THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING
Verdeling van de lucht in het
interieur
Er zijn vijf combinaties mogelijk voor de
luchtverdeling. Deze worden verkregen door
het indrukken van toets 12.
De controlelampjes van de toetsen geven de
geselecteerde werking aan.
(5/6)
12
õ
Alle lucht wordt naar de voorruit en
de roosters aan de zijkanten van
het dashboard gevoerd.
÷
Alle lucht wordt nu naar de uit-
stroomsleuven onder de voorruit,
de zijruiten en de ventilatieroosters bij de
vloer gevoerd.
Deze afstelling is geschikt voor een optimale
temperatuur bij koud weer.
F
De lucht wordt voornamelijk naar
de ventilatieroosters bij de vloer
gevoerd.
G
De lucht wordt nu naar de uit-
stroomsleuven onder de voorruit
en de ventilatieroosters bij de vloer gevoerd.
Deze afstelling is geschikt voor een optimale
temperatuur bij warm weer.
J
De luchtstroom wordt naar de ont-
wasemingssleuven onder de voor-
ruit gevoerd
Als u de handbediening van de luchtver-
deling gebruikt, dooft het controlelampje
van toets 3 (automatische werking).
Alleen de luchtverdeling wordt dan auto-
matisch bestuurd door het systeem.
Om de automatische werkstand weer in
te schakelen, drukt u op de toets 3.
3.11