Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN ROT indrukken.
Tastsysteem naar positie in de buurt van het eerste
tastpunt verplaatsen.
Tastrichting loodrecht op hoekreferentie-as kiezen: as
met pijltoets kiezen.
Tasten: NC-START-toets indrukken.
Tastsysteem naar positie in de buurt van het tweede
tastpunt verplaatsen.
Tasten: NC-START-toets indrukken.
De TNC slaat de basisrotatie op, beveiligd tegen stroomuitval. De
basisrotatie werkt voor alle volgende programma-aflopen en
programmatests.
Basisrotatie weergeven
De hoek van de basisrotatie wordt na opnieuw kiezen van TASTEN
ROT in de rotatiehoekweergave getoond. De TNC toont de rotatiehoek
ook in de additionele statusweergave (STATUS POS.).
In de statusweergave verschijnt een symbool voor de basisrotatie,
wanneer de TNC de machine-assen overeenkomstig de basisrotatie
verplaatst.
Basisrotatie opheffen
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN ROT indrukken.
ROTATIEHOEK „0" ingeven, met ENT-toets overnemen.
Tastfunctie beëindigen:END-toets indrukken.
11.2 Referentiepunt vastleggen met
3D-tastsystemen
De functies voor het vastleggen van het referentiepunt op het
uitgerichte werkstuk worden m.b.v. de volgende softkeys gekozen:
referentiepunt vastl. in een willekeurige as met TASTEN POS
hoekpunt als referentiepunt vastleggen met TASTEN P
cirkelmiddelpunt als referentiepunt vastleggen met TASTEN CC
HEIDENHAIN TNC 310
163