Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 310 Bedieningshandboek pagina 128

Nc-software 286 040-xx
Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 310:
Inhoudsopgave

Advertenties

5 Vervolgens verplaatst de TNC het gereedschap naar het laatste
punt van de tweede lijn en voert daar de bewerking uit.
6 Van daaruit positioneert de TNC het gereedschap in negatieve
richting van de hoofdas naar het startpunt van de volgende
bewerking.
7 Dit proces (5-6) herhaalt zich, totdat alle bewerkingen van de
tweede lijn zijn uitgevoerd.
8 Aansluitend verplaatst de TNC het gereedschap naar het startpunt
van de volgende lijn.
9 In een pendelbeweging worden alle verdere lijnen afgewerkt.
STARTPUNT 1
het startpunt in de hoofdas van het bewerkingsvlak.
STARTPUNT 2
het startpunt in de bijas van het bewerkingsvlak.
AFSTAND 1
de afzonderlijke punten op de lijn.
AFSTAND 2
tussen de afzonderlijke lijnen.
AANTAL KOLOMMEN Q242: aantal bewerkingen op
de lijn.
AANTAL REGELS Q243: aantal lijnen.
ROTATIEPOSITIE Q224 (absoluut): hoek, waarom het
totale patroon wordt geroteerd; het rotatiecentrum
ligt in het startpunt.
VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 (incrementeel): afstand
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak.
COÖRD. WERKSTUKOPPERVLAK Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak.
2
VEILIGHEIDSAFSTAND Q204 (incrementeel):
e
coördinaat spilas, waarin botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is.
HEIDENHAIN TNC 310
AS Q225 (absoluut): coördinaat van
e
AS Q226 (absoluut): coördinaat van
e
AS Q237 (incrementeel): afstand tussen
e
AS Q238 (incrementeel): afstand
e
Y
Q226
Q225
Z
Q200
Q203
Q238
Q224
X
Q204
X
117

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave