(4) Transportmodus: gebruik het instelwiel <6> om de gewenste
modus te selecteren.
<u> Enkelbeeld:
<i> Continue opname:
<B>Enkele stille opname*:
<M>Stille continue opname*:
<Q> Zelfontsp.:10sec./afst.:
<l>Zelfontspanner: 2 sec.:
<q>Zelfontspanner:Continu:
* Niet in te stellen tijdens Live View-opnamen.
(5) Flitsen: draai aan het instelwiel <6> om de gewenste instelling te kiezen.
<a> Autom. flits : de flitser flitst automatisch als dat nodig is.
<I> Flitser aan : de flitser flitst altijd.
<b> Flitser uit
Zie de
Zie 'De flitser uitschakelen' op pagina 71 bij het gebruik van <b>.
Als u Extra effect opname hebt ingesteld, kunnen 1+73, 1 en
<i> <M> <q> niet worden ingesteld.
Als u Achtergrond wazig hebt gekozen, kunt u de flitser niet gebruiken.
U maakt één opname tegelijk.
Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er
continu opnamen gemaakt. U kunt circa
5,0 opnamen per seconde maken.
Opnamen in enkelbeeld met minder geluid dan <u>.
Continue opname (maximaal 3 opnamen per seconde)
met minder opnamegeluid dan <i>.
De opname wordt 10 seconden na het indrukken van
de ontspanknop gemaakt. U kunt ook een
afstandsbediening gebruiken.
De opname wordt 2 seconden na het indrukken van
de ontspanknop gemaakt.
Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> om aan te
geven hoeveel opnamen (2 tot 10) u met de
zelfontspanner wilt maken. 10 seconden na het
indrukken van de ontspanknop wordt het ingestelde
aantal opnamen gemaakt.
: de flitser is uitgeschakeld.
opmerkingen op pagina 114 over het gebruik van de zelfontspanner.
C Creatieve automatische opnamen
75