SPIEGELS
A
B
D
C
E
F
1
Buitenspiegels
Bij draaiende motor, beweeg de knop 1:
– stand C voor het afstellen van de linker-
spiegel;
– stand E voor het afstellen van de rechter-
spiegel;
D is de neutrale stand.
Inklapbare buitenspiegels
Bij draaiende motor, zet knop 1 in stand F:
de buitenspiegels klappen in.
Om ze opnieuw in rijstand te zetten, ga terug
naar stand C, D of E.
Verwarmde buitenspiegels
Het ontdooien gebeurt tegelijk met het ver-
warmen van de achterruit.
De buitenspiegel aan de kant
van de bestuurder kan in twee
delen uitgevoerd zijn. In deel B
ziet u wat u met een normale
spiegel ziet. In deel A heeft u een beter
zicht op de zijkant achter, wat de veilig-
heid verhoogt.
Voorwerpen in de zone A lijken verder
weg dan zij in werkelijkheid zijn.
2
Binnenspiegel
De binnenspiegel is verstelbaar.
Spiegel met knopje 2
Om te voorkomen dat u in het donker ver-
blind wordt door achter u rijdende voertui-
gen, kan het spiegelglas in de nachtstand
gekanteld worden met het knopje 2 achter
de spiegel.
Spiegel zonder knopje 2
De spiegel wordt bij duisternis automatisch
donkerder onder invloed van de verlichting
van achter u rijdende voertuigen.
1.61