Bewerking onderbreken
De programma-afloop kan op verschillende manieren onderbroken
worden:
Geprogrammeerde onderbrekingen
externe STOP-toets
doorschakelen op PROGRAMMA-AFLOOP REGEL VOOR REGEL
Wanneer de TNC tijdens de programma-afloop een fout registreert,
dan wordt de bewerking automatisch onderbroken.
Geprogrammeerde onderbrekingen
Onderbrekingen kunnen direct in het bewerkingsprogramma vastgelegd
worden. De TNC onderbreekt de programma-afloop, zodra het
bewerkingsprogramma tot en met de regel is uitgevoerd, die één van
de onderstaande ingaven bevat:
STOP (met en zonder additionele functie)
additionele functies M0, M1 (zie „10.4 Ter keuze programma-afloop-
stop"), M2 of M30
additionele functie M6 (wordt door machinefabrikant vastgelegd)
Onderbreking door NC-STOP-toets
NC-STOP-toets indrukken: de regel, die de TNC - op het moment dat
er op de knop gedrukt wordt - afwerkt, wordt niet volledig uitgevoerd;
in de statusweergave knippert het „∗"-symbool.
Wanneer de bewerking niet voortgezet moet worden, dan de TNC
met de softkey STOP terugzetten: het „∗"-symbool in de status-
weergave verdwijnt. Programma in dit geval vanaf het begin van het
programma opnieuw starten.
Bewerking onderbreken door het doorschakelen naar werkstand
PROGRAMMA-AFLOOP REGEL VOOR REGEL
Terwijl een bewerkingsprogramma in de werkstand AUTOMATISCHE
PROGRAMMA-AFLOOP wordt afgewerkt, PROGRAMMA-AFLOOP
REGEL VOOR REGEL kiezen. De TNC onderbreekt de bewerking,
nadat de actuele bewerkingsstap is uitgevoerd.
HEIDENHAIN TNC 310
155