Cirkelmiddelpunt CC
Van cirkelbanen die met behulp van de C-softkey geprogrammeerd
worden, kan het cirkelmiddelpunt vastgelegd worden. Daartoe:
moeten de rechthoekige coördinaten van het cirkelmiddelpunt
ingegeven worden of
wordt de laatst geprogrammeerde positie overgenomen of
worden de coördinaten met de softkey
„ACTUELE POSITIE" overgenomen
Circulaire functies kiezen: softkey „CIRKELS"
indrukken (2e softkey-balk).
COÖRDINATEN CC: coördinaten voor het
cirkelmiddelpunt ingeven of
om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: geen coördinaten ingeven.
NC-voorbeeldregels
5 CC X+25 Y+25
of
10
X+25 Y+25
11 CC
De programmaregels 10 en 11 hebben geen betrekking op de afb.
Geldigheid
Het cirkelmiddelpunt geldt totdat een nieuw cirkelmiddelpunt
wordt geprogrammeerd.
Cirkelmiddelpunt CC incrementeel ingeven
Een incrementeel ingegeven coördinaat voor het cirkelmiddelpunt
relateert zich altijd aan de laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie.
Met CC wordt een positie als cirkelmiddelpunt
gekenmerkt: het gereedschap verplaatst niet naar deze
positie.
Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor
poolcoördinaten.
60
Z
Y
Y
C C
6 Programmeren: contouren programmeren
X
X
C C