Bestand kiezen
Bestandsbeheer oproepen
<
Gebruik de pijltoetsen, om de lichtbalk naar het gewenste bestand
te verplaatsen:
Verplaatst de lichtbalk in het venster op en neer
Geef één of meerdere getallen van het te kiezen bestand in en druk
dan op de toets GOTO: de lichtbalk springt naar het eerste bestand,
dat overeenkomt met de ingegeven getallen.
<
Het gekozen bestand wordt in de werkstand
geactiveerd, van waaruit bestandsbeheer werd
opgeroepen: ENT-toets indrukken
Bestand kopiëren
Verplaats de lichtbalk naar bestand, dat gekopieerd moet worden.
Softkey KOPIEREN indrukken: kopieerfunctie
kiezen.
Naam van het doelbestand ingeven en met de ENT-toets
overnemen: de TNC kopieert het bestand. Het oorspronkelijke
bestand blijft behouden.
Bestand hernoemen
Verplaats de lichtbalk naar het bestand, dat hernoemd moet
worden.
Functie voor het hernoemen kiezen.
Nieuwe bestandsnaam ingeven; het bestands-
type kan niet worden gewijzigd.
Het hernoemen uitvoeren: ENT-toets indrukken.
30
4 Programmeren: Basisbegrippen, bestandsbeheer, programmeerondersteuning
Bestand wissen
Verplaats de lichtbalk naar het bestand, dat gewist
moet worden
Wisfunctie kiezen: softkey DELETE
indrukken. De TNC vraagt, of de
bestanden echt gewist moeten
worden.
Wissen bevestigen: softkey YES
indrukken. Annuleer met de softkey
NO, als de bestanden niet gewist
moeten worden.
Bestand beschermen/
bestandsbeveiliging opheffen
Verplaats de lichtbalk naar het bestand, dat
beveiligd moet worden.
Bestandsbeveil. activeren: softkey
BESCHERM / BESCHERM OPH.
indrukken. Bestand bevat status P
De bestandsbeveiliging wordt op dezelfde wijze
opgeheven met de softkey BESCHERMEN/
OPHEFFEN. Geef voor het opheffen van de
bestandsveiliging het sleutelgetal 86357 in.