4.2 Bestandsbeheer
Bestanden en bestandsbeheer
Als een bewerkingspgm. in de TNC ingegeven wordt, dan moet dit
pgm. eerst een naam krijgen. De TNC slaat het pgm. op de harde
schijf op, als een bestand met dezelfde naam. Ook tabellen worden
door de TNC in de vorm van bestanden opgeslagen.
Namen van bestanden
De naam van een bestand mag maximaal 8 tekens lang zijn
Bij programma's en tabellen zet de TNC achter de bestandsnaam
nog een aanduiding. Deze aanduiding wordt van de bestandsnaam
gescheiden door een punt en Deze aanduiding kenmerkt het
bestandstype: zie tabel rechts.
35720
Bestandsnaam
Bestandstype
Met de TNC kunnen tot en met 64 bestanden beheerd worden, de
totale omvang van alle bestanden mag niet meer zijn dan 128 Kbyte.
Met bestandsbeheer werken
Dit gedeelte informeert u over de betekenis van de afzonderlijke
beeldscherm-informatie en hoe bestanden kunnen worden
gekozen. Wanneer U nog niet vertrouwd bent met het
bestandsbeheer van de TNC 310, dan is het raadzaam dit gedeelte
volledig door te lezen en de afzonderlijke functies op de TNC te
proberen.
Bestandsbeheer oproepen
Softkey PGM NAME indrukken:
de TNC toont het venster van bestandsbeheer
Het venster toont alle bestanden
Van elk bestand wordt uitgebreidere informatie getoond,
beschreven in de tabel rechts.
HEIDENHAIN TNC 310
.H
die in de TNC zijn opgeslagen.
Bestanden in de TNC
Programma's
in HEIDENHAIN-klaartekst-dialoog
Tabellen voor
gereedschappen
Weergave
Betekenis
BESTANDSNAAM Naam met maximaal 8 tekens
en bestandstype. Getal achter de
naam: omvang bestand in byte
Status
Eigenschappen bestand:
M
Programma werd in een
programma-afloop-werkstand
gekozen
P
Bestand is tegen wissen en
wijzigen beveiligd (protected)
Type
.H
.T
29