RONDKAMER NABEWERKEN (cyclus 214)
1 De TNC verplaatst het gereedschap automatisch in de spilas naar
VEILIGHEIDSAFSTAND of - indien ingegeven - naar de
2
VEILIGHEIDSAFSTAND en aansluitend naar het kamermidden.
e
2 Vanuit het midden van de kamer, verplaatst het gereedschap in het
bewerkingsvlak naar het startpunt van de bewerking. De TNC houdt
rekening met de diameter van het ruwdeel en de radius van het
gereedschap bij de berekening van het startpunt. Indien voor de
diameter van het ruwdeel een 0 wordt ingegeven, steekt de TNC in
op het midden van de kamer.
3 Indien het gereedschap op de 2
verplaatst de TNC het gereedschap in ijlgang FMAX naar de
VEILIGHEIDSAFSTAND en van daaruit met de AANZET
DIEPTEVERPLAATSING naar de eerste DIEPTE-INSTELLING.
4 Aansluitend verplaatst het gereedschap tangentiaal naar dat deel
van de contour, dat klaar is en freest meelopend éénmaal rond.
5 Vervolgens verplaatst het gereedschap tangentiaal van de contour
af, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak.
6 Dit proces (4 t/m 5) herhaalt zich, totdat de geprogrammeerde
DIEPTE is bereikt.
7 Aan het einde van de cyclus verplaatst de TNC het gereedschap
met FMAX naar de VEILIGHEIDSAFSTAND of – indien ingegeven –
naar de 2
VEILIGHEIDSAFSTAND en aansluitend naar het midden
e
van de kamer (eindpositie = startpositie).
Let vóór het programmeren op het volgende:
Het voorteken van de parameter DIEPTE legt de
werkrichting vast.
Als de kamer uit massief materiaal nabewerkt moet worden,
is de toepassing van een door het midden snijdende
vingerfrees noodzakelijk (DIN 844) en moet er een kleine
AANZET DIEPTEVERPLAATSING ingegeven worden.
VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 (incrementeel): afstand
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak.
DIEPTE Q201 (incrementeel): afstand tussen
werkstukoppervlak en bodem van de kamer.
AANZET DIEPTEVERPLAATSING Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
verplaatsen naar DIEPTE in mm/min. Bij insteken in het
materiaal, moet een kleine waarde ingegeven worden;
als er niet in het materiaal gegaan wordt, hogere waarde
ingeven.
DIEPTE-INSTELLING Q202 (incrementeel): maat, die
betrekking heeft op verplaatsing van het gereedschap.
AANZET FREZEN Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij het frezen in mm/min.
104
VEILIGHEIDSAFSTAND staat,
e
Y
Q206
Z
Q200
Q203
Q202
X
Q204
Q201
X
8 Programmeren: cycli