Opname via sfeerselectie
U kunt de sfeer selecteren die u voor de opname wilt gebruiken,
behalve wanneer de basismodus <A>, <7> of <G> is ingesteld.
Sfeer
m Standaard
n Levendig
o Soft
p Warm
t Intens
u Koel
v Helderder
x Donkerder
y Monochroom
90
C/2/3/4/
C/6/F
5
k
k
k
k
k
k
k
k
k
Stel het programmakeuzewiel op
1
een van de volgende modi in:
<C>, <2>, <3>, <4>, <5> of
<8>.
Als de opnamemodus <8> is, stelt
u een van de volgende opties in:
<C>, <P>, <x>, <6> of <F>.
Geef het Live View-beeld weer.
2
Druk op de knop <A> om het Live
View-beeld weer te geven (behalve
bij <x>).
Selecteer in het scherm Snel
3
instellen de gewenste sfeer.
Druk op de knop <Q> (7).
Druk op de pijltjestoetsen <W> <X>
om [m Standaard te selecteren].
[Sfeeropnamen] wordt weergegeven
op het scherm.
8
P/x
k
k
k
Zwak/Standaard/Sterk
k
Zwak/Standaard/Sterk
k
Zwak/Standaard/Sterk
k
Zwak/Standaard/Sterk
k
Zwak/Standaard/Sterk
k
k
Zwak/Normaal/Sterk
k
k
Zwak/Normaal/Sterk
k
k
Blauw/Z/W/Sepia
Sfeereffect
Geen instelling