Samenvatting van Inhoud voor HEIDENHAIN POSITIP 880
Pagina 1
Gebruiksaanwijzing POSITIP 880 Nederlands (nl) 12/2008...
Pagina 2
POSITIP 880, achteraanzicht Aspoorten Parallelle poort Kantentaster Randapparatuur Interface connector Massa Serieel poort Aan/uit-knop Netvoedingsingang Afstandsbediend console Toetsenbord en softkeys 4 astoetsen om X-, Y- en Z-as te selecteren Numerieke invoertoetsen Invoer wissen of Negatieve/positieve foutmeldingen waardesleutel wijzigen Invoer bevestigen...
Pagina 3
Als u de POSITIP 880 voor uw werkzaamheden gebruikt, hoeft u alleen de bedieningshandleiding (Deel I) te raadplegen. Als u voor het eerst met POSITIP 880 werkt, kunt u de handleiding gebruiken als werkboek met stapsgewijze instructies. Dit deel begint met een korte inleiding van de grondbeginselen van coördinatensystemen en positie-informatie en biedt vervolgens een...
Pagina 4
PROMPT In dit gedeelte wordt de toetsfunctie of TOETS bewerkingsstap uitgelegd. Indien nodig wordt ook aanvullende informatie verstrekt. Een pijl aan het eind van het schema geeft aan dat het op de volgende pagina wordt vervolgd. Een onderbroken lijn wijst op een alternatieve werkwijze of op een andere manier waarop de betreffende functie kan worden uitgevoerd.
Pagina 5
Links van elke opmerking treft u een pictogram aan, dat de betekenis van de opmerking aangeeft. Algemene informatie bijv. over het gedrag van POSITIP 880. Waarschuwing – Raadpleeg meegeleverde documenten bijv. wanneer een speciaal gereedschap vereist is voor een functie.
Pagina 7
Incrementele werkstukposities ..15 Positie-encoders ..17 Referentiemerken ..17 Hoekreferentie-as ..18 I – 2 Werken met POSITIP 880 – De eerste stappen ..19 Inschakelen ..19 Alvorens te starten ..19 Werkstanden ..21 Bedieningsinstructies op het scherm (HELP-modus) ..22 Wijzigingen bevestigen ..
Pagina 8
I – 6 Programmeren van POSITIP 880 ..53 Programmamogelijkheden ..53 Bewerken en verplaatsen met een programma ..53 Programmeerfuncties ..54 Gereedschapselectie ..56 Uitgangspuntselectie ..58 Voorinstelwaarden ..59 Gatenpatronen en rechthoekige kamers ..60 Subprogramma's ..60 Labels ..
Pagina 9
I – 9 Draaifuncties van POSITIP 880 ..103 Inschakelen ..103 Grondbeginselen van het positioneren ..104 Bewerking instellen voor draaibewerkingen ..105 Gebruik van de gereedschapstabel ..106 Gereedschapsverstelling ..109 Functie Noteren/instellen ..110 Instellen van uitgangspunt..111 Conuscalculator ..
Pagina 10
II – 6 Specificaties voor frezen ..148 II – 7 Specificaties voor draaien ..150 II – 8 Afmetingen ..152 II – 9 Accessoires ..153 ID-nummers van accessoires ..153 POSITIP 880 Montage-instructies Universele Montage-arm lD 382 929-01 ..154 POSITIP 880 Montage-instructies Montagevoet lD 382 892-01 ..
Pagina 12
I – 1 Grondbeginselen van het positioneren U kunt dit hoofdstuk overslaan als u bekend bent met begrippen als coördinatenstelsels, incrementele en absolute dimensies, nominale en feitelijke posities en restweg. Coördinatenstelsels Om posities op een oppervlak te kunnen definiëren, is een referentiesysteem nodig.
Pagina 13
(bijvoorbeeld om de gereedschapsradius te compenseren). Voorbeeld: Tekening met meerdere relatieve uitgangspunten (ISO 129 of DIN 406 deel 11, afb. 171) Afb. I.3 Het uitgangspunt van het werkstuk vormt de oorsprong van het Cartesiaans assenstelsel POSITIP 880...
Pagina 14
X-as en op een afstand van 5 mm vanaf dit punt op de Y-as. Zie Afb. I.4. De KT-kantentaster van HEIDENHAIN vergemakkelijkt, samen met de kantentastfuncties van POSITIP 880, het opzoeken en bepalen van uitgangspunten. Afb. I.4 Het gat nummer 1 definieert het...
Pagina 15
IZ = –15 mm Afb. I.7 Definitie van de posities 2 en 3 door incrementele coördinaten Wanneer u een werkstuk boort of freest volgens een tekening met incrementele coördinaten, verplaatst u het gereedschap volgens de waarde van de coördinaten. POSITIP 880...
Pagina 16
Een lijst van coördinaten die met dit voorbeeld overeenkomen is handig wanneer u werkt in de werkstand: PROGRAMMEREN. Zie Afb. I.8 Afb. I.8 Werkstuktekening met coördinatendimensionering (ISO 129 of DIN 406 deel 11, afb. 179) Coördinaatoorsprong Maten in mm Coördinaten Pos.
Pagina 17
Positie-encoders De positie-encoders met terugkoppeling zetten de bewegingen van de machine-assen om in elektrische signalen. POSITIP 880 evalueert deze signalen voortdurend en berekent de feitelijke posities van de machine-assen, die als een getal op het scherm worden getoond. Zie Afb. I.9.
Pagina 18
Hoekreferentie-as Voor hoekposities zijn de volgende referentie-assen gedefinieerd: Vlak Hoekreferentie-as De positieve draairichting is linksom voor een bewerkingsvlak in de negatieve gereedschapsas-richting gezien. Zie Afb. I.11. Voorbeeld: hoek in het bewerkingsvlak X/Y Hoek Correspondeert met de... + 45° ... deellijn tussen +X en +Y +/–...
Pagina 19
U kunt de toepassing op een later tijdstip wijzigen in Systeeminstellingen onder Tellerinstellingen. Afb. I.12 Initiële scherm Uw POSITIP 880 is nu gereed voor gebruik en bevindt zich in de werkstand FEITELIJKE WAARDE. De as toont de melding “GEEN REF”. Alvorens te starten...
Pagina 20
Wanneer de softkey VRIJGAVE REF wordt ingedrukt, is POSITIP 880 gereed om een referentiemerk te identificeren. Wanneer de softkey VRIJGAVE REF niet wordt ingedrukt, negeert POSITIP 880 alle referentiemerken.
Pagina 21
U kunt op ieder moment overgaan op een andere werkstand door de toets voor de gewenste werkstand in te drukken. In de onderstaande voorbeelden, waarbij het gebruik van gereedschap nodig is, wordt verwezen naar hoofdstuk I-8 onder Bewerking instellen. POSITIP 880...
Pagina 22
Bedieningsinstructies op het scherm (HELP- modus) De geïntegreerde bedieningsinstructies kunnen altijd worden geraadpleegd voor informatie en hulp. Zie Afb. I.14 en Afb. I.15. Oproepen van de bedieningsinstructies: Druk op de softkey INFO. Druk op de softkey HELP. Er wordt informatie over de huidige bewerking weergegeven.
Pagina 23
Foutmeldingen zullen worden weergegeven in rode kaders met witte tekst. Foutmeldingen Als er een fout optreedt terwijl u met de POSITIP 880 werkt, zal de Berichtenbalk rood worden en de oorzaak van de fout toelichten. Wissen van de foutmelding: ...
Pagina 24
(DMS) of radiaalwaarden. Zie Bewerking instellen, hoofdstuk I-8 voor instructies over het instellen van de hoekindeling. Gereedschapstabel In de gereedschapstabel van de POSITIP 880 kunt u gemakkelijk de diameter en lengteverstelling voor elk van de meest gebruikte gereedschappen opslaan. U kunt maximaal 99 gereedschappen opslaan.
Pagina 25
De lengte en diameter van uw gereedschappen moeten eerst in de gereedschapstabel van de POSITIP 880 worden ingevoerd. Voordat u begint met de bewerking, kiest u het gereedschap uit de gereedschapstabel. POSITIP 880 houdt dan rekening met de opgeslagen gereedschapsgegevens wanneer u werkt met gereedschapscorrectie (bijv. bij gatenpatronen).
Pagina 26
Uitgangspunten kunnen het eenvoudigst worden ingesteld met behulp van de tastfuncties van de POSITIP 880, ongeacht of u het werkstuk aftast met de HEIDENHAIN KT-kantentaster of met een gereedschap. Beschrijving van de tastfuncties: Zie "Tastfuncties voor het instellen van uitgangspunten"...
Pagina 27
Voer de positie van het gereedschapsmiddelpunt (X = – 1,5 mm) in en Afb. I.19 verplaats de X-coördinaat van het uitgangspunt en druk op ENT. Raak het werkstuk aan bij kant 2. Selecteer de toets voor de Y-as. POSITIP 880...
Pagina 28
De drie hoofdvlakken worden gevormd door de assen X / Y, Y / Z en Z / X. De tastfuncties van POSITIP 880 stellen u in staat de uitgangspunten in te stellen met een HEIDENHAIN KT-kantentaster. De tastfuncties zijn ook beschikbaar wanneer u een gereedschap in plaats van een Afb.
Pagina 29
Bij alle aftastfuncties houdt POSITIP 880 rekening met de ingevoerde diameter van de aftaststift. Tastfunctie annuleren. Als de tastfunctie actief is, geeft POSITIP 880 de softkey ANNULEREN. Kies deze softkey om terug te keren naar de beginsituatie van de gekozen tastfunctie.
Pagina 30
Voorbeeld: werkstukkanten aftasten en de hoek instellen als uitgangspunt. Zie Afb. I.21 en Afb. I.22. Uitgangspunt as: X = 0 mm Y = 0 mm De coördinaten van het uitgangspunt kunnen worden ingesteld door het aftasten van kanten of oppervlakken en ze te vast te leggen als uitgangspunten, zoals beschreven op de volgende pagina.
Pagina 31
2. TAST DE EERSTE KANT AF OP DE X Verplaats de kantentaster naar werkstukkant tot de LED's in de kantentaster gaan branden. De afstand tussen de kanten wordt weergegeven op de berichtenbalk. Afb. I.24 Trek de kantentaster terug van het werkstuk. POSITIP 880...
Pagina 32
VOER EEN WAARDE IN VOOR X Voer de coördinaat (X = 0 mm) in en verplaats de coördinaat als uitgangspunt voor de middellijn en druk op ENT. Druk op de softkey GEBRUIKEN. Voorbeeld: middelpunt van een gat aftasten met een kantentaster en uitgangspunt instellen.
Pagina 33
Voer de eerste coördinaat (X = 50 mm) in en verplaats de coördinaat als uitgangspunt voor het cirkelmiddelpunt en druk op ENT. VOER MIDDELPUNT Y Y = 0 IN. Accepteer als standaardinvoerwaarde Y = 0 mm. Druk op ENT. Druk op GEBRUIKEN. POSITIP 880...
Pagina 34
Zelfs als u een gereedschap of niet-elektrische kantentaster gebruikt om uitgangspunten in te stellen, kunt u nog gebruikmaken van de aftastfuncties van POSITIP 880 zoals beschreven in het hoofdstuk “Instellen van het uitgangspunt met de kantentaster.” KANT, MIDDELLIJN en CIRKELMIDDELPUNT. Zie Afb. I.27 en Afb. I.28.
Pagina 35
VOER EEN WAARDE IN VOOR X Voer de coördinaat van het gereedschapsmiddelpunt in. (X = -1,5 mm) en verplaats de coördinaat als uitgangspunt voor de middellijn en druk op de softkey GEBRUIKEN. POSITIP 880...
Pagina 36
Weergave en verplaatsingen naar posities Restwegfunctie Al is het vaak al voldoende om POSITIP 880 de coördinaten van de feitelijke positie van het gereedschap te laten weergeven, toch is het meestal beter om de restweg-functie te gebruiken. Hiermee kunt u de nominale posities eenvoudig benaderen door te verplaatsen totdat de nulwaarde wordt weergegeven.
Pagina 37
Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu gecentreerd tussen de twee driehoekige merken. Zodra de as verplaatst is naar nul, wordt de aswaarde toegevoegd aan de aswaarde in de volgende regel. Druk op de softkey VOLGENDE REGEL om verder te gaan. POSITIP 880...
Pagina 38
Selecteer de toets X-as. WAARDE VAN NOMINALE POSITIE Voer de waarde van de nominale positie in voor hoekpunt 2: Y = +30 mm, selecteer gereedschapsradiuscorrectie R – en druk op de softkey GEBRUIKEN. Verplaats de waarde van de nominale positie. De grafische positioneerhulp voor de X-as wordt weergegeven.
Pagina 39
Verplaats de X-as totdat de weergegeven waarde nul is. Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu gecentreerd tussen de twee driehoekige merken. Zodra de as naar nul is verplaatst, komt de waarde bij de volgende regel. Druk op de softkey VOLGENDE REGEL. POSITIP 880...
Pagina 40
Voorbeeld: boren door doorlopen totdat de nulwaarde wordt weergegeven. Voer de coördinaten in incrementele maten in. Deze worden hieronder (en op het scherm) voorafgegaan door een I. Het uitgangspunt is de nulwaarde van het werkstuk. Zie Afb. I.33 en Afb. I.34. bij: X = 20 mm / Y = 20 mm De afstand van gat tot gat 1: IX = 30 mm / IY = 30 mm...
Pagina 41
Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu gecentreerd tussen de twee driehoekige merken. Zodra de as naar nul is verplaatst, komt de waarde bij de volgende regel. Druk op de softkey VOLGENDE REGEL. Selecteer de toets voor de Y-as. POSITIP 880...
Pagina 42
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE Voer de waarde van de nominale positie in voor gat 2: Y = 30 mm, markeer uw ingevoerde waarde als een incrementele maat en druk op de I-toets. Selecteer gereedschapsradiuscorrectie R0 door te drukken op GEREEDSCH CORR (R0). Druk op GEBRUIKEN.
Pagina 43
Hoekstap (optioneel: dit geldt alleen voor het maken van een cirkelsegment) Diepte (einddiepte voor het boren in de gereedschapsas) POSITIP 880 berekent eerst de coördinaten van de gaten, die u daarna positioneert door ze eenvoudig te verplaatsen tot de nulwaarde wordt weergegeven. De grafische positioneerhulp kan worden gebruikt voor alle assen die worden verplaatst.
Pagina 44
Boorfuncties Functie Softkey Druk om naar de vorige boring te gaan. Druk om handmatig naar de volgende boring te gaan. Druk om het boren te beëindigen. Voorbeeld: gegevens invoeren en een gatencirkel uitvoeren. Zie Afb. I.35 en Afb. I.36. Gaten (aantal van): 4 Coördinaten van middelpunt: X = 50 mm / Y = 50 mm Radius van de gatencirkel: 20 mm Beginhoek: hoek tussen X-as en eerste gat: 30°...
Pagina 45
GEREEDSCHAPSTABEL en kiest u het gewenste gereedschap. Druk op de softkey GEBRUIKEN om met deze stap te beginnen. Door op de softkey WEERGAVE () te drukken, schakelt u tussen de verschillende weergaven van het patroon (Grafisch, enz.). POSITIP 880...
Pagina 46
Aantal rijen (aantal rijen in het patroon) Afstand tussen rijen (afstand tussen de afzonderlijke rijen van het gatenpatroon) POSITIP 880 berekent eerst de coördinaten van de gaten die u daarna positioneert door ze eenvoudig te verplaatsen tot de nulwaarde wordt weergegeven.
Pagina 47
Druk op GATENREEKS. Begin met het invoeren van gegevens. X EN Y VAN EERSTE GAT Voer de coördinaten van het eerste gat in (X = 20 mm). Afb. I.38 Druk op ENT. Y = 15 mm. Druk op ENT. POSITIP 880...
Pagina 48
AANTAL GATEN PER RIJ Voer het aantal gaten per rij in (4). Druk op ENT. AFSTAND TUSSEN GATEN Voer de afstand tussen de gaten in (10). Druk op ENT. HOEK Voer de rotatiehoek in (18°). Druk op ENT. DIEPTE Voer de boordiepte in (DOOR). Druk op ENT.
Pagina 49
Wanneer het patroon compleet is, drukt u op de softkey EINDE. Frezen van een rechthoekige kamer In de werkstand RESTWEG kunt u POSITIP 880 voor het frezen van een rechthoekige kamer gebruiken. De informatie voor het frezen van een rechthoekige kamer kan ook als een cyclus in een bewerkingsprogramma worden geschreven.
Pagina 50
De uitvoering van de cyclus wordt getoond in de afbeeldingen rechts. Stap 1: POSITIP 880 geeft de restwegwaarden voor het positioneren van het gereedschap in de beginpositie A: eerst op de gereedschapsas en daarna op het bewerkingsvlak naar het middelpunt van de kamer.
Pagina 51
Voer de afmetingen X en Y in voor het middelpunt van de kamer. Druk op ENT. AFMETING Voer de afmetingen X en Y in voor de zijkant. Druk op ENT. RICHTING Voer de draairichting in (linksom). Druk op ENT. POSITIP 880...
Pagina 52
OVERMAAT VOOR NABEWERKING Voer de waarde in van de overmaat voor nabewerking (0,5). Druk op ENT. Plaats de cursor op het veld Gereedschap en druk op de softkey GEREEDSCHAPSTABEL. Kies het gereedschap en druk op GEBRUIKEN. Het gereedschap wordt dan in het veld Gereedschap weergegeven.
Pagina 53
I – 6 Programmeren van POSITIP 880 Programmamogelijkheden Werkstand: PROGRAMMEREN Dit hoofdstuk beschrijft de programmeermogelijkheden van POSITIP 880. De programma's kunnen worden bewerkt in het programmageheugen en uitgevoerd in de werkstand PROGRAMMA UITVOEREN. De operator kan een programma laden, opslaan of verwijderen uit het interne geheugen in Bestandshandelingen.
Pagina 54
Programmeerfuncties De werkstand PROGRAMMEREN heeft een softkey PROGRAMMEERFUNCTIES, waarmee alle regels getoond worden die in een programma kunnen worden opgenomen. Hieronder volgt een lijst van softkeys voor PROGRAMMEERFUNCTIES. Werkstand: PROGRAMMEREN Functie Softkey Opent de regel GEREEDSCHAPSELECTIE, die gebruikt wordt om een specifiek gereedschapsnummer uit de gereedschapstabel te selecteren tijdens de programma-uitvoering.
Pagina 55
Deze gereedschapscontouren vereisen namelijk twee assen met gelijktijdig gestuurde bewegingen. De functie Contourweergave van Positip 880 biedt de operator een grafische methode om deze gereedschapscontouren te benaderen. Zie "Contourweergave" op pagina 84voor bijzonderheden over deze functie.
Pagina 56
Gereedschapselectie GEREEDSCHAPSELECTIE wordt gebruikt om een specifiek gereedschapsnummer te kiezen uit de gereedschapstabel tijdens de werking, bijv. tijdens de uitvoering van een programma. De regel vermeldt een gereedschapnummer en een optionele gereedschapsas. Zie Afb. I.42. Een gereedschap selecteren Zie Bewerking instellen voor de manier waarop de lengte en de diameter van uw gereedschap in de gereedschapstabel moeten worden ingevoerd.
Pagina 57
Een as kan worden geselecteerd met de as-softkeys (X, Y en Z). Druk op ENT. Het programma bevat de gereedschapselectieregel GEREEDSCHAPSELECTIE 1 Z. Druk op CE om een selectie van een gereedschapsas op te heffen. Druk op GEBRUIKEN. POSITIP 880...
Pagina 58
De regel UITGANGSPUNTSELECTIE wordt gebruikt voor het kiezen van een uitgangspunt tijdens de programma-uitvoering. Zie Afb. I.43. Uitgangspuntselectie POSITIP 880 kan maximaal 99 uitgangspunten in een uitgangspuntentabel opslaan. U kunt een uitgangspunt kiezen uit de uitgangspuntentabel tijdens de programma-uitvoering door eenvoudig te drukken op de softkey UITGANGSPUNTSELECTIE en de regel UITGANGSPUNT XX in te voeren.
Pagina 59
GEREEDSCHAPVERSTELLING Druk op de softkey GEREEDSCH CORR (R0) om te kunnen schakelen tussen R+ (radius bijtellen), R- (radius aftrekken) of R0 (geen correctie. Voer de waarde in en Druk op GEBRUIKEN. POSITIP 880...
Pagina 60
Gatenpatronen en rechthoekige kamers Zie het hoofdstuk Freespatronen voor programmeergegevens over gatencirkels, gatenreeksen en rechthoekige kamers. Subprogramma's Subprogramma's Een subprogramma is een onderliggende groep regels binnen een programma die kan worden opgeroepen vanuit een andere regel in het programma. De regels van het subprogramma worden eenmalig geprogrammeerd, maar kunnen meerdere malen worden uitgevoerd.
Pagina 61
(SPIEGELEN). De opdracht LBL OPROEP 0 is niet toegestaan. Nadat een regel LBL OPROEP in het programma is ingevoerd, voert POSITIP 880 het opgeroepen subprogramma uit. LABELOPROEP HERHALEN Dit formulier wordt gebruikt om een subprogramma een of meer keren op te roepen. Het subprogramma kan bij elke herhaling in bepaalde mate worden versteld.
Pagina 62
Druk op GEBRUIKEN. Na de regel LBL OPROEP in de werkstand PROGRAMMA UITVOEREN voert POSITIP 880 die regels in het subprogramma uit die zich bevinden tussen de LBL-regel met het opgeroepen nummer en de volgende regel met LABEL 0. Alle subprogramma's moeten beginnen met een labelnummer (1 t/m 99) en eindigen met label 0.
Pagina 63
Met de functie POSITIONEREN BOREN brengt u uw tabel naar de positie waarop u de gewenste X- en Y-waarden wilt baseren. In de werkstand PROGRAMMEREN kunt u POSITIP 880 gebruiken voor positioneren/boren. Selecteer de cyclus met de softkey POSITIONEREN/BOREN en voer de benodigde gegevens in.
Pagina 64
Frezen van een rechte In de werkstand PROGRAMMEREN kunt u POSITIP 880 gebruiken voor het frezen van een rechte. Rechten worden bepaald door het punt "STARTP" (het punt waar ze beginnen) en het punt "EINDPT" (het punt waar ze eindigen).
Pagina 65
Voer de gereedschapsverstelling in. Druk op ENT. Druk op GEBRUIKEN. Frezen van een cirkelboog In de werkstand PROGRAMMEREN kunt u POSITIP 880 gebruiken voor het frezen van een cirkelboog. Zie Afb. I.50. Een cirkelboog kunt op twee manieren programmeren: met een startpunt, eindpunt en een radius...
Pagina 66
Grote en kleine cirkelbogen - een grote cirkelboog heeft een krommingshoek van meer dan 180 graden. Een kleine cirkelboog heeft een krommingshoek van minder dan 180 graden. Zie Afb. I.51 Grote als een grafisch voorbeeld van de twee hoektypes. Kleine cirkelboog cirkelboog (>180)
Pagina 67
Deze beide regels kunnen twee rechten, twee cirkelbogen of een rechte en een cirkelboog zijn. POSITIP 880 berekent de positie van de cirkelboog zodat de overgang van de ene regel naar de volgende probleemloos verloopt.
Pagina 68
Werkstand: PROGRAMMEREN Rechte 1 Rechte 1 Rechte 1 Overgang Overgang Overgang Druk op de softkey PROGRAMMEERFUNCTIES. Rechten Rechten Rechten 1 en 3 1 en 3 1 en 3 Rakend Overlappend Niet-rakend Druk tweemaal op de softkey MEER . Contour sluiten Overgang Druk op de softkey OVERGANG.
Pagina 69
Een afkanting is een schuine snede die in een programma twee op elkaar volgende regels verbindt. Deze beide regels definiëren een rechte. POSITIP 880 berekent de positie van de afkanting. De beide rechten hoeven elkaar niet per definitie te snijden of te raken, maar in het geval dat ze elkaar wel raken, moeten de lengtes berekend worden vanaf de snijpunten.
Pagina 70
LENGTE 1 Voer de afstand in vanaf het snijpunt op de rechte bij de stap “STARTP”. Gebruik de numerieke toetsen om de afstand in te voeren. LENGTE 2 Voer de afstand in vanaf het snijpunt op de rechte bij de stap "EINDPT". HOEK Voer de hoekgrootte in, gemeten tussen de rechte langs de X-as en krommen naar de aangrenzende...
Pagina 71
Een map verwijderen uit het interne geheugen Hiermee kan een programma verplaatst worden van een extern apparaat naar het programmageheugen van POSITIP 880, Hiermee kan een programma verplaatst worden van POSITIP 880 naar een extern apparaat (PC of printer). POSITIP 880...
Pagina 72
Laden, opslaan, verwijderen en wissen van een programma POSITIP 880 maakt het mogelijk om programma's te laden vanuit het interne geheugen naar het actieve programmageheugen. Een programma laden of verwijderen: Druk op de softkey BESTANDSHANDELINGEN. Druk op de softkey LADEN.
Pagina 73
Mappen Met POSITIP 880 kan de operator mappen maken voor het beheren en opslaan van bewerkingsprogramma's. Druk op de softkey MEER voor toegang tot deze functies. Functie Softkey Een map kiezen Een naam creëren voor een nieuwe map Een map verwijderen...
Pagina 74
Een map kiezen Een map wordt als volgt gekozen: Druk op de softkey BESTANDSHANDELINGEN. Druk op de softkey MEER. Druk op de softkey MAP KIEZEN. Kies de gewenste map en druk op KIEZEN. Een map maken Een map wordt als volgt gemaakt: Druk op de softkey BESTANDSHANDELINGEN.
Pagina 75
Stel het programma op de host-PC zo in dat het programmabestand als ASCII-tekst kan worden verzonden. Indien u programma's importeert in POSITIP 880 vanaf een PC, moet de PC de programma's verzenden. POSITIP 880 laadt dan het nieuwe programma alleen in het programma-geheugen.
Pagina 76
Een programma exporteren Voorbeeld: een programma exporteren vanuit POSITIP 880 Stel het programma op de host-PC zo in dat ASCII- tekstgegevens kunnen worden ontvangen en gegevens als een bestand kunnen worden opgeslagen. Druk op BESTANDSHANDELINGEN Druk op MEER (twee keer)
Pagina 77
De regel die u hebt opgesplitst, wordt vervangen door de afzonderlijke rechten en cirkelbogen (LABELOPROEP HERHALEN, ROTEREN en SPIEGELEN) of posities (gatenpatronen) die de oorspronkelijke regel vormden. Markeer de regel die u wilt opsplitsen. Druk op de softkey REGELFUNCTIES. Druk op de softkey SPLITSEN. POSITIP 880...
Pagina 78
Programmaregels verwijderen, kopiëren en verplaatsen U kunt een serie regels verwijderen, kopiëren of verplaatsen. Wanneer een regel wordt verwijderd, nummert POSITIP 880 de resterende regels automatisch opnieuw. De regel na de verwijderde regel wordt vervolgens de huidige regel.
Pagina 79
Zet de cursor voor de regel met rechte die u wilt aanpassen. Druk op de softkey CONTOUR AANPASSEN. Het eindpunt van de laatste rechte en het startpunt van de eerste rechte in de contour worden ingesteld op het punt waarin de rechten elkaar snijden. POSITIP 880...
Pagina 80
I – 7 Een programma uitvoeren Voorbereiding van de programma-uitvoering Wanneer u gereed bent om een programma uit te voeren, moet de werkstand PROGRAMMA UITVOEREN actief zijn. Druk eerst op de toets PROGRAMMA UITVOEREN en daarna op de softkey BESTANDSHANDELINGEN. Druk dan op de softkey LADEN, navigeer naar het gewenste programma en druk ten slotte opnieuw op de softkey LADEN.
Pagina 81
Positioneer door "naar nul te verplaatsen", zodat de waarde nul wordt weergegeven. Roep de volgende programmaregel op door op VOLGENDE REGEL te drukken. Ga net zo lang door met het positioneren en opvragen van regels met VOLGENDE REGEL tot de bewerking is voltooid. POSITIP 880...
Pagina 82
Voorbeeld van automatische uitvoering: Werkstand: PROGRAMMA UITVOEREN Kies AUTOMATISCH. Positioneer door "naar nul te verplaatsen", zodat de waarde nul wordt weergegeven. Het display toont automatisch de volgende programmaregel, zodra de weergegeven positie is bereikt. De positioneerhulp schakelt automatisch naar de coördinatenas van de nieuwe regel. Roep de volgende programmaregel op door op VOLGENDE REGEL te drukken.
Pagina 83
Programmaweergaven POSITIP 880 stelt de operator in staat de in gang zijnde bewerking op verschillende manieren te bekijken. Nadat u gekozen hebt voor REGELGEWIJS of AUTOMATISCH om een bewerking te starten, kunt u met de softkey uiterst links verschillende weergave-opties kiezen, te beginnen met WEERGAVE (PGM/DIGITALE UITLEZING).
Pagina 84
Contourweergave De contourweergave is een optioneel scherm dat beschikbaar is tijdens het uitvoeren van een programma. Deze weergave verschijnt alleen wanneer de functie is geactiveerd. Zie hoofdstuk I-8 Bewerking instellen voor nadere instructies. Zie Afb. I.58 en Afb. I.59. Grafische weergaven De contourweergave toont de nodige feedback-informatie voor het precies positioneren of het volgen van een contour in het bewerkingsvlak.
Pagina 85
XY-vlak. Het digitaal uitleesvenster toont de restwegposities voor de X-, Y- en Z-assen. Het digitale uitleesvenster maakt het mogelijk de positie te bekijken zonder over schakelen naar een ander aanzicht. POSITIP 880...
Pagina 86
I – 8 INFO-scherm Menu Bewerking instellen Het menu Bewerking instellen wordt geopend door eerst te drukken op de softkey INFO, daarna op de softkey BEWERKING INSTELLEN en ten slotte op ENT. Zie Afb. I.60. Als het menu Bewerking instellen is geopend, zijn de volgende softkeys beschikbaar: SYSTEEM INSTELLEN Druk op deze softkey om de parameters SYSTEEM INSTELLEN te...
Pagina 87
De gereedschapstabel ondersteunt maximaal 99 gereedschappen met informatie over diameter, lengte en type. De lengteverstelling kan handmatig worden ingevoerd als de waarde bekend is, of anders automatisch door POSITIP 880 worden bepaald. Zie Afb. I.61. De volgende softkeys zijn beschikbaar: Functie...
Pagina 88
Gereedschapslengte: 25,000 Gereedschapsmaateenheid: mm Gereedschaptype: stiftfrees. U kunt ook een verstelling laten bepalen door POSITIP 880. Zie hiervoor het onderstaande alternatieve voorbeeld. Druk op de softkey INFO en vervolgens op de softkey BEWERKING INSTELLEN. De cursor springt automatisch naar het veld GEREEDSCHAPSTABEL.
Pagina 89
(25 mm) in druk op ENT. U kunt ook een verstelling laten bepalen door POSITIP 880. Bij deze methode moet u met de punt van elk gereedschap een gemeenschappelijk referentievlak aanraken. Hierdoor kan POSITIP 880 het lengteverschil tussen de afzonderlijke gereedschappen vaststellen.
Pagina 90
De cursor springt automatisch naar het veld Eenheid. GEREEDSCHAPSMAATEENHEID Voer de maateenheid (inch/mm) in voor het gereedschap en druk op ENT. De cursor springt automatisch naar het veld Type. GEREEDSCHAPSTYPE Wanneer u het type wilt instellen, druk dan op de softkey GEREEDSCHAPSTYPEN.
Pagina 91
Kies de as door te drukken op een van de softkeys. Druk op GEBRUIKEN en vervolgens op de softkey NIEUWE INSTELLINGEN GEBRUIKEN. De keuze van het gereedschap en de gereedschapsas is meteen effectief. Door te drukken op de softkey WIJZIGINGEN ANNULEREN, worden de voorafgaande instellingen niet hersteld. POSITIP 880...
Pagina 92
Uitgangspuntentabel (alleen frezen) De uitgangspuntentabel geeft de absolute locaties van de uitgangspunten weer ten opzichte van het referentiemerk. Normaal worden de uitgangspunten ingesteld op basis van de uitgangspunten en aftastfuncties in de werkstand Feitelijke waarde. Ook kunt u indien nodig de uitgangspuntwaarden direct instellen. Zie Afb. I.64. ...
Pagina 93
De instellingen voor de schaalfactor blijven behouden na het uitschakelen. De standaardinstelling voor de eerste inschakeling is UIT en de waarde is vooraf ingesteld op 1,0000. Wanneer de schaalfactor een andere waarde heeft dan 1, wordt het schaalsymbool in de asweergave getoond. Afb. I.65 Schaalfactor POSITIP 880...
Pagina 94
Druk op GEBRUIKEN en vervolgens op NIEUWE INSTELLINGEN GEBRUIKEN. Weergave van radius/diameter POSITIP 880 kan de radius of de diameter voor u weergeven. Wanneer de diameter wordt weergegeven, verschijnt het diametersymbool (Ø) naast de positiewaarde. Kantentaster (alleen frezen) In dit formulier voert u de waarden voor de diameter- en lengteverstelling van de kantentaster in.
Pagina 95
(hiervoor is een optionele interface voor randapparatuur nodig) of door middel van een opdracht (Ctrl B) verstuurd naar POSITIP 880 via de seriële poort. Het formulier Uitvoer meetwaarden wordt gebruikt om de uitvoer van gegevens tijdens het aftasten in te schakelen (AAN) of uit te schakelen (UIT).
Pagina 96
Grafische positioneerhulp Het formulier Grafische positioneerhulp wordt gebruikt voor het configureren van de staafgrafiek onder de weergave DIGITALE UITLEZING van de assen, in de werkstand RESTWEG. Elke as heeft zijn eigen bereik. Zie Afb. I.66. Druk op de softkey AAN om de grafische positioneerhulp in te schakelen, of begin eenvoudig met het invoeren van waarden met de numerieke toetsen.
Pagina 97
De screensaver-instelling is de hoeveelheid tijd die het systeem niet actief is voordat het beeldscherm wordt uitgeschakeld. De niet- actieve periode kan worden ingesteld tussen 30 en 120 minuten. De screensaver kan worden gedeactiveerd tijdens de inschakeltijd. POSITIP 880...
Pagina 98
Het menu Installatie Zie het hoofdstuk Technische informatie voor systeeminstellingen. Calculator De calculator van POSITIP 880 kan allerlei berekeningen uitvoeren: van eenvoudige rekenkundige tot complexe trigonometrische berekeningen, toerental- en conuscalculaties. Het numerieke toetsenbord fungeert als een standaardcalculator met de cijfertoetsen 0 t/m 9, een decimaalteken, een plus- en minteken en een CE-toets voor het wissen van een ingevoerde berekening.
Pagina 99
Stel bijvoorbeeld dat u de som van 3 + 1 / 8 moet berekenen; POSITIP 880 zal dan eerst 1 door acht delen en dan daar 3 bij optellen om tot de uitkomst van 3,125 te komen.
Pagina 100
Als een onbekende waarde kan worden uitgedrukt als trigonometrische functie, vierkantswortel of kwadraat van een getal, kan POSITIP 880 de waarde voor u berekenen met de calculator voor trigonometrische functies. Zie Afb. I.69 en Afb. I.70. Gebruik van de trigonometrische rekenfuncties: ...
Pagina 101
Druk op ofwel de softkey FEET/MIN ofwel METERS/MIN afhankelijk van de gebruikte eenheden. U sluit het formulier Toerental-calculator door te drukken op de softkey GEBRUIKEN. Er is geen retourwaarde. Referentietabellen Druk op de softkey REFERENTIETABELLEN om de online referentiehulptabellen te openen. POSITIP 880...
Pagina 102
Taal POSITIP 880 ondersteunt verschillende talen. Voor het wijzigen van de taalkeuze: Druk op INFO. Druk op de softkey TAAL. Druk op de softkey TAAL totdat de gewenste taalkeuze verschijnt op de softkey. Druk op GEBRUIKEN en bevestig uw keuze. Het systeem start opnieuw.
Pagina 103
4 hoofdstukken van dit handboek doornemen. Deze bevatten informatie die betrekking Afb. I.72 Initiële scherm heeft op zowel frees- als draaibewerkingen. Uw POSITIP 880 is nu gereed voor gebruik en bevindt zich in de werkstand FEITELIJKE WAARDE. POSITIP 880...
Pagina 104
Grondbeginselen van het positioneren Inleiding De geometrie van een werkstuk wordt beschreven door een rechthoekig of Cartesiaans coördinatenstelsel (genoemd naar de Franse wiskundige en filosoof René Descartes, die in het Latijn Renatus Cartesius heette en die leefde van 1596 tot 1650). Het Cartesiaans coördinatenstelsel bestaat uit drie onderling loodrecht op elkaar staande assen X, Y en Z.
Pagina 105
HELP Opent een online Help-systeem. Het menu Bewerking instellen opent u als volgt: Druk op de softkey INFO. Druk op de softkey BEWERKING INSTELLEN. De cursor springt automatisch naar de eerste menuoptie: Gereedschapstabel. POSITIP 880...
Pagina 106
Gereedschapstabel (alleen frezen) De gereedschapstabel ondersteunt maximaal 99 gereedschappen met informatie over iedere as. Als u uw gereedschappen met een gereedschapsvoorinstelapparaat heeft gemeten, kunnen de verstellingen direct worden ingevoerd. Zie Afb. I.76. Afb. I.76 Gereedschapstabel voor het frezen Gebruik van de gereedschapstabel Voorbeeld: verstellingen invoeren in de gereedschapstabel Druk op de softkey INFO en vervolgens op de softkey BEWERKING INSTELLEN.
Pagina 107
DIAMETER of op ENT om de instelling Radius in dit veld ongewijzigd te laten en daarna met de cursor naar het veld Z-as te gaan. Druk op GEBRUIKEN en vervolgens op NIEUWE INSTELLINGEN GEBRUIKEN. Afb. I.77 Formulier Diameter van de assen POSITIP 880...
Pagina 108
Weergave van radius/diameter Op tekeningen voor draaidelen staan doorgaans de diametermaten aangeven. POSITIP 880 kan de radius of de diameter voor u weergeven. Wanneer de diameter wordt weergegeven, verschijnt het diametersymbool (Ø) naast de positiewaarde. Zie Afb. I.78. Voorbeeld: radiusweergave, positie 1 X = 20 mm Diameterweergave, positie 1 X = 40 Ø...
Pagina 109
Gereedschapsverstelling POSITIP 880 kan voor maximaal 99 gereedschappen de verstellingsmaten opslaan. Wanneer u een werkstuk wijzigt en een nieuw uitgangspunt vastlegt, krijgen alle gereedschappen automatisch een referentiewaarde vanuit het nieuwe uitgangspunt. Voordat u een gereedschap kunt gebruiken, moet u de verstelling ervan (de snijkantpositie) invoeren.
Pagina 110
Functie Noteren/instellen De functie Noteren/instellen kan worden gebruikt voor het bepalen van de verstelling van een gereedschap onder belasting, wanneer de werkstukdiameter onbekend is. Zie Afb. I.80. De functie Noteren/instellen is handig voor het bepalen van de gereedschapsgegevens door middel van het aanraken van het werkstuk.
Pagina 111
Gebruik de conuscalculator voor het berekenen van de conushoek. Zie Afb. I.81. Invoeren van waarden: De conusverhouding wordt berekend op basis van: de conusradius de conuslengte Op basis van de beide diameters en de lengte worden berekend: de begindiameter de einddiameter de conuslengte Afb. I.81 Formulier Conuscalculator POSITIP 880...
Pagina 112
Druk op de softkey INFO. Druk op de softkey CALCULATOR. U ziet dat de selectie van de softkey is gewijzigd en nu ook de functie Conuscalculator omvat. Druk op de softkey CONUSCALCULATOR. LENGTE D1/D2 De softkey in deze weergave schakelt tussen de methoden D1/D2/lengte en Conusradius.
Pagina 113
Draaibewerkingen programmeren voor POSITIP 880 Programmamogelijkheden Werkstand: PROGRAMMEREN Dit hoofdstuk beschrijft de programmeermogelijkheden van POSITIP 880. De operator kan een programma laden, opslaan of verwijderen uit het interne geheugen in Bestandshandelingen. Met de functie WISSEN wordt het actuele programma in het geheugen gewist.
Pagina 114
De verspaningscyclus bevat alle informatie die nodig is voor de bewerking. Verwijder geen regels uit de cyclus. Wanneer het programma wordt uitgevoerd, toont POSITIP 880 de restweg naar de twee nominale posities die onmiddellijk op de cyclusregel volgen. Zie Afb. I.84.
Pagina 115
Het huidige programma opslaan in het interne geheugen Programma verwijderen uit het interne geheugen Het huidige programma wissen uit het geheugen Een map kiezen voor het opslaan van gegevens in het interne geheugen Een naam creëren voor een nieuwe map POSITIP 880...
Pagina 116
Het eindpunt van de actieve regel en het startpunt van de eerste regel in het pad aanpassen aan het snijpunt van beide functies. Zie Regelfuncties in hoofdstuk I-6, “Programmeren van POSITIP 880”. I Bedieningshandleiding...
Pagina 117
Druk vanuit REGELFUNCTIES op de softkey REGELS WIJZIGEN. Kies welke regels u wilt wijzigen (EERSTE en LAATSTE). Druk na elke selectie op ENT. Voer de gereedschapsverstelling in, ofwel EXTERN of INTERN. Druk op GEBRUIKEN. Afb. I.85 Een programmaregel wijzigen POSITIP 880...
Pagina 120
Monteer de eenheid in een goed geventileerde ruimte zodat zij gemakkelijk toegankelijk is tijdens normaal bedrijf. Installatie De POSITIP 880 wordt aan de onderzijde bevestigd met M4- schroeven. Zie voor de locatie van de gaten: hoofdstuk II-8 Afmetingen. Elektrische aansluiting De eenheid bevat geen onderdelen die onderhoud vergen.
Pagina 121
Minimumdwarsdoorsnede van de verbindingsleiding: 6 mm , zie Afb. II.2. Preventief onderhoud Er is geen speciaal preventief onderhoud nodig. Wrijf zachtjes met een droge pluisvrije doek voor het reinigen. Afb. II.2 De aardingsklem op het achterpaneel. POSITIP 880...
Pagina 122
Aansluiten van encoders De POSITIP 880 kan worden gebruikt met de lineaire en roterende HEIDENHAIN-encoders die sinusoïdale gegevens (11 µApp or 1 Vpp) ofwel EnDat (Encoder Data = encodergegevens) leveren. De encoder- ingangen op de achterzijde zijn aangeduid met X1, X2, X3, X4, X5 en X6.
Pagina 123
Afb. II.4 Encoder-ingangen op achterpaneel. Aansluiten van een kantentaster Sluit de HEIDENHAIN-kantentaster aan op de sub-D-ingang X10 op het achterpaneel. Pas de POSITIP 880 voor gebruik samen met de kantentaster aan via de volgende bedrijfsparameters: Lengte van aftaststift Diameter van aftaststift Voor een beschrijving van de bedrijfsparameters, zie het hoofdstuk Bewerking instellen.
Pagina 124
II – 2 Systeeminstellingen Eerste inschakeling Wanneer u de POSITIP 880 voor de eerste keer inschakelt, verschijnt het scherm dat wordt weergegeven in Afb. II.6. U kunt nu de juiste taal en de toepassing (frezen of draaien) kiezen. Druk op TAAL om te bladeren door de gebruikersinterfacetalen.
Pagina 125
Druk op ENT om de ingevoerde gegevens in een veld te bevestigen. Druk op GEBRUIKEN wanneer het formulier is ingevuld en sla de formulier-instellingen op. Druk op NIEUWE INSTELLINGEN GEBRUIKEN om terug te keren naar het scherm INFO. POSITIP 880...
Pagina 126
Assen configureren Met de configuratieparameter kunt u encoder-ingangen (X1-X6) toewijzen aan de weergegeven assen. De as kan bestaan uit een enkelvoudige encoder-ingang of een combinatie van twee encoders (tweede encoder-positie opgeteld bij of afgetrokken van de eerste). Zie Afb. II.8 & Afb. II.9. Hier kunt u de labels voor de assen (A-Z) wijzigen.
Pagina 127
Kies uit 0° TOT 360°, -180° TOT +180° of -INF° TOT INF°. De instelling is standaard 0° TOT 360°. Wanneer u gereed bent, kiest u GEBRUIKEN, waarna u de cursor indien nodig in het eerstvolgende invoerveld voor encoders plaatst. POSITIP 880...
Pagina 128
U kunt deze fouten vaststellen met behulp van een referentiemeetsysteem, bijv. VM 101 van HEIDENHAIN, of met eindmaten. Aan de hand van een analyse van de fout kan worden bepaald welke vorm van correctie vereist is: lineair of niet-lineair.
Pagina 129
Referentiewaarde in. Druk na het invoeren van de waarde op de softkey GEBRUIKEN om het formulier te sluiten. Het systeem berekent nu de correctiefactor. POSITIP 880...
Pagina 130
De meetwaarden van de foutcorrectie hebben betrekking op het uitgangspunt van de tabel. Wanneer de foutcorrectietabel is gewist, zet POSITIP 880 het uitgangpunt van de tabel terug naar het referentiepunt van de schaal. U kunt ook een ander tabel-uitgangspunt kiezen. Ga naar de plaats vanwaar u de tabelwaarden moet meten en druk op de softkey TABEL-UITGANGSPUNT INSTELLEN.
Pagina 131
PC te uploaden. Dit is alleen mogelijk wanneer de tabel gegevens bevat. Om de configuratie van de foutcorrectietabel te verlaten, drukt u op de softkey GEBRUIKEN. Op het scherm wordt dan opnieuw het formulier Foutcorrectie weergegeven. POSITIP 880...
Pagina 132
Seriële poort (X31) Een printer of computer kan op de seriële poort worden aangesloten. U kunt bewerkingsprogramma's en configuratiebestanden naar een printer of computer sturen. Zo kunnen externe opdrachten, externe sleutelcodes, bewerkingsprogramma's en configuratiebestanden van een computer worden ontvangen. Zie Afb. II.14. ...
Pagina 133
Nadat u een keuze uit de Tellerinstellingen hebt gemaakt, verschijnt de softkey STANDAARDCONFIGURATIE. Wanneer u op JA drukt, zet u de parameters op de standaardinstellingen; wanneer u op NEE drukt, annuleert u de instelling en keert u terug naar het vorige menuscherm. Afb. II.17 Formulier Tellerinstellingen POSITIP 880...
Pagina 134
Diagnose Met het menu Diagnose kunt u het toetsenbord, het LCD-display, encoders en voeding testen. Zie Afb. II.18. Toetsenbord testen Een afbeelding van het toetsenbord (met kantentaster) geeft aan wanneer u een toets indrukt en loslaat. Druk op de toetsen en softkeys die u wilt testen. Wanneer u op een toets drukt, wordt deze met een punt weergegeven.
Pagina 135
AMI (Auxiliary Machine Interface = machine- interface voor randapparatuur) (X51) (optioneel) Wanneer de optionele IOB 89-doos is aangesloten op de POSITIP 880, kunt u het formulier SCHAKELINGSUITGANGEN selecteren in de keuzelijst Systeeminstellingen. De IOB 89-hardware kan met acht uitgangsrelais worden geconfigureerd. Zie Afb. II.20.
Pagina 136
Console voor afstandsbediening (X61) (optioneel) De console voor afstandsbediening fungeert als duplicaatsysteem van POSITIP 880. Dezelfde beelden verschijnen op de beide consoles en elk van beide toetsenborden kan voor alle functies worden gebruikt. De console voor afstandsbediening van POSITIP 880 wordt aangesloten via een X61-interface.
Pagina 137
Deze tabellen beschrijven alle bedrijfsparameters die u moet instellen voor de encoders en de weergave van de meetwaarden. De meeste ingevoerde gegevens kunnen worden gevonden in de bedieningsinstructies voor uw encoder. Voorbeeld van instellingen voor HEIDENHAIN lineaire encoders met 11-µA signalen Encoder...
Pagina 138
Instellen van de weergavestap bij roterende encoders Bij roterende encoders hangt de weergavestap af van de lijntelling van de encoder en de hoekweergavestap Beide parameters worden afzonderlijk ingevoerd voor elke roterende Voorbeeldinstellingen voor roterende encoders van HEIDENHAIN Encoder Lijntelling Referentiemerken ROD 250, RON 255 9000/18000...
Pagina 139
II – 4 Data-interface De data-interface van POSITIP 880 omvat de seriële poort RS-232 (X31) en de parallelle poort (X32). De seriële poort ondersteunt datacommunicatie in twee richtingen, zodat gegevens kunnen worden geëxporteerd naar of geïmporteerd uit een extern apparaat. Via de parallelle poort kunnen alleen gegevens worden geëxporteerd naar...
Pagina 140
De gegevens worden geëxporteerd naar een ASCII-formaat dat direct kan worden afgedrukt. Om gegevens uit een PC in POSITIP 880 te importeren en van POSITIP 880 naar een PC te exporteren, moet de PC gebruikmaken van software voor terminalcommunicatie zoals TNC Remo.
Pagina 141
De aansluiting van de verbindingskabel hangt af van het aan te sluiten apparaat (zie de technische documentatie van het externe apparaat). Volledige aansluiting Voordat POSITIP 880 en uw PC met elkaar kunnen communiceren, moeten ze op elkaar worden aangesloten via een seriële kabel. Zie Afb. II.25 & Afb. II.26.
Pagina 142
Externe bediening via data-interface RS-232 U kunt met behulp van een extern apparaat via de data-interface RS- 232 de display-eenheid bedienen. De volgende toetscommando's staan ter beschikking: Indeling <ESC>TXXXX<CR> Toets wordt ingedrukt <ESC>AXXXX<CR> Uitvoer van scherminhoud <ESC>SXXXX<CR> Speciale functies Volgorde van commando's Functie <ESC>T0000<CR>...
Pagina 143
Druk op de softkey EXPORT voor het exporteren van gegevens naar een parallelle poort van een printer. De gegevens worden geëxporteerd naar een ASCII-formaat dat direct kan worden afgedrukt. Afb. II.27 Penaansluiting voor parallelle poort Afb. II.28 25-polige aansluitconnector X32 POSITIP 880...
Pagina 144
II – 5 Uitvoer van meetwaarden Voorbeelden van tekenuitvoer bij de data- interface Als u een PC hebt, kunt u waarden opvragen uit POSITIP 880. Voor activering zie Uitvoer van meetwaarden onder Bewerking instellen. In alle drie voorbeelden wordt de uitvoer van meetwaarden gestart met Ctrl+B (verzonden via een seriële interface) of door een...
Pagina 145
In de volgende drie voorbeelden wordt de uitvoer van meetwaarden gestart door een schakelsignaal van de kantentaster. De afdrukfunctie kan worden in- of uitgeschakeld via de parameter Uitvoer meetwaarden voor het instellen van de bewerking. Informatie wordt van hieruit verzonden door de geselecteerde as. POSITIP 880...
Pagina 146
Voorbeeld 4: tastfunctie kant Y = –3674,4498 mm 3 6 7 4 4 4 9 8 <CR> <LF> Coördinaatas twee spaties Dubbele punt plus- of minteken of spatie 2 tot 7 plaatsen voor het decimaalteken Decimaalteken 1 tot 6 plaatsen achter het decimaalteken Eenheid: spatie voor mm, “...
Pagina 147
2 tot 7 plaatsen voor het decimaalteken Decimaalteken 1 tot 6 plaatsen achter het decimaalteken Eenheid: spatie voor mm, “ voor inches R voor radiusweergave, D voor diameterweergave Harde return Witregel (nieuwe regel) POSITIP 880...
Pagina 148
Encoder-ingangen 6 x » 11 µA , 1 V of EnDat (schakelbaar); ingangsfrequentie max. 100 kHz voor incrementele of absolute HEIDENHAIN-encoders Signaalperiode: 0,128 µm, 2 µm, 4 µm, 10 µm, 20 µm, 40 µm, 100 µm, 10 240 µm Lijntelling:...
Pagina 149
Gegevens POSITIP 880 Data-interface Serieel: RS-232-C/V.24 300 tot 115 200 baud Voor uitvoer van programma's, gemeten waarden en parameters; voor invoer van programma's en parameters Parallel: Centronics voor uitvoer van meetwaarden Schakelingangen/-uitgangen Op verzoek (via afzonderlijke AMI-invoer-/uitvoereenheid) Accessoires Kantelvoet Console voor afstandsbediening...
Pagina 150
Encoder-ingangen 6 x » 11 µA , 1 V of EnDat (schakelbaar); ingangsfrequentie max. 100 kHz voor incrementele of absolute HEIDENHAIN-encoders Signaalperiode: 0,128 µm, 2 µm, 4 µm, 10 µm, 20 µm, 40 µm, 100 µm, 10 240 µm Lijntelling:...
Pagina 151
Gegevens POSITIP 880 Schakelingangen/-uitgangen Op verzoek (via afzonderlijke AMI-invoer-/uitvoereenheid) Accessoires Kantelvoet Console voor afstandsbediening Netvoedingsingang 100 V tot 240 V (–15% tot +10%) 50 Hz tot 60 Hz (±3 Hz); opgenomen vermogen 35 W Bedrijfstemperatuur 0 °C tot 45 °C...
Pagina 152
II – 8 Afmetingen Achteraanzicht Vooraanzicht met afmetingen DOORSNEDE A-A Onderaanzicht met afmetingen Zijaanzicht II Technische informatie...
Pagina 154
POSITIP 880 Montage-instructies Universele Montage-arm ld. n. 382 929-01 Zeskantcilinderkopschroef (HHCS) 5/8-11 x 3“ stelschroef (SCSS) 5/8-2“ x 1/2-13 x 0,8“ zeskantcilinderkopschroef m16 x 75 mm zeskantcilinderkopschroef (HHCS) m14 x 75 mm 5/8“ platte onderlegring (2) Kantel-/zwenkeenheid Cilinderkopstels Cilinderkopstelschroef, M6 x 12 mm (4) (SHSS)